Voorpagina Ervaringen, Spiritualiteit

Ongelukkigerwijs wijzer

Natuurlijk ben ik wel eens eerder geld kwijtgeraakt. Het is absoluut ook niet voor het eerst dat mijn fiets wordt gejat. Ik krijg wel vaker een boete. Een gecrashte laptop hoort zeer zeker tot een van mijn sporadische ergernissen. En wie mist nou nooit zijn bus, trein of metro? Allemaal afzonderlijke gebeurtenissen die je overkomen met of zonder een doel. Maar wat hebben ze eigenlijk te betekenen als ze, zoals in het onderstaande gezegde, je dagje ensemble komen bederven?

Een ongeluk komt zelden alleen, zeggen ze. Ik moet er ooit aan hebben getwijfeld, gezien de reeks aaneengesloten stroppen die mij dat voor eens en altijd duidelijk heeft gemaakt onlangs. Allemaal op één dag. Ik wil graag geloven dat het meer was dan een simpele ongeluksdag waarin soortgelijke tegenslagen je gemoedsgesteldheid ‘negativeren’: het was er een die zich prima leende voor een broodnodige sessie ‘leren relativeren’.

Ik weiger te geloven dat ik door een overdosis domme pech ben getroffen. Niet de aard of de overmatigheid van tegenspoed maar de gedachte dat zulke incidenten zomaar (kunnen) plaatsvinden, volkomen onbedoeld en betekenisloos, vind ik wreed; daarentegen het idee van noodlottige gebeurtenissen als gevolg van meeromvattende voorbeschikking buitengewoon geruststellend. Mijn geruststelling maakt het echter nog geen waarheid.

Kenmerkend aan de mens is de neiging tot verklaringen voor en betekenisgeving aan zijn leven. Zo ook als het gaat om voorwerpen, emoties, verschijnselen, gedragingen, menselijke hoedanigheden en, in dit geval, allerlei soorten gebeurtenissen. Wat maakt een ontmoeting puur toeval en wanneer wordt deze bepaald door voorbeschikking? Een groot deel van onze informatie halen wij uit de omstandigheden waarin de ontmoeting zich voordoet waarna we een persoonlijke betekenisgeving aan verbinden. Hoe lager de onverwachtsheid en kleiner het aantal beperkingen, des te eerder er sprake is van toeval. Het omgekeerde geldt bij overtuiging van voorbestemming.

Geloven in predestinatie wordt door sceptici en critici vaak gezien als een makkelijke poging in het begrijpen van de soms onverklaarbare dingen van het leven. Zoals bij ongelukken waarnaar wij machteloos en onbeholpen toekijken vanwege hun onvermijdelijkheid. Een achterhaalde geruststelling dus. Ervan uitgaan dat iets gewoon toeval is of onbedoeld en ongericht plaatsvindt, heeft wat mij betreft evengoed een geruststellende werking. Het gaat er in alle gevallen om dat je je erbij neerlegt en je het beste maakt van de ‘ongelukkige’ situatie waarin je verkeert, of het nou domme pech is of een complex onderdeel van een hogere plan.

Voordat ik een mislukte poging doe in het ontvouwen van de zin van het leven, kom ik terug op afgelopen zaterdag. Misschien zat een boodschap achter de merkwaardige hoeveelheid pech, misschien niet. En laat ik iets hebben opgestoken van mijn sessie ‘leren relativeren’: zo erg was mijn dag ook weer niet. Wel erg genoeg om me aan het denken te zetten en er een betekenis aan te geven. Ik had mijn gemoedstoestand kunnen laten verbruien of mij een ontzettende ongeluksvogel kunnen voelen maar ik bleef hoe dan ook glimlachen.

Voor de dag aan zijn eind kwam, voelde ik me in ieder geval wijzer. Daar waar ik een tijdje geleden beklagenswaardig en ellendig zou reageren, liet ik me nu niet van mijn stuk brengen. Ongelukkigerwijs besefte ik me dat ik wijzer ben. Toeval bestaat niet, maar mijn persoonlijke betekenisgeving aan die dag ga ik ook niet aan het lot overlaten.