Voorpagina Ervaringen, Islam

‘Je geloof is iets voor jezelf’

Dat de islam op diverse manier te praktiseren is, blijkt wel uit de twee moslima’s S. en H. Aan het uiterlijk van S. is niet te zien dat zij moslim is. Haar donkere haren glanzen in het zonlicht terwijl ze op haar haklaarzen sierlijk over straat loopt. “Niemand is perfect,” stelt S.  H. daarentegen bedekt haar schoonheid met een hijaab en houdt zich strikt aan de vijf zuilen. “Ik wil altijd een zuivere intentie hebben bij elke daad die ik verricht.”

Respect voor medemens
Ondanks de uiterlijke verschillen, is het uitgangspunt van hun geloof bij beide moslima’s hetzelfde: het zijn van een goed persoon. “De intentie die ik heb bij een daad moet zuiver zijn. Daden met een verkeerde intentie hebben geen waarde,” legt H. uit. “Elke dag probeer ik goede daden te verrichten, want het gedrag is binnen de islam erg belangrijk. Ik houd me aan de vijf zuilen, zo bid ik dagelijks vijf keer.” Haar uiterlijk bedekt ze zorgvuldig met wijde kleding en een hoofddoek, terwijl aan S. niet te zien is dat zij moslim is. Dit zorgt wel eens voor een hilarisch voorval, bijvoorbeeld wanneer S. les geeft: “Als ik iets tegen mijn leerlingen in het Arabisch zeg, kijken ze mij vragend aan. Dat verwachten ze niet van mij. Zij vinden het heel grappig dat ik Arabische woorden gebruik.”

Op 21-jarige leeftijd heeft H. al de Hadj gedaan. Dit wil S. pas doen als ze de vijftig jaar is gepasseerd: “Er gaat zoveel aan vooraf en bij terugkomst moet je echt gaan oppassen met wat je doet. Wat bij mij voorop staat, is respect hebben voor mensen. Ik heb geen kwade bedoelingen en ik wil mensen goed behandelen.” Zij houdt zich minder stikt aan de vijf zuilen, maar ze laat varkensvlees staan en ze doet mee aan feestdagen. “Hoewel ik de ramadan nooit helemaal afmaak.” Bidden doet ze op haar eigen manier, voor het slapen gaan bijvoorbeeld. “Allah is onderdeel van mijn leven en ik ben ontelbare keren per dag tot hem gericht. Ik communiceer dan met God door hem te bedanken en hem te vragen om mij de goede weg te wijzen.”

Wereld van verschillen
Voor een groot deel is de verschillende wijze van praktiseren te verklaren door hun afkomst en opvoeding. “Ik werd door mijn ouders islamitisch opgevoed. Mijn vader is een imam. Hij was de voorganger in de moskee en onderwees mensen over de islam,” vertelt H. “Momenteel onderwijst hij alle imams uit Utrecht en spreekt hij over dagelijkse problemen. Hij en mijn moeder houden zich strikt aan de vijf zuilen.” Daarnaast ging H. naar een islamitische school. “Op deze school zaten leerlingen met verschillende nationaliteiten, hoewel zij wel allemaal moslim waren. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik een sterke islamitische identiteit heb ontwikkeld.”

S. heef tot haar veertiende in Bosnië gewoond, waar het merendeel van de bevolking islamitisch is. “Toch is dit niet te zien aan de inwoners. Je ziet weinig vrouwen met een hoofddoek in Bosnië en bijna alle kinderen gaan naar een openbare school. Dit was ook bij mij het geval.” Hoewel S. haar ouders ook islamitisch zijn, was dit niet duidelijk te zien. “Bij ons thuis speelde het geloof geen zichtbare rol. Dat komt omdat mijn vader communistisch was en niet zoveel heeft met het geloof. Mijn moeder praktiseert het geloof meer in de taal, door er veel over te praten. Maar we leefden er wel naar; we hielden bijvoorbeeld rekening met feestdagen.”

