Voorpagina Media

Gek, geen terrorist

Karst zou, op basis van zijn daad en de criteria van het woord, legitiem als ‘terrorist’ moeten worden betiteld. Waarom wordt er dan toch voor een andere term gekozen? Vanuit de kritische linguïstiek is er over deze selectiviteit één duidelijke conclusie te trekken: het selectief gebruik van bepaalde termen wijst op ideologische veronderstellingen die voortdurend onbesproken blijven. De politieke en journalistieke meute heeft tijdens het proclameren van de waarheid besloten dat de feitelijke definitie te algemeen is. Bij terroristische aanslagen moeten georganiseerde, ideologische of religieuze beweegredenen aan te wijzen zijn. Aangezien het westen zichzelf vooral prijst om het ‘gezonde verstand’ – niet of nauwelijks religieus of ideologisch aangelegd zegt te zijn – kan het zich volgens die theorie onmogelijk aan terrorisme schuldig maken. Die vrijwaring is ook aan Karst gegund. ‘Hij was gewoon gek, maar absoluut geen terrorist’.

Niemand deelt exact dezelfde culturele codes, maar we kunnen toch wel van gedeelde wereldbeelden spreken. Vanuit het eurocentrisch perspectief is er voor de term ‘terrorist’ een gemeenschappelijke consensus bedacht. Dé terrorist is op basis van de dominante berichtgeving, sinds elf september te herkennen aan een baard en lange jurk. Het beeld van dé terrorist is ingeburgerd en vastgenageld; vastgeroest door herhalingen en bevestigingen. Dé terrorist is de ultieme vijand van onze ‘superieure’ beschaving en kan onmogelijk zijn gevormd door het eigen systeem. Enkele voorbeelden. Volkert is minder terrorist dan Mohammed, Karst is minder terrorist dan Samir, George is minder terrorist dan Osama, de schoolschutters zijn minder terrorist dan die debielen in Mumbai. Kortom, dé terrorist is een geuzennaam voor de gewelddadige fundamentalistische moslim. 

‘Door de etiketten die we gebruiken om een object of gebeurtenis te beschrijven kunnen we die zo definiëren dat de ontvanger van de boodschap onze definitie van de situatie aanvaardt, en dus al voor-overtuigd is voordat we nog maar aan een serieuze discussie beginnen’. (Pratkanis & Aronson).

Binnen het gesloten raamwerk van ideeën is het niet gewenst om onduidelijkheden te verspreiden. Indien er in dit geval toch van een terrorist zou worden uitgegaan, zou er sprake zijn geweest van een zeldzame ‘out-of-the-box-constructie’, die wellicht niet zal worden begrepen door de gewone burger. Het ontkracht het heersende beeld van de stereotype terrorist en dat wordt (on)bewust via allerlei institiuties bestreden. Dit proces wordt ook wel ‘cognitieve dissonantie’ genoemd: informatie wat niet in het wereldbeeld past wordt achtergehouden, gebagatelliseerd of betwist. Het dominante wereldbeeld wordt dus met middelen – zoals media, onderwijs en politiek – in stand gehouden. Je ziet het eigenlijk overal; in de kranten, in de kroegen, op universiteiten; maar ook in discussies en artikelen op deze website.

‘Op het niveau van het sociale leven speelt de zogenoemde aanpassing van de mens aan zijn omgeving zich werkelijk af door middel van ficties. Met ficties bedoel ik geen leugens. Ik bedoel een voorstelling van de omgeving, die in meer of mindere mate gemaakt is door de mens zelf’. (Walter Lippmann, Public opinion, pp. 13-15).

Binnen die pseudo-omgeving wordt er stiekem geanticipeerd op ‘echte’ terroristische aanvallen. Men heeft al ‘voorspeld’ dat er gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Met die kant-en-klare nieuwsitems in het vooruitzicht zal het onverwachte, buitengewone, en abnormale binnen een raamwerk van wat verwacht, gewoon of normaal is worden geherdefinieerd. In die definitie van het conflict wordt er bij voorkeur geconstrueerd rondom bepaalde demografische categorieën als nationaliteit of religiositeit. Deze tendens zorgt voor veel spanningen binnen de maatschappij, die tegelijkertijd debet zijn aan de centrale oneliner: Als het maar geen moslim is! We weten namelijk met zijn allen wat voor gevolgen dit teweeg zal brengen. Gevolgen waar (gelukkig) de meesten van ons niet op zitten te wachten..

Tenslotte kan ik iedereen ‘De schepping van de wereld in het nieuws’ en ‘Public opinion’ aanraden. Deze boeken beschrijven heel nauwkeurig hoe dit proces van selectieve articulatie op maatschappelijk en institutioneel niveau is ingeburgerd.

Abdelkarim. Voormalig hoofdredacteur van Wijblijvenhier.nl. Documentairemaker. Is geboren in de Zeeuwse contreien en wist al op vroege leeftijd dat het boerenleven niet voor hem was weggelegd. Hij besloot om zijn hooivork aan de wilgen te hangen, de koeien vaarwel te zeggen en zijn geluk te beproeven in Rotterdam. Hij studeerde Nieuwe Media aan de Universiteit van Amsterdam, was als journalist werkzaam bij de VARA, columnist voor KRO Hemelbestormers en Joop.nl, praat graag tegen vreemden, schaamt zich slechts voor zijn tenen en hoopt dat zijn levensmotto ooit de geschiedenisboeken ingaat: "Als je een geit een jurk cadeau geeft, weet je nooit wat er gebeurt"

Lees andere stukken van Abdelkarim