Voorpagina Algemeen

‘Ik wil best bij De Wereld Draait Door zitten, maar alleen als ze de tafel veranderen’

De Marokkaans-Nederlandse Hoda Hamdaoui – die opgegroeid is in Veenendaal – komt uit een gezin van vier zussen en één broer; een typisch Marokkaans gezin. In 2011 begon Hoda met haar tijdschrift HODA. Met haar magazine wil ze Marokkanen in een positief daglicht stellen, want volgens haar zijn er genoeg negatieve verhalen te vinden over Marokkanen in Nederland.

Foto: M.E. Amrani

Over drie maanden bestaat Hoda Hamdaoui’s tijdschrift HODA twee jaar. Het is de eerste glossy die gericht is op de Marokkaans-Nederlandse vrouw. Haar vader (moge hij in vrede rusten) was een paar maanden voor de eerste uitgave overleden aan kanker. Tijdens deze periode heeft ze zich bezig gehouden met het ontwikkelen van haar tijdschrift, ter afleiding.
‘Twee maanden voordat het blad uitkwam was hij overleden. We hebben het eerste nummer van Hoda niet gelanceerd, omdat mijn vader net was overleden. Ik heb geluk gehad met free publicity, ik heb er echt heel veel aan gehad en daar ben ik dankbaar voor. Bij het tweede nummer zei mijn moeder: ‘Misschien moet je nu een soort “feestje” houden.’ Eigenlijk hebben we het tweede nummer pas gelanceerd bij Coffee Mania en no budget. Mijn moeder had Briwat en koekjes gemaakt en mijn zus was het aan serveren. Het was een fijne intieme, familiaire bijenkomst. Maar na twee jaar blijft het moeilijk. Ik heb nog steeds momenten dat ik erom moet huilen en dat doe ik dan meestal alleen.’

Waarom huil je dan alleen?
‘Tjah, het is een schild, een soort van bescherming . Niet dat ik bij anderen niet huil, maar omdat ik veel bezig ben met het tijdschrift moet ik vaak aan hem denken. Omdat alles aan het tijdschrift mij aan de periode herinnert van zijn overlijden.’

Wat zou jouw vader tegen jou hebben gezegd over hoe je nu bezig bent met je tijdschrift als hij nu nog zou hebben geleefd? ‘Ik weet niet of hij het tegen mij zou zeggen, maar wel tegen anderen. Want hij heeft ook nooit tegen mij gezegd dat hij trots op mij was, maar wel tegen anderen. Ik denk dat hij er meer grapjes om zou maken, want mijn vader was heel grappig. Maar hij zou natuurlijk hartstikke trots en blij zijn en ik weet dat hij dat is.’

En wat vindt jouw moeder van je werk? ‘Zij maakt zich een beetje  zorgen dat ik te hard werk, want zij maakt het allemaal mee. Zij maakt mij ook mee als ik heel erg gestrest ben. En als ik echt gestrest ben, dan kan ik gewoon…ja dan merk je het wel, laat ik het maar zo zeggen (lacht)’.

Ik heb een aantal interviews van jou gelezen en jouw vader kwam heel vaak ter sprake tijdens deze interviews (logisch), maar wat betekent jouw moeder voor jou?
‘Mijn moeder is lief, maar  ze komt heel streng over. Dat heb ik wel van haar, dat mensen die mij niet kennen denken: ‘Wat een mens.’ Maar wat ik heel goed van haar vind, is hoe zij eigenlijk vroeger – toen er niet zoveel geld was –  alle eindjes aan elkaar heeft geknoopt. Als kind merkte ik er niks van. Achteraf denk ik: Eigenlijk was er niet zo veel geld. Zij heeft er voor gezorgd dat we op vakantie konden. Zie je nu nog een vrouw met zo veel kinderen en die niet overspannen raakt en de was en afwas met haar handen doet? Dit terwijl je man in het buitenland zit?’

