Voorpagina Ervaringen

Vragen: Vruchtbaar, doch tikje vermoeiend

Iedereen die een geloof aanhangt (of er juist vanaf stapt) zal hier zijn of haar eigen redenen voor hebben. Soms is het voorafgegaan door jarenlange introspectie, soms een spontane actie waar later met spijt of juist met opluchting en gelukzaligheid op wordt teruggekeken. Zelf ervaar ik de aanleidingen voor mijn aanvaarding van Islam op verschillende momenten op verschillende wijzen.

Soms ervaar ik het islamitisch antwoord op levensvragen als directer en duidelijker dan van andere religies of overtuigingen. Soms vind ik de dankbaarheid die ik voel naar God leidend voor mijn keuze. Vaker nog voel ik juist dat mijn genetische opmaak alleen bij een staat van overgave aan God zich perfect thuis zou voelen.

Zo zat ik deze week voor de computer om voor mijn werk een persoonlijk ontwikkelingsplan te schrijven.

Dit is een soort voortgangsrapport van de cliënten/kinderen met wie ik werk. We proberen hierin als begeleidingsteam een beeld te schetsen van een kind met een aantal doelen en mogelijkheden waaraan we willen gaan werken. Dit klinkt misschien alsof het kind hierbij passief is, maar juist bij dit soort rapporten is het zaak om goed te kijken naar een kind om zijn/haar sterke punten te zien, maar ook zijn/haar eigen voorkeur voor een ontwikkelingsrichting. De goede begeleider zal zich dan ook vooral laten leiden door het kind en de ouders. Hiervoor moet je als begeleider ontzettend goed kijken naar een kind. Waar liggen de sterke punten, de mogelijkheden, de affiniteiten?

Wat me hierbij steeds weer opvalt, is dat je als begeleider soms iets ziet, dat een andere begeleider ook ziet, maar totaal anders interpreteert. Je moet de acties van een kind dus eigenlijk lezen en dan ook nog eens interpreteren.

Als mens ben je sowieso al continu de ander aan het interpreteren. Wat doet iemand en wat bedoelt hij of zij daarmee? Je zegt wel zus, maar hoe moet ik dit opvatten? Sommige mensen durven dan door te vragen naar iemands specifieke opvattingen of bedoelingen. Velen laten het erbij. Doorvragen is soms eng – wie weet krijg je iets te horen dat je niet bevalt. Dan moet je daar nog over na gaan denken ook, vervolgens het gesprek aangaan en tot een sortement begrip komen ook nog! Bweh, volwassenheid is stom.

En toch, en toch…

Ook als moslim behoor je hier continu mee bezig te zijn: de Qur’an vormt de basis, de overleveringen uit de Soennah de aanvullingen en verduidelijking, maar uiteindelijk is de ingang hiertot meestal je ‘docenten’. Die bestaan weer uit je docenten in de moskee of op school, je ouders, je broers of zussen, of gewoon broeders en zusters – iedereen doet, kijkt, zegt en interpreteert. Je zit er tussen en probeert na te denken, of misschien wel gewoon na te doen, na te volgen, of juist mensen na te kijken. Nadenken is beter, vermoed ik.

Je leest elkaar, interpreteert elkaar; leest of luistert naar de Qur’an, de overleveringen en probeert hieruit te halen wat je kunt: je rechten, plichten, aanbevelingen, verboden, tips voor een goed leven, omschrijvingen van wat we verstaan onder goedheid. Daarbij kom je allerlei zaken tegen die als bomen het bos voor je verhullen: mensen die je boeken uitleggen zoals die boeken aan hen zijn uitgelegd door de uitleg van deze of gene die de juiste, correcte uitleg heeft. Interpreteer alleen volgens die, die van hen en die van hunnie’s van hun. Goed advies indien verifieerbaar juist en leidend tot goede en zelfs betere dingen – naar zo objectief mogelijke maatstaf uiteraard.

Maar wie interpreteert dat dan weer? En wie of wat raken we kwijt onderweg? Of raken we juist dingen rijk die we helemaal niet wilden hebben?

Ik probeer mijn eigen ontwikkelingsplan dan ook te schrijven: wat zijn mijn affiniteiten, sterke punten of mogelijkheden? Ik probeer naar mezelf te kijken om hier achter te komen. Het blijkt dan al gauw dat ik er soms lelijk naast zit wat mijn eigen karakter en mogelijkheden betreft. Ik moet mijzelf meer lezen. Anderen ook bevragen. Hierover nadenken, nog meer vragen. Vervolgens die vragen ook mee terug nemen naar mijn inspiratiebronnen, Qur’an en Soennah, en uitvogelen, nadenken, overpeinzen, terugvragen.

En natuurlijk niet te vergeten om af en toe even naar buiten te komen om een rondje hard te lopen of een stuk te fietsen. Soms moet je al die levensvragen even wegblazen in het tumult van een polderwind.

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van