Een paar jaar geleden zat ik nog regelmatig op de bank voetbal te kijken. Lezen over voetbal deed ik voornamelijk in kranten en tijdschriften. Af en toe pikte ik ergens een boek op. Zo leerde ik dat ik vooral de nostalgische component in het lezen over voetbal erg leuk vond, leuker eigenlijk nog dan de waan van de dag. Mijn broers en vader lazen voornamelijk de voetbalberichten in de Telegraaf, ikzelf later vooral de berichten in het Parool (tja, Ajax lees je in de krant van Amsterdam, logisch toch?). Vanaf mijn werk bestelde ik boeken over mijn favoriete clubs: Celtic FC, Ajax, de Schotse Premier League, Real Madrid, Athletic de Bilbao, de Priméra DÃvision. Via die boeken rolde ik dan weer verder het verleden in. Op gegeven moment ontdekte ik de vergetelheid. Een braakliggend terrein waar dat andere Celtic speelde, uit Belfast, en namen van mensen die slechts een enkel oudje links van Shankill Road nog zal herkennen. Een verhaal over Wilhelmina Vooruit uit de Watergraafsmeer, met een overwoekerde tribune (nu weer opgekalefaterd en gefuseerd met Hortus Eenheid Doet Winnen tot WV-HEDW). Vergeelde foto’s van voetballers met strakke scheidingen en pomenade in het haar; extra lange broeken (zoals ze nu eigenlijk vooral door de nationale teams van Iran en Saudie-Arabië worden gedragen). Ergens vond ik een foto van mijn opa toen hij nog op het seminarie zat. Een stuk of 12 mensen met zwarte shirts en broeken staan in klassieke seizoensopeningpose. Eerst dacht ik dat het mijn neefje was, maar achterop stond opa’s naam. Wat een krachtig beeld, zomaar overgeleverd uit de jaren ’20 van de vorige eeuw.
Tegenwoordig lees ik wat in de gratis kranten op de maandag en in het Parool of NRC nog een berichtje hier of daar. Maar mijn voetbalnostalgie lees ik voornamelijk uit in de serie Hard gras, een soort 2-maandelijks boekwerkje met voetbalverhalen erin. In de eerste paar jaar dat het verscheen was het echt feest, met allerlei verhalen uit vervlogen tijden met bijbehorend visueel vuurwerk in de vorm van zwartwitfoto’s. Met onderschriften waarin meestal slechts een paar namen genoemd werden; de rest waren vergeten gezichten. Af en toe stuurde een lezer een verhaal in, of werd iemand van de foto’s ontdekt. Dat was extra fijn.
In recente tijd leeft Hard gras vooral in themavorm. De kleinste voetballers; een jaar lang Heerenveen, Vitesse of Feyenoord gevolgd, Ajax tijdens de oorlog. Nu ligt er een ander themanummer voor me: "Typisch Marokkaans." Met gepast sarcasme introduceren de redacteuren het nummer: "zet een autochtone journalist tegenover een Marokkaanse voetballer en er rolt een standaardverhaal uit waarin de woorden ‘ramadan’ en ‘voorbeeldfunctie’ een hoofdrol spelen." Dus wat hebben ze gedaan? Marokkaans Nederlandse schrijvers op pad gestuurd om Marokkaans Nederlandse voetballers te interviewen.
Alhoewel het soms minder een interview is dan een zoektocht. Zo blijft de eenmalige Ajaxspits/Taxichauffeur Jamal Akachar lange tijd onvindbaar of onbereikbaar voor schrijver Tarik Fadili, die hem uiteindelijk tijdens zijn Marokkaanse zomervakantie in Tetouan opspoort. Als er wat gevonden wordt, is het ook meteen goud: wisten jullie bijvoorbeeld dat er maar één voetballer van Marokkaanse afkomst in de Vrouweneredivisie speelt? En dat die bij mij om de hoek woont? De opening van het portret is erg grappig: journaliste Samira Ahli komt het veld oplopen tijdens een wedstrijd om het onderwerp van haar verhaal, bankzitter Bouchra Moudou bij AZ, even gedag te zeggen. Afgezien van deze faux-pas is wat volgt een mooi en strak verhaal over een vrouw en haar zoektocht naar een leven in het voetbal.
Al met al, geen saai nummer – ook met Aisatti, Sal (van Ab), El Hamdaoui en Khalid Boudou (van de schnitzels) – hoewel ik de pomenade wel een beetje mis.
Eén reactie op "Hard gras, ofwel voetbalnostalgie"
Leuk geschreven Noureddine. Hard gras doet mij denken aan mijn basisschool periode. We voetbalden het hele jaar door, maar in de winter moest je oppassen.. Het door voetbalschoenen omgeploegde veld kon dan ineens veranderen in een gevaarlijk puntig, hard grasveld. Zo heb ik een keer mijn knie beschadigd waar ze pas zes jaar later achter kwamen: een stukje bot was na een val versplinterd en vormde al snel een grote bult op mijn knie. De huisarts dacht dat het een hormonale kwestie was die samenhing met mijn lichamelijke ontwikkeling, althans… zo heb ik het onthouden. Ik vind het nog steeds erg jammer dat ik vanwege het verbale geweld op het gras niet op voetbal mocht. Wat ik vooral zo leuk aan voetbal vind is dat als je een beetje kennis van voetbal hebt, alle sociaal, cultureel en etnische grenzen in het interculturele verkeer vervallen. Dat zie ik bij sommige vrienden van mij en daar kan ik werkelijk jaloers op zijn. Maar heerlijk om dit soort verhalen te lezen.