In het begin van Hoda magazine schreef je zelf de adressen op de enveloppen en verstuurde je het magazine naar de lezers. Maar er kwam zo veel binnen dat jouw moeder je ging helpen met het tijdschrift in de enveloppen te stoppen, dicht te plakken en postzegels erop doen. Snapt je moeder eigenlijk wel waar je mee bezig bent, aangezien het misschien een ver-van-haar-bed-show is?
‘Ja, dat wel. Ze kan het niet goed lezen maar ze bladert er weleens in en soms lees ik wel dingen voor haar uit het tijdschrift voor. Ze spaart ook alle edities van de Hoda. Ze houdt ook een soort van knipselboek bij van artikelen waar ik in sta. Dus als ik in een krant sta, dan moet ik bijvoorbeeld tegen een NRC zeggen: “Kunnen jullie er twee sturen, want mijn moeder knipt de artikelen?” En als ik op het internet sta of op tv kom, dan laat ik dat haar ook zien. Maar het is heel fijn dat ze me steunt ondanks dat het een ver-van-mijn-bed-show voor haar is. Mijn moeder maakt ook dingen bij evenementen voor me. Het nummer met Boutaina Azzabi hadden we een Macigal Sunday, toen heeft mijn moeder ook weer gewoon hapjes gemaakt.’

Bij het lanceren van jouw tijdschrift had je gezegd dat je Hoda magazine ook in Duitsland wil verkopen. Heb je die droom nog steeds?
‘Dat weet ik niet. Het is hier in Nederland al heel veel werk. Voor mij is het nu veel belangrijker om de komende jaren de oplage te verhogen. Een ander belangrijk doel is dat van het tijdschrift een tweemaandelijkse editie komt. En het allerbelangrijkst is dat iedereen betaald kan worden die voor mij werkt. Ik heb een paar abonnees in Duitsland – wel een handje vol hoor – die het niet begrijpen als ze het lezen, maar ze vinden het blad gewoon leuk om te hebben.’

Heb je nog meer doelen?
‘Ja, een ander doel van mij – want dit tijdschrift is een middel om de jonge, Marokkaanse generatie een podium te bieden – is dat er meer positiviteit is over Marokkanen en dat ze herkenbare rolmodellen hebben. In welke vorm dat doel wordt bereikt maakt mij niet uit, maar ik heb voor een magazine gekozen om dit te bereiken. Het volgende wat ik eigenlijk wil, is dat de witte bladen en kranten wat meer kleur krijgen. Ik wil dus heel graag een column hebben in…(denkt na).

De LINDA, bijvoorbeeld?
‘Ja, in de LINDA, Grazia, de Glamour, Metro of de Volkskrant. Dat zou ik graag willen, alleen om die kleur erin te brengen.’

Maar puur en alleen om de kleur of wil je ook iets met de onderwerpen bereiken waarover je gaat schrijven?
‘Kijk, ik schrijf nooit over heftige onderwerpen. Ik vind het juist leuk dat mijn dagelijkse dingen een Marokkaans tintje hebben. Als mensen dat lezen en er een beetje voor open staan, dan kunnen ze denken: ‘Ohh jah, wat leuk!’ Want men vaak zegt: ‘Wat de boer niet kent dat vreet hij niet’, dat verander je dan en hierdoor zullen ze er wel meer over gaan weten. Behalve als je bekrompen bent, dan zal het nooit veranderen.’

Wat wil je gaan ondernemen om dit te gaan bereiken?
‘Jah, weet je; tot nu toe is alles een beetje op mijn pad gekomen en dat is best een luxe. Het komt allemaal vanzelf, dus ik kan er niet veel over vertellen, maar ik ben wel bezig met dingen.’

Is de rol van tafeldame bij de De Wereld Draait Door iets voor jou, aangezien er weinig vrouwen op televisie te zien zijn en je het grote publiek kennis kan laten maken met een Marokkaan?
‘Alleen als ze de tafel veranderen. Dit is mijn slechte kant (wijst naar de rechterhelft van haar gezicht en lacht), dus ik moet aan de kant zitten van de gasten. Maar Ik ben sowieso fan van Matthijs van Nieuwkerk en DWWD (red.). En ik vind het super leuk dat Ali B vaak tafelheer is. Je hebt altijd een onderwerp aan het begin van de uitzending als tafelheer of –vrouw waarover je mag praten, en dat is je kans om een onderwerp onder de aandacht te brengen. Zoals laatst, toen had Ali (red.) het over een Palestijnse documentairemaker. Ik vind het goed dat hij dat doet. Je mag me dus best voordragen als tafeldame, maar dan wil ik wel aan de andere kant zitten.’

Je blogt ook voor veenendaaldoet.nl. Vaak zit er een Marokkaans tintje aan je blogs. Bijvoorbeeld dat je een jurk uit Marrakech hebt gekocht. Waarom doe je dat?
‘Omdat ik vind dat Marokkanen altijd in het nieuws komen als het negatief is. Ik vind het bijna onze plicht dat als wij iets goeds doen het Marokkaanse benadrukken, zodat die weegschaal een beetje in evenwicht komt. Als je goed bezig bent en je noemt niet dat je Marokkaans bent, dan word je als Nederlander gezien. Hierdoor komen mensen er nooit achter dat er goeie Marokkanen zijn. Het is overdreven, maar ik vind dat je het moet benoemen. Helaas weet ik dat heel veel mensen dat niet willen doen, en dat is prima.’

