Voorpagina Algemeen

Vriendelijk en zachtmoedig?

Sociale omgang blijkt voor sommige moslims toch een moeilijkheid. De wijze waarop men anderen dient te benaderen is voor enkelen een onduidelijk en onbegrepen concept. Wel vreemd, als de profeet Mohammad (vzmh) veertien honderd jaar geleden middels zijn woorden en daden dit op distincte wijze openbaar heeft gemaakt. Onlangs bezocht ik de Saoedische Ambassade in de hoop een visum te krijgen voor bijna 150 man die dolgraag ‘het Heilig Land’ willen bezoeken. Maar wat daar gebeurde kan ik haast niet vergeten…

De ervaringen die ik in 1998 opdeed in Mekka en Medina, waren voor mij een gedegen basis voor de bevooroordeling jegens de Arabische mentaliteit. Als Nederlandse burger ben je over het algemeen gewend dat mensen om je heen klantvriendelijk, behulpzaam en tolerant zijn. De wijze waarop mijn familie en ik behandeld werden door Mekkaanse officieren, Saoedische burgers en Medineze hotelmanagers was verre van vriendelijkheid en zachtmoedigheid. Niet alléén de sociale omgang was te betreuren, maar ook het ‘uitbuiten’ van niets vermoedende en eerlijke pelgrimsbezoekers speelde een cruciale rol in de beeldvorming over de Saoedische moslims. Afijn, ik stelde mijzelf gerust met de gedachte; het doel heiligt de middelen!

Terug naar Nederland. Afgelopen maandag bezochten een tante van mij en ik de saoedische ambassade in Den Haag. Met een stapel visumaanvragen traden wij het officiele gebouw binnen. Wachtend op ons nummertje bespraken wij hoe we het probleem van de visa-aanvragen zouden moeten oplossen. Sinds afgelopen jaar heeft de Saoedische regering haar regels inzake visumaanvragen aanzienlijk verscherpt. Er zijn nu een aantal stringente criteria waaraan moet worden voldaan, wilt een aanvraag gehonoreerd worden.

Hiervoor zijn we diverse keren langsgeweest in de hoop dat de gratis visa verstrekt zou worden. Telkens werden de aanvragen resoluut geweigerd. Naast het feit dat de weigering een dilemma is, vind ik de communicatie van het consulair personeel een nog groter probleem. Er is géén beleefdheid, géén klantvriendelijkheid, géén behulpzaamheid. Nothing! In het indiaas/pakistaans volksmond noemen ze deze behandeling;  "Kutton ki tarah bartao" oftewel behandeld netals honden.

Om verdere diepgang te vermijden wil ik duidelijk maken dat mijn private gebeurtenissen géén aanleiding mogen zijn voor de generalisering van het bekrompen en asociale gedrag van arabieren jegens anderen. Nogmaals, dit zijn mijn persoonlijke ervaringen. Het kan best zo zijn dat jij of een ander iets heel anders heeft meegemaakt.

Uitgaande van het verhaal hierboven kan ik concluderen dat beheersing van het het arabisch géén voorwaarde hoeft te zijn om het boodschap van de profeet (vrede zij met hem) te kunnen begrijpen. Soms denk ik dat Nederlanders de ‘sunnah’ meer volgen dan onze eigen moslimbroeders en zusters . Daarom ben ik Nederland héél dankbaar dat zij mij de juiste ethische en sociale gewoontes heeft bijgeleerd.

Twee zaken die in de overleveringen van de profeet (vzmh) terugkomen:

-1.  Vriendelijke gezichtsuitdrukkingen tijdens een gesprek zijn van groot belang en dienen opgevat te worden als een deel van iemands plicht jegens anderen.

-2.  Een moslim dient iedereen te helpen die zijn hulp inroept, behalve als hij om iets vraagt dat verboden of onwenselijk is.