Trouwen uit liefde of uit geloofsovertuigingen
“Mijn man is atheïst,” vertelt S. “Hij heeft niet zoveel met geloof, maar gelooft wel dat er meer is tussen hemel en aarde. Het scheelt dat ik niet zo praktiserend ben, dus dat botst niet.” Ook H. is getrouwd, maar bij hen is het geloof wel een belangrijk onderdeel van hun relatie. “We steunen elkaar om het goede te doen door veel met het geloof bezig te zijn. Omdat hij net als ik moslim is, vreest hij God. Hij zou mij nooit onrecht aandoen. Een moslim erkent de hoge positie die de vrouw heeft binnen de Islam en zal daarom zijn vrouw beschermen en haar als een parel behandelen.”

Geloof is veilige thuishaven
“Ik ben nooit allen: Allah is mijn Bescherming. Hij heeft mij veel gegeven en is altijd goed voor mij geweest,” vertelt H. “Helaas ben ik soms koppig en eigenwijs en wil ik iets anders dan Hij voor mij wil. Hij waarschuwt mij dan altijd, maar geeft mij wel de vrijheid om fouten te maken en om ervan te leren.”

Ook S. merkt haar eigen fouten op en is nog erg zoekende naar wat bij haar past in het geloof. “In de Koran staat hoe ik mij moet kleden, maar voor mij is het niet duidelijk of een hoofddoek daar bij hoort. Je moet keuzes maken. Eigenlijk is een geloof hetzelfde als de wet: je weet dat je niet door rood mag rijden maar soms doe je dat toch. Nobody is perfect; alleen God.”

Hierop reageert H.: “De Islam is voor mij mijn thuis. Het is een veilige, warme en prachtige plek. De Islam is gekomen om alle gelovigen uit de diverse ontstane godsdiensten weer samen te brengen tot het geloof in de Enige God. De Koran is geopenbaard om mensen weer tot elkaar te brengen in plaats van te verdelen. Het is voor mij mijn huis dat ik van Allah heb gekregen, dat aan alles voldoet en tegen elke verwachting ingaat. Toch ben ik mijn huis nog aan het ontdekken, omdat het zo groot is. Elke keer weer kom ik een nieuw meubilair tegen of ontdek ik een nieuwe gang of kamer. Soms maak ik fouten: dan loop ik de kledingkast in terwijl ik naar de keuken moest. Dan ben ik heel even de weg kwijt. Op zulke momenten vraag ik aan Allah om mij naar het rechte pad te leiden.”

Geloof is iets voor jezelf
S. wil meer gaan leven naar de regels van het geloof: “De dingen die vaststaan wil ik gaan gehoorzamen en daarmee word ik betere moslim.” H. reageert: “Ik respecteer jouw vrije interpretatie, maar ik wens wel ik dat alle moslims zich bewuster bezig gaat houden met het geloof en gaan ervaren hoe zoet het is.” “Ik moet ook niet zo rebels zijn, maar meer gaan luisteren naar gelovigen,” geeft S. toe. “Toch denkt iedereen op een andere manier. Als je gelooft, dan geloof je in God. Voor de rest hoef je aan niemand verantwoording af te leggen, alleen voor jezelf en aan God. Het is jouw relatie met God. Je geloof is iets voor jezelf.”

Om privacyredenen zijn de namen van de moslima’s weggelaten.

Foto: Jaap Steinvoorte via photopin cc

Marjolein de Wit studeert journalistiek in Utrecht. In het kader van haar opleiding en uit nieuwsgierigheid en belangstelling naar de Islam heeft ze vijf weken geleefd als een moslima. Zij wilde ervaren hoe de samenleving op haar reageert wanneer zij lichaamsbedekkende kleding, zoals een hoofddoek, draagt. Ook gaat zij in gesprek met moslims over hun geloof.

Lees andere stukken van Marjolein