Voorpagina Politiek

Tariq Ramadan vs. Asma Barlas

"It’s not an easy process, but nobody told us it’s going to be easy" – Tariq Ramadan

Op vrijdag 13 juni 2008 kruisten twee ‘moslimtitanen’ de kromzwaarden in Rotterdam. Avicenna organiseerde het debat tussen de twee vooraanstaande islamitische denkers in het Westen. De in Europa wonende Prof. Dr. Tariq Ramadan (Leerstoel burgerschap en identiteit Erasmus universiteit) ontmoette de in de Verenigde Staten wonende Prof. Dr. Asma Barlas (Spinoza leerstoel UvA). Het thema van het debat was ‘Moslims in het Westen – tussen traditie en moderniteit’. Dit thema was verder uitgesplits in twee onderwerpen: 1. Islamitisch feminisme en seksegerelateerde onderwerpen. 2. Islam en secularisme. Hieronder volgt een samenvatting van het eerste subonderwerp.

Tariq Ramadan begon te vertellen dat het onderwerp islamitisch feminisme en opkomen voor de rechten van vrouwen hem aan het hart ligt en dat hij al jaren bezig is seksegelijkwaardigheid te promoten. Hij legde uit dat de term "islamitisch feminisme" door sommigen bekritiseerd of geproblematiseerd wordt, zelfs door moslimvrouwen. Ramadan legde uit dat hij zelf geen problemen heeft met de term zolang men duidelijk is over de definitie. In de definitie van Tariq Ramadan is islamitisch feminisme niet een beweging tegen de islam, maar juist "in naam van de islam" werken aan de bevrijding van vrouwen en daarbij met de term feminisme erkennen dat er andere bewegingen in de wereld zijn die dezelfde doelen nastreven, ook al doen zij dat vanuit een ander kader.

Het gaat erom te erkennen dat we intern (vanuit de Islam) moeten komen naar iets wat universeel (seksegelijkwaardigheid) is. Als we het bijvoorbeeld hebben over huiselijk geweld dan moeten we erkennen dat dit bij alle gemeenschappen in de wereld een probleem is. "Laten we dan praten over wat de oorzaken (causes) zijn, de oplossingen (remedies) zijn en wat onze visie (vision) is." Ramadan vertelde dat hij bezig is met het schrijven van een boek over ‘islamitische ethiek en bevrijding’ en daarin legt hij uit dat het probleem van de positie van de moslimvrouw niet in de islam ligt maar bij moslims.

Ramadan legt uit dat hij niet gelooft in islamrelativisme, waarbij men spreekt over vele islams die relatief aan elkaar zijn. Hij zegt dat er bepaalde dingen essentieel zijn in de islam los van de verschillende interpretaties van moslims. Zo is men het in alle stromingen eens over de vijf zuilen van de Islam en de zes pilaren van iman (geloofsartikelen). De meningsverschillen tussen moslims gaan niet over deze zaken of om de vraag wat de bronnen van de islam zijn, maar om de vraag hoe ze worden gehanteerd en geïnterpreteerd. Er bestaan volgens Ramadan samengevat twee uitdagingen die het hervormingsproces van moslims in de weg staan: 1. Het probleem van reductie en 2. Het probleem van projectie.

1. Het probleem van reductie: Het probleem van reductie is niet erkennen dat er diversiteit in de islam bestaat. Er bestaan twee niveaus van differentiatie:

a. interpretatieverschillen. Het is te kort door de bocht om alle problemen met de positie van de vrouw te reduceren tot culturele problemen, het is waar dat er culturele zaken bestaan die slecht uitwerken voor de vrouw en niets te maken hebben met de islam. Maar er bestaan ook interpretaties die terug gaan op de I
islamitische bronnen en slecht uitwerken voor de vrouw. Bij interpretatieverschillen bestaat aan de ene kant van de lat de fundamentalistische dogmatische a-contextuele interpretatie en aan de andere kant van de lat de contextuele interpretatie.

b. culturele verschillen. Religie moet niet gereduceerd worden tot cultuur of andersom. Er bestaan vele islamitische culturen. Net als bij andere religies zijn religie en cultuur in iedere context met elkaar getrouwd, ze beïnvloeden elkaar. Dat ze getrouwd zijn betekent echter niet dat ze identiek aan elkaar zijn.

2. Het probleem van projectie: Uit de Koran kan men universele principes halen als men de context van de openbaring in ogenschouw neemt. Soms zie je dat de Koran over een bepaalde kwestie in de Mekkaanse periode een ander oordeel geeft dan in de Medinische periode. Door nu de Mekkaanse en Medinische context te bestuderen kan men het universele principe destilleren. Het gaat vaak om één en hetzelfde universele principe dat in een andere context anders geconcretiseerd wordt. Het probleem ontstaat wanneer men die contexten en de projectie vanuit die contexten niet ziet en men het particuliere voor universeel gaat nemen. Bij geleerden door de eeuwen heen zie je een zelfde projectie. Als het bijvoorbeeld om rechten van de vrouw gaat dan zie je dat oude geleerden en Koran-commentatoren hun culturele context, waarin de vrouw een bepaalde rol vervulde, projecteerden op de tekst. Grote Koran geleerden als Shafí’i, Al-Ghazali en Tabari leefden allen in een bepaalde historische culturele context en maakten zich soms ook schuldig aan projectie.

