Wie oorlogsverslaggever Harald Doornbos volgt op Twitter weet dat je voorzichtig moet zijn met het klikken op linkjes. De beelden uit Syrië zijn vaak buitengewoon expliciet. Zo ook het filmpje wat hij woensdagavond twitterde; veel gedode strijders na beschietingen op een buitenwijk van Damascus.
Direct krijgt hij een reactie van een volger: “hoor ik daar op 2:11 nu Nederlands?” Inderdaad lijken enkele zinnen ‘verstaanbaar’ Nederlands te zijn. Een hoos aan twitter-berichten volgt en de video wordt door diverse media overgenomen. Als Doornbos een dag later bij Pauw en Witteman is om over zijn reis in Mali te vertellen moet er eerst over ‘dé video’ gesproken worden. Wie zijn deze jongens?
Nieuw zijn dit soort video’s niet. In 2005 werd de Amerikaan Stephen Tschiderer in Irak neergeschoten. De dader zou ‘Juba de Sluipschutter’ zijn; berucht omdat zijn daden vaak in online propaganda video’s terugkwamen. Maar het was de zin “En, heb je hem geraakt?” die te horen was, waardoor de video veel aandacht op Nederlandse websites en weblogs kreeg.
Of er daadwerkelijk Nederlands wordt gesproken in één van beide video’s blijft moeilijk te bewijzen. Wetenschappelijke onderzoeken tonen vrij consistent aan dat de menselijke waarneming grotendeels wordt gevoed vanuit de herinnering; wat we denken te zien wordt bepaald door wat we ooit gezien hebben en wat we denken te horen door wat we eerder gehoord hebben. De Jakhalzen van DWDD en Timur Perlin (3FM) brachten daarop tot grote hilariteit de zogenaamd ‘verborgen Nederlandse teksten’ in anderstalige liedjes in kaart; het brein laat zich graag foppen.
Maar als er inderdaad Nederlands wordt gesproken, is dat schokkend? Het is bekend dat er enkele Nederlandse jihadstrijders in Syrië actief zijn. Deze mensen wordt hier soms verweten ‘niet geïntegreerd’ te zijn en nu blijken ze in Syrië netjes Nederlands te praten. Opmerkelijk? Ja. Schokkend? Nee.
Schokkender is vooral onze eigen reactie. We zien een video van gedode mensen. Lichamen, bloed en de chaos van oorlog en het slagveld. Gedode mensen – mensen zoals jij en ik – die opgestapeld worden en afgevoerd uit de hel die Syrië heet. Maar dát is niet waar we het over hebben. Dát is niet wat ons schokt. Wij hebben het over een of meer Nederlands gesproken zinnen. Het gaat ons niet om ‘hen’ en ‘hun leed’, het gaat ons om ‘ons’ en ‘onze taal’.
2 Reacties op "In het heetst van de woordenstrijd"
Het zou best kunnen dat ook mijn bijdragen op Twitter meegenomen zijn bij de overwegingen die tot deze blog hebben geleid. Ik was tenminste de eerste die Harald Doornbos vroeg of het niet mogelijk was dat er sprake was van het ‘mamma-appelsap-effect’. Ik vroeg hem ook om uit te leggen wat het belang was voor de aandacht van de Nederlandse teksten. Er kwam geen antwoord, ik had zelfs de indruk dat Doornbos ‘not very amused’ was aan de twijfels van mij en anderen over de Nederlandstaligheid van de teksten. Uiteraard kan het zo zijn dat de teksten duidelijker zijn dan ik kon horen. Het schijnt zo te zijn dat je een koptelefoon nodig hebt met professionele ruisonderdrukking. Over die apparatuur beschik ik niet. Dus in eerste instantie vond ik de reactie van Harald wat overtrokken.
Maar, ook dat eerlijk gezegd, kan ik mij zijn reactie wel wat voorstellen als je werkelijk overtuigd bent Nederlandse stemmen te horen, en ziet dat de aandacht wordt afgeleid.
Een en ander heeft te maken met precies de redenen die Nourdeen noemt: ‘We zien een video van gedode mensen. Lichamen, bloed en de chaos van oorlog en het slagveld. Gedode mensen – mensen zoals jij en ik – die opgestapeld worden en afgevoerd uit de hel die Syrië heet’. Er zijn meer filmpjes verschenen. Doornbos meldt vrijwel iedere dag het aantal doden en komt met schokkende verhalen. Tegelijk is de aandacht daarvoor gering. Koert de Boeuff laat op twitter weten dat naarmate hij meer schrijft over Syrië, meer mensen hem ontvolgen. Het lijkt of de mensen er niets mee kunnen en daarom niets mee willen. Het maakt evenveel indruk op de mensen in Nederland en België als de bloedige verhalen uit de tijd van de kruistochten, de verovering van de Noord-Amerika, de eerste wereldoorlog en steeds meer ook de tweede wereldoorlog of de politionele acties in Indonesië: Het zal wel erg geweest zijn, maar het is niet in mijn wereld en ik kan en hoef er niets mee.
Precies die houding probeert het bericht over de Nederlandse stemmen te doorbreken. Die dode mannen, vrouwen en kinderen zijn nú in ónze wereld. Het is ook niet ver weg. Mensen die we misschien op straat zijn tegengekomen zijn daar ook. Wat wij hier doen in onze politiek en de manier waar we met elkaar omgaan heeft ook betekenis voor daar. Ook daar zijn mensen die zo met ons en ons land verbonden zijn dat ze zelfs onder omstandigheden van angst, woede en dood, in het Nederlands spreken. Het is wat iedere goede journalist doet: die verhalen die je te vertellen hebt zo verhalen, dat het de mensen herkenbaar voorkomt en hen iets zegt. Het is dat wat Harald Doornbos doet met zijn aandacht voor de Nederlands gesproken tekst in Syrië: de bevolking in Nederland en België duidelijk maken dat we de apocalyptische beelden uit Syrië niet mogen ervaren als een ver-van-mijn-bedshow.
Een Arabisch bloedbad heeft nieuwswaarde “Hond bijt man”, een Nederlands sprekende terrorist “Man bijt hond”.