1964. Ja, 1964. Het jaar waarin onze grootouders voor het eerst met veel hoop voet zetten op Nederlands bodem. Elk van hen had een andere droom. De een zou met het geld uit Nederland een nieuwe zaak beginnen en de ander zou een nieuwe tractor kunnen kopen voor zijn vader. Wel hadden ze een ding gemeen. Het verblijf in het “grijze land” was van tijdelijke duur.
Met een zak vol geld zouden ze zo snel mogelijk terugkeren naar hun mooie Turkije. Ja, “onze lieve grootouders”. Wij kleinkinderen zien jullie na zo’n 50 jaar inderdaad allemaal een voor een terugkeren. Echter, dikwijls in de achterkant van het vliegtuig verwikkeld in het lijkkleed.
50 jaar acculturatie, oftewel het veranderingsproces ten gevolge van contact met mensen met een andere culturele achtergrond, heeft er onder andere toe geleid dat de huidige derde generatie jongeren vele malen beter geschoold is en de Nederlandse taal steeds beter beheerst. In tegenstelling tot hun grootouders zijn er grote groepen Turkse Nederlanders die niet van plan zijn terug te keren. Dit zijn uiteraard mooie ontwikkelingen. Vraag blijft hoe het gesteld is met de Turkse taal van de huidige nieuwe generatie Turkse-Nederlanders en wat het effect is van (twee)taligheid op het welzijn en adaptatie van deze jongeren in Nederland.
Deze vragen kunnen worden beantwoord door gebruik te maken van de acculturatie attituden die worden onderscheiden. Onderzoek toont aan dat het acculturatieproces zich in vier verschillende manieren manifesteert. In het perspectief van de Turkse Nederlander kan acculturatie leiden tot (i) separatie. Separatie manifesteert zich als men de dominante-, in dit geval de Nederlandse cultuur van zich wegduwt en enkel bezig is met eigen cultuurbehoud. Het tegenovergestelde van separatie is (ii) assimilatie. Assimilatie doet zich voor als de Turkse Nederlander de eigen cultuur verwerpt en de dominante cultuur omarmt. De derde mogelijkheid is (iii) integratie, zonder twijfel een veel gehoord begrip. Integratie in de huidige context, betekent het meedoen met de Nederlandse samenleving met cultuurbehoud. (iiii) Marginalisatie, de laatste acculturatie-attitude, wordt beschreven als het onvermogen om mee te doen met de Nederlandse maatschappij terwijl men ook niet in staat is zich te identificeren met de eigen cultuur.
Uit onderzoek naar de relatie tussen acculturatie attitude en welbevinden komt naar voren dat integratie in de meeste gevallen leidt tot zowel betere psychologische, sociale als culturele adaptatie. Met andere woorden, Turkse-Nederlanders die, zich zowel kunnen identificeren met de Nederlandse als de Turkse cultuur oftewel met behoud van de eigen cultuur in staat zijn mee te draaien in de Nederlandse maatschappij, vertonen minder gedragsproblemen, zijn mentaal gezonder, gelukkiger, hebben meer zelfwaardering, zijn beter in staat sociale vriendschappen te vormen en presteren vaak ook beter.
Verrassend scoren Turkse-Nederlanders die separeren ook vrij hoog wat betreft welbevinden. Dit is voornamelijk van toepassing bij jongeren die een lage sociaal economische status hebben. Deze jongeren lijken dus meer gebaat als ze kunnen vasthouden aan bepaalde kenmerken van de eigen cultuur. Jongeren die zijn geassimileerd lijken het moeilijk te hebben in termen van welbevinden. Met name in landen waarin het politieke klimaat ten opzichte van minderheden op assimilatie is gericht.
Voor marginaliserende jongeren gelden verreweg de slechtste resultaten. Zij zitten tussen wal en schip en lijken naast psychologische ook identiteitsproblemen te ontwikkelen.