Om de universele principes af te leiden uit de bronnen is dus geen eenvoudige taak. "Maar niemand heeft ons gezegd dat het makkelijk zou zijn!" De visie van Tariq Ramadan is dat we primair over vrouwen moeten gaan spreken als vrouwen en niet over de rol (moeder, zus of dochter) die ze vervullen. Vrouwen zijn autonome wezens met eigen rechten en spiritualiteit, vanuit zichzelf, los van de rollen die ze vervullen. Zijn visie is dat ze uiteindelijk op alle fronten gelijke rechten en posities als mannen krijgen, ook bijvoorbeeld op salarisniveau.

Asma Barlas is het op veel punten met Tariq Ramadan eens. Ze heeft echter een dubbele kritiek op he thema.
1. Kritiek hoe westers feminisme met vrouwenrechten om ging. De man wordt als normatief beschouwd en in plaats van de feminisering van de maatschappij door de feministische golven werd de vrouw vermannelijkt. De man is nu als norm voor de vrouw. De vrouwelijkheid van de vrouw werd genegeerd. In de praktijk betekende gelijkheid tussen man en vrouw soms tegen het seksegelijkwaardigheidsprincipe in gaan.
2. Aan de andere kant heb je de sharia die uitgaat van een fundamenteel verschil tussen de seksen en vandaar uit tot verschillende rechten komt tussen man en vrouw bij bijvoorbeeld erfrecht en de waarde van getuigenissen. Opgemerkt moet worden dat dit verschil niet geheel zwart-wit is tussen man en vrouw zoals veel niet-moslims denken. Soms erft een vrouw(moeder) bijvoorbeeld meer dan een man(vader) volgens de sharia.
Hoe dan ook de traditionele uitwerking van de Sharia is zeker niet het ideale eindplaatje en Barlas gelooft dat de sharia soms zelfs tegen de Koran in gaat, omdat aan de Sunnah (hadiths) een gelijke waarde als aan de Koran worden toegekend. Barlas gelooft in de ontologische gelijkwaardigheid tussen man en vrouw en dat dit beeld door de Koran bevestigd wordt doormiddel van drie principes in de Koran:
1. Vrouw en man zijn geschapen uit één en dezelfde ziel,
2. Vrouw en man zijn beiden ‘khalifa’;, rentmeesterschap geldt voor beiden. Ze hebben alleen aan God verantwoording af te leggen voor deze taak.
3. Vrouw en man zijn ‘awliya’ van elkaar. Zij zijn vrienden en helpers van elkaar en gebieden ELKAAR het goede en raden ELKAAR het slechte af.

Barlas vindt Tariq Ramadan niet kritisch genoeg ten opzichte van met name hadiths, waarin vrouwen minderwaardig of zondiger dan mannen lijken. Er zouden volgens hadiths meer vrouwen naar de hel gaan dan mannen, vrouwen zouden vervloekt worden als ze de man seks onthouden en ze zouden onrein zijn. Tevens vindt ze dat Tariq Ramadan een soort monopolie voor Koranexperts verdedigt, terwijl de Koran zelf zegt ook voor de ongeletterde bedoeïen in de woestijn een boodschap te hebben.

Wat vond ik van het debat?
Erg interessant! Ik zie het als volgt. Je hebt een vastgeroeste motor. Dat zijn moslims die een vastgeroest islambeeld hebben. Tariq Ramadan springt in de motor en doet er tactisch wat oliedruppels in om de motor weer aan het draaien te krijgen. Teveel olie kan de motor verzuipen. Asma Barlas staat buiten de motor en vindt het te lang duren. Ze gelooft ook niet dat de vastgeroeste motor met alleen olie weer zal draaien. Daarom schopt ze van buiten tegen de motor. Ik denk dat beide impulsen nodig en waardevol zijn.

Wordt vervolgd…

Het debat is online te zien via de volgende link.

Kamel Essabane is het stilste jongetje van de klas dat toch begon te praten en zijn klasgenoten soms hard aan het lachen wist te maken. Hij overwon zijn angsten en maakte van praten voor groepen zijn beroep. Doordeweeks loopt hij met de pet op van docent islamitische godsdienst rond op een hogeschool en voorziet hij tevens diverse scholen van advies als onderwijsbegeleider identiteit en levensbeschouwing. Ook vertelt hij soms filosofische verhalen aan het Fahm Instituut. Af en toe plaatst hij vanachter zijn laptop in alle stilte een ernstige tekst op het net. Misschien dat iemand het leest.

Lees andere stukken van Kamel