Voorpagina Maatschappelijk

Hoe gestuurd ben jij?

Ik krijg zo vaak de vraag of ik echt, maar dan ook écht vrij ben om te geloven wat ik wil, dat ik besloten heb een hele column eraan te wijden. Dan kan ik er makkelijk naar verwijzen, wat erg handig is, gezien de regelmaat van deze vraag. Ook vandaag werd mij deze vraag voor de zoveelste keer gesteld en voor het eerst in al die keren stond ik enigzins met mijn mond vol tanden. De aanname van deze persoon in kwestie was, zelfs voor een moslima in hart en nieren als ik, plausibel genoeg om mijn eerdere volmondige ja op deze vraag in twijfel te trekken.

Er zijn ontelbare manieren om gedrag te sturen. Weet je nog dat je als klein kind een alternatief kreeg van je moeder die ze omringde met allerlei slechte scenario’s. als je weer eens heel stout was geweest? Of iets heel graag wilde hebben dat er gewoon niet in zat? Zo zat er niets anders op dan je bijdehante mondje dicht houden en in stilte huilen, óf dat ene speelgoed dat je zou krijgen op je buik te schrijven, óf dat ad hoc strafplekje in de hoek van de kamer voor onbepaalde tijd (en daarbij vergat ze niet die oh zo gevreesde ‘fysieke’ straf te vermelden). Zover heeft het natuurlijk noooooit hoeven te komen maar, geef toe, het was altijd wel voor je bestwil.

Waren dat de enige keuzes die je als kind had? Beslist niet. Wel waren ze de enige waar je uit mocht kiezen en zo hebben we al op heel jonge leeftijd moeten leren dat veel van jouw keuzes eerder de zogeheten ‘Hobson’s choices’ zijn; jammer alleen dat de meesten zich daar niet eens bewust van zijn. Jong geleerd is toch oud gedaan?

Dit zijn keuzes die voortvloeien uit het omringen van een alternatief met andere slechte en onaantrekkelijke opties, die mensen ertoe zullen zetten het beoogde alternatief te verkiezen boven de andere. Hierbij wekt men de indruk dat je voor een spontane en dus vrije keus staat, terwijl niets minder waar is. Ogenschijnlijk de beste keuzes, omdat de andere zorgvuldig gekozen alternatieven het er ook naar maken.

Maar wat heeft het te maken met de mate waarin ik in mijn geloofbelijdenis gestuurd ben door mijn omgeving en/of ouders? Alles. Als we tenminste de stelling van de genoemde persoon zouden aannemen. Je voelt het vast aankomen. Ervan uitgaande dat geloof puur gestuurd wordt door de aanhangende ouders, zou men in zekere mate kunnen stellen dat de keus van het kind voor het geloof kan worden gezien als een Hobson’s choice.

Hierbij is de aanname dat het kind zit ingekapseld heeft in eigen religieuze opvattingen door de al dan niet bewuste negatieve afschildering van de buitenwereld door de ouders. De ouder laat het kind (ofwel geleidelijk of intensief) kennismaken met het geloof door deze te presenteren als hét alternatief tussen het geheel. Men legt de nadruk op de kwaliteit en de goede vooruitzichten van het gepresenteerde geloof versus andere religies en/of levensstijlen die dat volgens hen niet bieden. Allemaal voor je bestwil.

Een dergelijke sturing van de gelovige veronderstelt een volledige uitsluiting van zijn persoonlijke vrijheid. Het probleem daarbij is dat meting van deze vrijheid bijna onmogelijk is en dat de gelovige er in de meeste gevallen heilig van overtuigd is dat die ouderlijke sturing beperkt is en hij zijn overgave aan het geloof uit eigen wil put. De plausibiliteit van de Hobsons gerelateerde aanname komt zeker niet zomaar uit de lucht vallen, maar de gelovige ziet juist de ouderlijke sturing als een essentieel onderdeel van zijn dogmatische praktijken. Daarnaast is de aanname slechts van speculerende aard, daar waar de gelovigen hun opvattingen als waarheid beschouwen.

In mijn geval, als moslima zijnde, denk ik dat mijn islamitische religiositeit zeker gestuurd is -de mate waarin blijft, nogmaals, moeilijk vast te stellen – maar de kracht in mijn keus zit niet in een quasi analytische afweging van mogelijkheden, zoals ik hierboven beschreef, maar in het innerlijke geloof dat dit mijn bestemming is en dat ik die religiositeit te danken heb aan die sturing van mijn ouders. Dát maakt het verschil tussen een ‘schijnbaar’ gelovig kind en een religieuze volwassene. De vrijheid in mijn keus komt voort uit de overtuiging in een islamitisch levenslot. Bij gebrek aan die persoonlijke overtuiging, kun je nog de meest gestuurde islamitische opvoeding hebben genoten, maar zul je vroeg of laat je koers wijzigen.