Voorpagina Politiek

Aparte wetgeving antisemitisme schept rechtsongelijkheid

Als het aan het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) ligt, komt er speciale wetgeving voor de bestrijding van antisemitisme. Het CIDI stelt dat antisemitisme, vanwege zijn bijzondere geschiedenis, een aparte plaats moet innemen in het Nederlandse recht in de bestrijding van discriminatie. Ook pleit zij voor strengere wetgeving op de digitale snelweg. Gelukkig is minister Donner niet ingegaan op de politiek geïnspireerde wens van het CIDI.

Politiek geïnspireerd, omdat Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet voldoende ruimte en rechtsbescherming biedt voor de bestrijding van discriminatie en (in)direct het antisemitisme. In Artikel 1 staat namelijk het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod geformuleerd. Het eerste geeft aan dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden en laatste dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, niet is toegestaan.

In het Nederlandse strafrecht zijn, ook ter bescherming van burgers, enkele wetten opgenomen die moeten voorkomen dat de burgerlijk ongehoorzamen zich schuldig maken aan strafbare feiten als discriminatie, haatzaaien, oproepen tot geweld etc. Met die kennis op zak rijst de vraag wat het CIDI moveert om de toenmalige minister van Justitie te verzoeken apart beleid te ontwikkelen voor de bestrijding van antisemitisme. Het antwoord laat even op zich wachten…

Maar dan verschijnt Geert Wilders voor de microfoon van de NOS. Zijn onbesuisde uitspraken op de bekendmaking van het Gerechtshof in Amsterdam om hem te vervolgen voor zijn anti-islamitische uitspraken, heeft mij op het antwoord gebracht. Wilders noemt het besluit van het Gerechtshof in Amsterdam "aanslag op de vrijheid van meningsuiting", maar daar hoef je echt geen Wilders-kenner voor te zijn. Ikzelf beschouw het onzorgvuldig gebruik van het recht op de vrijheid van meningsuiting als een aanslag op de vrijheid van meningsuiting.

Wilders zou Wilders niet zijn als hij de PVV-kiezers buiten het politieke kat-en-muis spel zou laten. Volgens de fantast Wilders "zetten ze (de dames en heren van het op een na belangrijkste rechtscollege in dit land) de vrijheid van meningsuiting opzij". Wilders vindt het natuurlijk erg, hoe kan het ook anders, dat niet alleen hij straks voor de rechter moet verschijnen, maar ook de honderdduizenden mensen die op de PVV hebben gestemd. Iedereen die kritiek heeft op de islam moet terecht staan, aldus Wilders.

Natuurlijk is dit grote onzin. Niemand in dit land hoeft terecht te staan voor kritiek op de islam, mits een aantal spelregels in acht wordt genomen. Het gaat op de eerste plaats niet om de schreeuwerige toon, maar om de abjecte opmerking van Wilders om het heilige boek van 1,5 miljard moslims te vergelijken met Mein Kampf. De leider van de PVV wordt naar zeggen belemmerd in zijn functioneren als parlementariër. In de Tweede Kamer geniet Wilders immuniteit, maar daarbuiten gelden andere regels. Wilders rept desgevraagd over rechtsongelijkheid.

Afshin Ellian, een reeds lang geleden omhoog gevallen Elsevierende rechtsfilosoof, die het contact met de realiteit is verloren, vindt het maar raar. Raar, omdat scribenten wel de vrijheid hebben om de grenzen van het vrije woord op te zoeken en incidenteel te passeren. Er is echter een belangrijk verschil dat aan de aandacht van Ellian is ontsnapt. Columnisten vertegenwoordigen geen politieke achterban en hebben geen stemmers die hun idolen in het regeringscentrum van de macht kunnen helpen. Een ding hebben ze wel gemeen: maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat is waar Wilders voortdurend verstek laat gaan. Wilders blijft akelig stil en er klinkt geen gezoem uit zijn mond als het CIDI de vrijheid van meningsuiting wil beknotten middels aparte wetgeving om zogenaamd antisemitisme te bestrijden.

Het gaat het CIDI primair, niet om de bestrijding van het antisemitisme maar om de critici van de politiek van de staat Israël sneller aan te kunnen klagen wegens vermeend antisemitisme. Door te pleiten voor aparte wetgeving kiest het CIDI niet alleen bewust voor het creëren van rechtsongelijkheid, maar worden niet-joden gediscrimineerd en genieten joodse burgers extra bescherming. Dergelijke apartheidspolitiek hoort misschien in Israël, maar niet in Nederland thuis.

Vandaag heb ik u willen wijzen op de discrepantie die dreigt te ontstaan binnen het Nederlandse rechtssysteem. De enige juiste oplossing om tot een vreedzame, harmonieuze en pluriforme samenleving te komen, is voorkomen dat bepaalde religieuze en etnische bevolkingsgroepen meer rechten krijgen bij wet dan anderen. We stellen het anti-islamisme en antisemitisme op een lijn. Of we bepleiten bestaande en voorgenomen antisemitisme-wetgeving de toegang tot het recht te ontzeggen. Juist om discriminatie en rechtsongelijkheid te voorkomen.

Mijn liefde voor dit land is groter dan die van Geert Wilders. Ik ben verwikkeld in een polemische strijd met populisten, die zogenaamd het beste voor hebben met dit land. Ik ben Ata, beetje burgerlijk ongehoorzaam en al heel wat lentes jong. Mijn naam is seculier, mijn pen messcherp en voel me gelukkig nog altijd thuis in dit land. Ook ik blijf hier!

Lees andere stukken van Ata