Voorpagina Maatschappelijk

Salafisme onder de loep – Deel 2

Dit is een vervolg op deel 1

"Het volgen van de Koran en Sunnah volgens het begrip van de salafs". Dat is in een notendop de salafistische formule voor hermeneutiek (tekstuitleg methodiek) die garant zou staan voor ‘zuivere islam’. Er is in mijn ogen echter veel af te dingen aan de zuiverheid van deze hermeneutiek. Er worden drie principes gehanteerd die ( trouwens ook kenmerkend zijn voor andere fundamentalistische bewegingen) mijn inziens onhoudbaar en schadelijk zijn:
1. Idealisering;
2. Bevriezing;
3. Literalisme en terugprojectie. 1. Idealisering
Vaak wordt benadrukt dat we terug moeten naar een staat van eenheid zoals die er in de begindagen van de islam was. "Vroeger was alles beter!" Het islamitische rijk was volgens deze visie bijna een utopie. Het probleem is dat het verleden vaak geïdealiseerd wordt. Ook in dit geval. Volgens alle bronnen die we bezitten, was de islamitische wereld nooit een eenheid. Drie van de vier khalifa’s zijn vermoord door moslims en op een gegeven moment voerden zelfs de metgezellen van de profeet bij de slag van de kameel oorlog met elkaar. Er waren ook voortdurend invallen van buiten af. Is de zuivere islam die voor alles een oplossing zou hebben, wel te vinden in de praktijk van het verleden? Of waren dat ook doodnormale mensen met hun onvolkomenheden die worstelden met het in de praktijk brengen van bepaalde idealen?

2. Bevriezing
Veel van de praktijken die de Profeet verrichte of goedkeurde waren praktijken die een gewoonte (mode) van zijn tijd waren. De islam ontstond niet in een cultureel vacuüm. Het is waar dat de Profeet en de openbaring sommige pre-islamitische praktijken (zoals het levend begraven van dochters) afkeurden, maar tegenover heel veel andere praktijken stond de islam neutraal. Zo droeg de Profeet dezelfde kleding als zijn aartsvijand Abu Jahl. Het is dan ook vreemd om te horen dat juist deze kleding verplicht of aangeraden is en dat de mode van onze plaats en tijd verboden zou zijn. De 7e eeuwse Arabische cultuur moet niet verward worden met de universele religie islam. Als je wilt weten hoe een schaakmeester schaakt, concentreer je je dan op zijn kleding of op de manier waarop hij zijn zetten zet?

3. Literalisme en terugprojectie
Het ‘probleem’ van de multi-interpretabele Koran en culturele projecties op de Koranteksten wordt door het salafisme ‘opgelost’ doormiddel van literalisme en scheiding van religie en cultuur. Door terug te gaan naar de bron zou men religie en cultuur kunnen scheiden. De claim van salafisten is dat de islam van de (hedendaagse) interpretator is los te koppelen van zijn eigen sociaal-culturele context. De realiteit is dat de islam werd geopenbaard in een periode van 23 jaar. Wanneer salafisten terug willen naar de bronnen om deze te interpreteren volgens het begrip van de salafs, dan zijn ze afhankelijk van vele overleveringen die tot stand zijn gekomen over een lange periode in vele verschillende contexten. Maar de beweging terug gebeurt aan de hand van issues die heden ten dage spelen, op lokaal en mondiaal niveau, politiek, maatschappelijk en in de dagelijkse leefwereld van mensen. Daarbij is het idee dat het noodzakelijk is om terug te gaan, ontleend aan de perceptie dat de hedendaagse samenleving gevuld is met politieke en morele crises. Dit alles betekent dat cultuur er toch weer terug in sluipt en het idee van een ‘zuivere’ islam zelf al een cultureel idee is.

Wat er nu gebeurt is dat hedendaagse salafisten in de grote ‘vijver’ van islamitische bronnen gaan ‘vissen’ op basis van vragen die in onze sociale (culturele) context ontstaan. Wat er dus gebeurt is een staaltje terugprojectie die niet cultuurvrij is. Zo krijg je dat een salafistische geleerde in land A op basis van de bronnen en zijn eigen politieke context interpreteert dat je niet in opstand tegen een dictator mag komen. Een andere salafistische geleerde op basis van een andere politieke situatie in land B concludeert dat een opstand wel toegestaan en gerechtvaardigd is op basis van de bronnen.

Een ander voorbeeld is het verbod op voor autorijden van vrouwen in Saudi-Arabië. Ook daar was er sprake van een culturele gewoonte in Saudi-Arabië in onze tijd die de vrijheden van de vrouw beperkte. Met wat gymnastische interpretaties werd dit teruggeprojecteerd op de bronnen en zo heeft men een fatwa weten te formuleren "op basis van de Koran en Sunnah volgens het begrip van de salafs". Interpretaties worden zo in de tekst teruggeprojecteerd en met de status ‘Goddelijk’ meteen bevroren. Echter, onacceptabel voor de meeste moslims die buiten (en wellicht ook in) Saudi-Arabië wonen.

Letter en geest
Zoals we hebben gezien is de salafistische hermeneutiek erg beperkend. Een meer correcte methode van tekst interpretatie zou zijn om de betekenis van teksten pogen te begrijpen door zowel rekening te houden met de context van de openbaring als de context van de interpretator. Van daaruit kunnen bepaalde principes en waarden worden gedestilleerd die voor alle mensen in alle tijden geldig zijn.

Daarvoor is het nodig de Koran weer te zien als levende literatuur en het feit van multi-interpretabel zien als een verrijking in plaats van een probleem. De Koran is niet zomaar een literatuur, maar het Woord van God met vele lagen van betekenissen, waarvan sommige verzen eenduidig zijn en anderen meerduidig. De Koran beperken tot een eendimensionale platte, letterlijke tekst is de Koran en je eigen intelligentie en verbeeldingskracht ernstig tekort doen.

Zoals Tariq Ramadan eens zei, pleeg je soms meer verraad ten opzichte van een heilige tekst als je vasthoudt aan de letter van de tekst in plaats van aan de geest. Een tekst zonder geest is als een lichaam zonder ziel. Van literatuur is bekend dat daar in betekenissen ontdekt kunnen worden die de bedoelingen van de auteur overstijgen, wanneer ze gelezen worden door mensen in andere contexten. Er kunnen nieuwe inzichten aan het licht komen. Als het overstijgende karakter een eigenschap is van menselijke creaties, zoals bij gedichten, hoeveel meer zou dat dan niet voor het Woord van God moeten gelden, dat NB zelf zegt het woord van de dichters te overstijgen?

‘Zeg: "Al ware de oceaan inkt voor de Woorden van mijn Heer, zo zou de oceaan zijn uitgeput eer de Woorden van mijn Heer ten einde komen – zelfs al zouden Wij er evenveel ter aanvulling toevoegen."’ (Koran 18:109)

Kamel Essabane is het stilste jongetje van de klas dat toch begon te praten en zijn klasgenoten soms hard aan het lachen wist te maken. Hij overwon zijn angsten en maakte van praten voor groepen zijn beroep. Doordeweeks loopt hij met de pet op van docent islamitische godsdienst rond op een hogeschool en voorziet hij tevens diverse scholen van advies als onderwijsbegeleider identiteit en levensbeschouwing. Ook vertelt hij soms filosofische verhalen aan het Fahm Instituut. Af en toe plaatst hij vanachter zijn laptop in alle stilte een ernstige tekst op het net. Misschien dat iemand het leest.

Lees andere stukken van Kamel