Voorpagina Islam, Maatschappelijk, Politiek

Da’s geen (Pla)sterk voorstel!

Plasterk heeft het er maar druk mee. Het is immers niet zo eenvoudig om een van de belangrijkste portefeuilles te beheren en dit nog zo publiekelijk acceptabel mogelijk te doen ook. Sinds zijn intrede als minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap verkeren politiek Den Haag en omstanders herhaaldelijk in rep en roep om zijn markant beleid.

Precies één jaar geleden zorgde hij met zijn even markante uitspraken over ‘Mein Kampf’ voor commotie alom. De nodige heisa eromheen was nog niet getemperd of onze minister aankomende masterstudenten ervan probeerde te weerhouden hun studie na de bachelor voort te zetten. Nu wil hij boerkavrij onderwijs en kondigt ie een twijfelachtig wetsvoorstel aan.

Het wetsvoorstel houdt in dat boerkadragende vrouwen zo’n beetje een terreinverbod opgelegd krijgen in  het volledige onderwijsstelsel, alleen hogescholen en universiteiten zouden vrij moeten zijn in de keuze voor het verbod. Zijn argumenten voor dit voorstel bereiken dezelfde toon als door, onder anderen, Wilders-gezinde aangehaalde retoriek. Gezichtsbedekking belemmert zodanig de interactie tussen mensen dat normale communicatie niet mogelijk is. Daarnaast moeten we elkaar ‘in de ogen’ kunnen kijken. Naar mijn weten kan dat gewoon, tenzij men de traditionele Afghaanse boerka met de gebruikelijkere chador of soms gezichtsonthullende Niqaab verwart. De ogen zijn daarin goed zichtbaar, kijk maar. 

Als alles meezit of tegenzit, het is maar hoe je erin zit, zal het primair, voortgezet en beroepsonderwijs een duidelijke weerspiegeling worden van óf de Nederlandse joods-christelijke standaarden óf van de steeds groeiende afkeer voor de ‘zwarte lap’. Mijn inziens gaat het nogmaals over een twijfelachtig voorstel, omdat alle instellingen van het hoger onderwijs het invoeren en toepassen van het verbod zelf mogen bepalen. Vreemd onderscheid. Stelt daar men soms minder waarde aan het oh zo belangrijk oogcontact?

Het onderwijs is onderhevig aan verandering en vernieuwing, zo luidt de consensus. Het toenemende lerarentekort, de uit de pan rijzende onderwijsuitgaven en tekortschietende onderricht zijn de afgelopen jaren daar goede voorbeelden van.  Terwijl docenten en hoogleraren de krantendiscussie domineren met een eventuele invoering van collegegelddifferentiatie en allerlei beloningssystemen als kostenbesparende maatregelen verdienen juist de in overvloed van top tot teen bedekte vrouwen Plasterks aandacht. Niet bepaald overtuigend als je voorheen eerder vijand dan vriend maakt door de duur van de studiefinanciering te willen verkorten en de doorstroom naar de gewaardeerde masters probeert te remmen.

Het boerkaverbod moet gelden voor personeel, leerlingen, ouders en anderen die het schoolterrein betreden terwijl het werkelijke draagvlak slechts een geringe groep vrouwen omvat. Naar schatting enkele honderden moslima’s waarvan de meeste de boerka pas op een latere leeftijd dragen, ongeveer op hun 17e of 18e en dus als ze de middelbare school hebben verlaten of bijna klaar zijn met het MBO. Bovendien vertonen deze vrouwen zich op incidentele basis in het openbaar en slechts een paar tientallen studenten of moeders zouden problemen met het verbod ondervinden. Waarom toch verbieden? Omdat deze aantallen, hoe klein ook, nu eenmaal islamitisch van aard zijn.

Het feit dat het algemeen boerkaverbod net opduikt wanneer de PvdA peilingen een nieuw historisch dieptepunt hebben bereikt en het kiezerspanorama er alles behalve rooskleurig uitziet voor Bos en zijn achterban, geeft het een en ander te denken. Wie zei ooit heel wijs ‘toeval bestaat niet’? In ieder geval niet als je als grote vis moet toezien hoe de kleinere visjes in het parlementaire vijver het restante visvoer (lees: voormalige PvdA zwevende kiezers) blijven afhappen. Aan Plasterk nu de taak om zelf ook een grote happoging te wagen om op gewicht te blijven.