Nu rijst de vraag hoe het bovenstaande zich vertaalt in termen van taalbeheersing. Uit de vorige paragraaf kan worden opgemaakt dat Turkse Nederlanders het gelukkigst zijn als ze integreren. Separerende Turkse-Nederlanders lijken relatief ook gelukkig te zijn. Opvallend is dat bij zowel integratie als separatie cultuurbehoud essentieel is. En taal is zonder twijfel een belangrijke component van cultuur. Misschien zelfs de belangrijkste. Het is bij wijze van spreken een sleutel die de deuren van cultuur doet openen. Het is het middel dat ervoor zorgt dat men kennis kan inwinnen over de gebruiken, tradities, religie en historie van een cultuur.
Daarom lijkt het belangrijk voor Turkse-Nederlanders om het Turks te koesteren.
Samenvattend kan gezegd worden dat Turkse-Nederlanders gelukkig zijn als ze hun cultuur behouden. Als ze ook nog eens kunnen integreren zijn ze zelfs nog gelukkiger en succesvoller. Wat betreft taal betekent het voorgaande dat de koestering van het Turks grote voordelen biedt voor de Turkse minderheid. Turkse-Nederlanders die zowel het Turks als het Nederlands goed beheersen lijken in psychologisch en sociaal-cultureel opzicht het beste te presteren. De Koestering van de eigen taal in het algemeen en tweetaligheid in het bijzonder lijkt dus van groot belang voor een adequate ontwikkeling van Turks-Nederlandse jongeren.
In het licht van onderzoek dat is beschreven in dit essay, zou een variant van de in 2004 afgeschafte “onderwijs in allochtone talen” (AOLT) overwogen kunnen worden. Een andere implicatie is, lijkt, dat politici er verstandig aan zouden doen het algemeen heersende beeld van “assimilatie als ideale acculturatie attitude” bij te stellen. Dit kan door beleid te ontwikkelen dat enerzijds gericht is op het optimaliseren van deelname van de Turkse minderheid in de samenleving met uiteraard de nodige aandacht voor de Nederlandse taalachterstand van deze groep en anderzijds gericht is op het genereren van begrip voor de eigenheid van deze groep.
Cultuurbehoud met taal als bijzondere pijler zou gestimuleerd moeten worden door de overheid om er zorg voor de dragen dat we in de toekomst leven in een Nederland waarin Turkse-Nederlanders sterker in een schoenen staan en net als hun grootouders een significante bijdrage kunnen leveren aan dit mooie land.
10 Reacties op "‘Het is belangrijk voor Turkse Nederlanders om de Turkse taal te koesteren’"
Goed geschreven stuk. Ben het ook helemaal met je eens.
Heb wel interesse in het onderzoek waar je artikel op gebaseerd is. Zou je die kunnen delen?
“Cultuurbehoud met taal als bijzondere pijler zou gestimuleerd moeten worden door de overheid om er zorg voor de dragen dat we in de toekomst leven in een Nederland waarin Turkse-Nederlanders sterker in een schoenen staan en net als hun grootouders een significante bijdrage kunnen leveren aan dit mooie land….”
Wat een onzin ! Waar wil je nou wonen ? Hier of daar ? En wat spreken we hier ?
Juist, NEDERLANDS ! Wat is de toegevoegde waarde om turks te leren als je 99% van je tijd in Nederland verblijft ?
Mijn collega’s en ik hebben het altijd als uitermate onbeschoft ervaren als er Marokkaanse en/of Turkse collega’s plotseling in hun eigen gebrabbel overgingen…
Eigenlijk geeft men hier blijk van er niet bij te willen horen
Met dit soort artikelen wordt het wij-zij denken alleen maar in stand gehouden.
ik ben opgevoed met het idee dat als er andere mensen bij zijn je in nederland gewoon nederlands praat en in engeland engels. patois en Kreol praten we onderling. toch merk ik dat ik wel stiekem nederlands spreek als ik wil dat mensen mij niet verstaan in het buitenland, geen hond die dat verstaat. Zo praat ik ook surinaams als we iets over iemand willen zeggen dat meestal niet zo aardig is. Sorry!!! Ik zal het echt niet meer doen!
