Voorpagina Algemeen

Uitdagingen moslims m.b.t. politieke betrokkenheid

Als artsen (in spe) hebben wij onderzoek uitgevoerd naar uitdagingen voor de Nederlandse moslims m.b.t. politieke betrokkenheid. We constateerden vier belangrijke uitdagingen en doen concrete aanbevelingen.

Dit stuk is ingezonden door Umar Ikram, Nathan Furukawa en Elizabeth Clark.

Meer dan een jaar geleden schokte de Noorse Anders Breivik de wereld met zijn afschuwelijke daden, die bedoeld waren om Europa wakker te schudden voor ‘de invasie van moslims’. Een gebeurtenis die het absolute dieptepunt van de persisterende Islamofobie in Europa markeert. Ook in Nederland zijn wij uitgebreid bekend met het Islamofobe karakter van Wilders en zijn PVV, die met de gedoogconstructie politieke legitimatie kreeg om zijn discriminerende ideeën verder te verspreiden. Als artsen (in spe) baren deze ontwikkelingen ons zorgen, daar uit vele onderzoeken blijkt dat discriminatie aanzienlijke gezondheidsschade veroorzaakt, met name op het gebied van mentale gezondheid. Daarom hebben we naast het morele en juridische argument, ook verantwoordelijkheid vanuit de geneeskunde om te zoeken naar oplossingen. En een van de belangrijkste oplossingen is, in onze optiek, politieke betrokkenheid van de Nederlandse moslimgemeenschap zelf.

De afgelopen maanden hebben we interviews met sleutelfiguren uitgevoerd, om vast te stellen wat de uitdagingen voor de Nederlandse moslims zijn om de politieke betrokkenheid te vergroten. De bevindingen zijn verwerkt in een Engelstalig rapport, waarin we op basis van succesvolle Amerikaanse minderhedenorganisaties ook concrete aanbevelingen doen. We constateerden vier belangrijke uitdagingen.

Ten eerste, er heerst een valse gedachte dat moslimidentiteit onverenigbaar is met de Nederlandse, en dat daarom een individu niet zowel moslim kan zijn als Nederlander. De realiteit is echter weerbarstiger. Er zijn genoeg Nederlandse moslims die succesvol een brug hebben geslagen tussen deze twee identiteiten. Zij kunnen als voorbeeld dienen voor jongeren, die het gevoel hebben in een identiteitsspagaat te zitten. Binnen de moslimgemeenschap moet ook discussie ontstaan over hoe men de moslimidentiteit met het Nederlandse burgerschap kan verenigingen en hoe deze een onderdeel vormt van een breed palet aan identiteiten (onder andere religieuze, etnische en professionele identiteit).

Ten tweede, de religieuze en etnische diversiteit binnen de Nederlandse moslimgemeenschap vormt een obstakel in het bevorderen van wederzijds vertrouwen en samenwerking, terwijl deze juist nodig zijn om Islamofobie te bestrijden. Een open discussie binnen de gemeenschap is vereist om de onderlinge verschillen te respecteren en gemeenschappelijke waarden te ontdekken. Verschillende moslimorganisaties kunnen zich bijvoorbeeld verenigen rondom een thema dat alle moslims raakt, ongeacht etniciteit of religieuze stroming, zoals discriminatie tegen moslims op werk.

Ten derde, Nederlandse moslims zijn relatief gezien niet sterk politiek betrokken, getuige hun structurele lage opkomst tijdens verkiezingen en ondervertegenwoordiging in de lokale en nationale politiek. Wellicht werkte het Islamofobische politieke klimaat van de laatste jaren afschrikkend. Ook heeft de moslimgemeenschap geen sterk vertegenwoordigende organisatie die een lobbyfunctie in Den Haag kan vervullen, net als het multicultureel instituut FORUM. Zo’n organisatie zou met een duidelijke politieke agenda moslims (vooral jongeren) kunnen mobiliseren en inspireren om een grotere politieke invloed uit te oefenen.

Als vierde thema belichten wij de rol van de media, die de Islam en moslims veelal op negatieve wijze presenteren, waardoor vooroordelen in stand worden gehouden. Voor de meerderheid van de moslims die, net als overige Nederlanders, een normaal bestaan voor zichzelf en hun kinderen probeert op te bouwen, zijn zulke representaties niet alleen onjuist, maar bovenal beschadigend. Net als in de politieke arena, is het belangrijk dat moslims zich nadrukkelijker manifesteren in de media om de constante negatieve beeldvorming te vervangen door een meer realistische en positievere publieke representatie.

Kortom, deze uitdagingen vormen de basis voor de interne en externe vooruitgang van de Nederlandse gemeenschap, die nodig zijn om politieke betrokkenheid te vergroten. De onderlinge discussies over identiteit en diversiteit zullen de interne vooruitgang karakteriseren, terwijl de assertiviteit in de politiek en media de externe vooruitgang zullen duiden. Door beide vooruitgangen en de daarmee vergrote politieke betrokkenheid kan de Nederlandse moslimgemeenschap Islamofobie tegenwicht bieden en het verkrampte integratiedebat van nieuw elan voorzien, zodat Nederland uiteindelijk een meer inclusieve en tolerante samenleving krijgt.

Download het volledige rapport en appendix. Hierin geven wij per thema concrete voorbeelden vanuit Amerika en aanbevelingen.

Umar Ikram, arts-onderzoeker, afdeling Sociale Geneeskunde, AMC-UvA, Amsterdam.
Nathan Furukawa, student geneeskunde en public health, University of Washington, Seattle, VS.
Elizabeth Clark, student geneeskunde en public health, University of Washington, Seattle, VS.

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie