Voorpagina Geschiedenis

Al-Zahrawi

Abu al-Qasim Khalaf ibn al-Abbas Al-Zahrawi afgekort al-Zahrawi alias Abulcasis in het Latijn was een arts, chirurg, scheikundige en hield zich daarnaast nog bezig met meer banale zaken zoals cosmetica en ware homo universalis dus, zoals dat gold voor de meeste geleerden in de middeleeuwen en de renaissance. Hij kwam in 936 ter wereld in de paleisstad Medina al-Zahra de residentie van de heersende Umayyaden dynastie een aantal kilometers ten noordwesten van Cordoba. In Medina al-Zahra studeerde hij en werd daar opgeleid tot arts een beroep waarin hij algauw excelleerde, wat hem de hoge positie van hofarts van kalief Al-Hakam II (961–976) opleverde.

Al-Zahrawi zou in de nevelen van de geschiedenis zijn verdwenen als hij op zijn lauweren was gaan rusten als hofarts en zich alleen bezig had gehouden met de kwaaltjes van de kalief. Hofarts zijn was voor al-Zahrawi  echter pas het beginpunt en niet het einde van een lange en glansrijke carrière als arts. Na een gedegen studie van de werken van de artsen uit de klassieke oudheid: Hippocrates, Galenus en anderen begon hij zelf te experimenteren. Wat volgde was 50 jaar van medische, chirurgische, scheikundige en cosmetische experimenten.

In het jaar 1000 schreef hij zijn magnum opus: Kitab al-Tasrif een medisch encyclopedisch werk van 30 delen waarin hij verslag deed van zijn ervaringen en ontdekkingen als arts. In het boek beschreef hij hoe hij kankertumoren wegsneed of wegbrandde maar ook het omringende weefsel om uitzaaiingen te voorkomen. Hoe hij tot de ontdekking kwam dat hemofilie een erfelijke ziekte is. Hoe hij de chirurgische naald uitvond om wonden goed te hechten. Hoe hij ontdekte dat hechtdraad gemaakt van schapendarm door het menselijke lichaam wordt opgenomen en minder infecties veroorzaakt dan hechtdraad gemaakt van zijde bij inwendige hechtingen. Hoe hij als eerste op het idee kwam om gips te gebruiken bij botbreuken, als eerste verband maakte van katoen voor het stelpen en verbinden van wonden en ook de pleister uitvond. Hoe hij mensen onder narcose bracht voordat hij ze opereerde door hen een spons voor de neus te houden doordrenkt met opium en andere verdovende middelen. Hoe hij als eerste en manier bedacht om nierstenen eerst in het lichaam te verpulveren en daarna operatief te verwijderen. Hoe hij als eerste het bestaan van buitenbaarmoederlijk zwangerschap ontdekte. Hoe men losgekomen tanden weer vast kon zetten in het gebit. Hoe hij dierenkadavers en menselijke lijken ontleedde voor studiedoeleinden. Hoe hij 26 medische instrumenten ontwierp waaronder het speculum (eendenbek), de botzaag en de verlostang. Hoe hij aan plastische chirurgie deed en een manier vond om incisies en hechtingen te maken die het minst ontsierende littekens opleverden. Hoe hij gebruik maakte van sublimatie en distillatie bij het prepareren van sommige medicijnen. Hoe hij een zalf ontwierp die men op de borst moest smeren bij verkoudheid, een neusspray en vele andere zaken die hij in zijn lange loopbaan als arts leerde, ontdekte of ontwierp.

Verder schreef hij over de relatie arts en patiënt en dat een goede verstandhouding tussen beiden het genezingsproces bevorderde, de hippocratische eed en dat een arts daar ten alle tijden aan was gebonden en verplicht was iedere patiënt te behandelen ongeacht afkomst of status, de rol van voeding in het voorkomen en veroorzaken van ziektes, de relatie met zijn studenten waar hij altijd naar refereerde als zijnde zijn kinderen en dat wanneer men op ziekenbezoek ging men er goed aan deed bloemen mee te nemen voor de patiënt.

In Medina al-Zahra hield men er een luxe levensstijl op na en al-Zahrawi was niet te beroerd om naast zijn medische experimenten, patiënten en studenten, zich ook bezig te houden met de meer banalere lichaamsongemakken en lichaamsverfraaiing. Zo gebruikte hij zijn kennis als scheikundige om een deodorantroller te ontwerpen, een chemisch goedje om haar te verwijderen op ongewenste plekken, haarkleurspoelingen, middelen om het haar te stijlen of te laten krullen, een middel om tanden te bleken, een vorm van zonnebrandolie, mondwater, handcrèmes, lippenstift en verbeteringen in het fabricageproces van parfums.

Op 77 jarige leeftijd verruilde hij het ondermaanse voor het eeuwige te Cordoba in het jaar 1013, precies twee jaar nadat Berberhuurlingen zijn geliefde Medina al-Zahra hadden geplunderd en met de grond gelijk hadden gemaakt. Voor wie ooit nog eens in Cordoba terecht komt en door de oude stad struint, zal waarschijnlijk ook door de Calle Albucasis lopen en op nummer 6 een bronzen plaat aantreffen met het opschrift: Dit was het huis waar Abu al-Qasim woonde.

Kitab al-Tasrif werd in de twaalfde eeuw door Gerard van Cremona (1114 – 1187), in Toledo vertaald uit het Arabisch naar het Latijn en voor 500 jaar was het, het medische handboek bij uitstek in Europa voor artsen die zich in de chirurgie wilde bekwamen. Nog in de zestiende eeuw refereerde de Franse renaissance arts, chirurg, botanist, naturalist en filoloog Jaques Delechamps (1513-1588) in zijn werk met regelmaat naar het boek van zijn illustere Arabische voorganger. Men had zijn boek blijkbaar niet zo goed vertaald of begrepen want een aantal van zijn ontdekkingen zoals het gips en hechtdraad van schapendarmen werden pas in de 19e eeuw weer herontdekt of populair in Europa. Zo bedacht in 1851 de Nederlandse arts Antonius Mathijsen (1805 -1887) hetzelfde als zijn Arabische voorganger 900 jaar eerder had gedaan: Het gipsverband.

Mohammed is: Een Man (althans als men dat woord slechts als geslacht opvat), een Moslim (in hart en nieren totaal, echter in daad maar mondjes maat), een Maliki (maar tot zijn schande moet hij bekennen al-Muwatta nog nooit gelezen te hebben), een Afrikaan, een Noord-Afrikaan, een Maghrebijn, een Berber/Amazigh, een Riffijn, een Ayzenay, een Aqarou3, een Arabier (in culturele zin), een Westerling, een Europeaan, een Nederlander, een Hollander, een Zuid-Hollander, een Leidenaar, een Voorschotenaar, een Vlietwijker.

Lees andere stukken van