Op welke onderzoeken is dit stuk gebaseerd?
Op verzoek van de auteur hierbij de referenties:
Berry, J. W. (1997). Immigration, acculturation and adaptation. Applied Psychology: An International Review, 46, 5-34.
Geel, M. van, (2009). Acculturation, adaptation and multiculturalism among immigrant adolescents in junior vocational education. Doctoral thesis. Leiden University.
Knipscheer, J., Kleber, R. (2005). Psychologie en de multiculturele samenleving. Amsterdam. Boom Lemma Uitgevers
Vedder, P., Sam, L.D., Liebkind, K. (2007). The adaptation and acculturation of Turkish adolescents in Nort-Western Europe. Applied development science, 11, 126-136.
Meertalig zijn is mogelijk en je NL zal er ook niet onder lijden.
Ik ben geboren in Marokko en op 1 jarige leeftijd verhuisd naar een Kolonie van Spanje gelegen in Marokko. Ik ben pas op 7 jarige leeftijd naar Nederland gekomen.
Ik denk dat ik het te danken heb aan het feit dat ik mijn eigen cultuur niet uit het oog heb verloren. Op school was het Nederlands, Nederlands. Thuis aangekomen was het Tamazight i.c.m spaans en uiteraard de Marokaanse cultuur. Hierdoor heb ik mij goed kunnen ontwikkelen. En heb geen problemen gehad om me te ontwikkelen elhamdulilah.
ik vind dat Fatih een heel goede punt hier heeft met deze artikel. Intergreren en behoud van je eigen cultuur is zeer belangrijk in je ontwikkelingsprooces. Je kan je 100% inzetten in deze maatschappij hierdoor en je bent geen wildvreemde voor je eigen cultuur en dat geeft een goed gevoel. Ik ben geen onderzoeker maar praat uit eigen ervaring.
Ik ben een levend bewijs hiervan. Ik ben geen turk maar Marokkaan en zo zie je maar dat dit niet alleen voor turken geldt.
En hoe zit het met het behoud van het Koerds?!…niet hier in NL maar in Koerdistan zelf??!!!
Het mislukken van het integratiebeleid is grotendeels te danken aan het feit dat de Turkse en Marokkaanse staat de boel zo hebben gemanipuleerd dat de NL staat hun nationalistische en fascistische agenda is gaan dienen waardoor we nu te maken hebben met kippen zonder kop die hun liever dood willen Syrie of Kandahar en hun “on”heil zoeken in Qatar en verwegistan dan grote dromen in ambities na jagen hier in Amsterdam of verder in Silicon valley….daar tegenover doen de Chinezen en de Hindoestanen veel beter.Toch heb ik nooit iemand gehoord over het opleiden van boedhistische of hindoestische monnikken bij InHolland!!!
‘Uit onderzoek naar de relatie tussen …’ Het blijkt altijd weer erg lastig om die onderzoeksresultaten boven water te krijgen. Bedankt voor de bronnen hierboven. Ik neem aan dat je bekend bent met het werk van Guus Extra en Kutlay Yağmur?
Zit ‘cultuur’ in de genen? Mensen die in Nederland zijn opgegroeid en geschoold hebben meer verwantschap met de Nederlandse cultuur dan met die van hun (groot-)ouders die in een ander land zijn opgegroeid. Tweede en derde generaties spreken veelal ook de taal van het land van herkomst van hun (groot niet zeer goed.
Cultuur wordt niet genetisch bepaald maar door de omgeving waarin men opgroeit. En dat is meer de straat en het schoolplein dan het ouderlijk huis. De beheersing van de taal van de ouders of grootouders in ook niet optimaal. Vele Turken – voorbeeld uit eigen ervaring – komen er pas bij een langer verblijf in Turkije achter dat men meeer Nederlander is dan Turk.