Voorpagina De achtergrond

De achtergrond, dl 1

(voor O.)

Ze keek om zich heen en voelde de druk. De zon stond hoog en brandde krachtig. Haar hoofddoek was iets te strak gezet die ochtend en bovendien had ze de verkeerde kleur gekozen. Zwart leek haar wel geschikt voor deze dag. Haar moeder had haar weer afgezet bij de ingang en parkeerde de auto. De schuifdeuren maakten een zacht suizend geluid, maar eindigden met een onbarmhartig geluid, zowel wanneer ze openden als wanneer ze dichtgingen. De zachtheid verdween dan en maakte plaats voor een doffe klap.

Met haar moeder zat ze op de rode formica wachtruimtestoeltjes. De boot zou pas over 35 minuten aanmeren en dan zou het nog een uur duren voor ze vertrok. Het vooruitzicht van de lichte deining van de Noordzee in de zomer sprak haar wel aan. Ze keek opzij naar haar moeder die zowaar ergens een glimlach vandaan toverde. Het was een mooie glimlach. Met haar 45 jaar zag haar moeder er verzorgd uit, met een schoonheid die je niet snel kon plaatsen. Haar helblauwe ogen konden vriendelijk kijken maar waren nu eerder een tikje verdwaasd. Zelfs haar moeders aanwezigheid kon deze dag niet redden. Misschien voelde ze zich er wel nog wel meer bezwaard door.

Even leek het erop alsof het de rest van de familie lukte zich aan haar gedachten op te dringen. Haar broertje, neefje, oom. Haar stiefzusje, nichtje. Daar kwam het gezicht van haar vader al. Ze balde haar vuisten in haar mouwen en merkte net op tijd dat ze verstarde en voorkwam daarmee een verbeten blik. Ze keek om zich heen, maar niemand leek op haar te letten, zelfs haar moeder niet.

Langzamerhand vulde de wachtruimte zich. Drie Engelse jongetjes met opgeschoren koppies en een plaksel van haar op hun voorhoofd. Een oudere Somalische vrouw met een legerplunjezak. Een Nederlands koppel. De man in kaki korte broek met een lichtgrijs vestje. De vrouw met een dito broek en een groen hempje. Beiden kort grijs haar en ziekenfondsbril. Hun zware rugtassen hadden een soort metalen frame dat de tas leek aan te sluiten op hun rug. Vervolgens stopte er een grote bus voor de schuifdeuren en bralden er 22 dikke Engelse toeristen uit.

De drie jongetjes voetbalden in de hoek. De dikke mannen knalden al hun spullen op de grond en namen plaats op, over en tussen elkaar. Veel geschreeuw, veel rode hoofden en buiken die onder t-shirts vandaan kwamen. Ze zag de zwartwitgestreepte shirts van de oude mannen en dezelfde streep die terugkwam in de traingspakken van de jongetjes met het plakhaar. Ze lachte van binnen en bedacht dat het territoriumgedrag van jongens altijd en overal hetzelfde is.

Ondertussen was de boot aangekomen en liepen de bootmevrouwen in pakjes, die verdacht veel weg hadden van stewardessenkleding, druk heen en weer met lijsten, notitieblokken en lelijke sjaaltjes. Het Hollandse koppel stond alvast bij de incheckbalie. De Somalische dame leek in slaap gevallen te zijn. Haar moeder keek nu zelf strak voor zich uit. Ze ademde diep in, stond op en liep richting de balie. "Mijn dochter heeft niet geboekt, maar zij zou graag nu mee reizen. De vorige boot had geen ruimte voor haar. U wel?"

Lees hier de overige delen

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van