Maar waarom willen ze dat volgens jou niet doen?
‘Er zijn ook mensen die zeggen: ‘ Waarom zou ik? En die willen niet positief gediscrimineerd worden om bij een werkgever te gaan werken, omdat hij op zoek is naar een Marokkaan. Terwijl ik denk: Zo’n werkgever wil een gemixt team hebben: jong/oud, man/vrouw én gekleurd. Ik vind het prima om positief gediscrimineerd te worden, want uiteindelijk word je voor je kwaliteiten aangenomen. Het is niet zo dat hij de eerste, beste Marokkaan gaat aannemen. Maar hetzelfde heb je met rolmodellen. Er zijn mensen die zeggen: ‘Je hoeft geen Marokkaans rolmodel te hebben’, maar natuurlijk moet je een Marokkaans rolmodel hebben, want wat heb je aan een: Tineke, Saskia of Jacqueline?!’

Ik begrijp dat er meer “positieve” Marokkanen op de voorgrond moeten treden, maar waarom zou ik niks aan een Saskia hebben?
‘Als een  jong iemand vind ik dat je een voorbeeldfiguur moet hebben. Je hebt bijvoorbeeld beroepenmarkten op school. Ik heb daar wel eens aan meegedaan, maar alleen op zwarte scholen omdat ik denk: Een witte school, daar ga ik niet mijn tijd insteken, want ik doe het toch vrijwillig. Maar als ik op een zwarte school ben zie ik Marokkanen , Turken etc. Dat is leuk, want dan zien deze jongeren wat ze nog meer kunnen doen. Als ik ze bijvoorbeeld vraag wat ze willen worden, willen ze altijd worden wat hun vader, moeder, oom tante nicht of neven zijn. Dat is logisch, want dat is wat ze om hen heen zien. Daarom vind ik het belangrijk dat er een Siham werkt bij het Jeugdjournaal, Boutania bij Aljazeera of een zangeres. Zodat die  jongeren denken: ‘Oh wat leuk, dat kan ik ook doen en dat kan allemaal.’ Soms heb je dat niet door als je jong en klein bent en je alleen witte mensen (jah, ik noem het altijd witte en gekleurde mensen) die dingen ziet doen.’

Tijdens mijn research naar jou, las ik in een interview dat je niks met het woord ‘allochtoon’ hebt. Waarom? ‘ Omdat mensen uit Australië of Engeland geen allochtoon worden genoemd, maar wij wel. Dat woord moeten ze afschaffen!’

Waarom moeten ze het afschaffen, alleen omdat wij zo genoemd worden? ‘Ik vind het een beetje neerbuigend en een belachelijk woord. Ik heb een Nederlands paspoort en ik betaal belasting. We zijn Nederlanders met ‘iets’; we zijn rijker, want we zijn twee drie andere dingen. In Amerika zijn ze daar heel erg trots op en omarmen ze beide nationaliteiten.’

Over vijf jaar wil je van jouw tijdschrift kunnen leven en je wilt graag een gezinnetje. Maar waar sta je momenteel als Marokkaanse vrouw in de Nederlandse maatschappij? ‘Ik denk als alle andere Nederlanders, zo sta ik. Alleen heb ik gewoon principes en een ander geloof. Ik voel mij niet een buitenbeentje. Ik vind gewoon dat je het beste van beide culturen kunt nemen. Je kan uit veel meer putten en kiezen van wat het beste is van de twee culturen. Ik vind bepaalde Nederlandse eigenschappen of kenmerken heel goed en sommige niet en dat heb ik met de Marokkaanse eigenlijk ook.

Heb je dan soms geen dilemma’, omdat je tussen twee culturen staat?
Tuurlijk, dat had ik als puber meer, maar ik probeer er positief naar te kijken. Op dit moment heb geen dilemma’s. Ik woon op mezelf, ik kan gaan en staan waar ik wil. Ik heb ervoor gekozen om geld in te leveren en het te investeren in mijn tijdschrift. Ik mag zelf beslissen wat ik doe, zolang ik andere mensen daar geen pijn mee doe of stoor dan is dat prima. Zo moet iedereen eigenlijk zijn leven leiden. Wat gij niet wil dat u geschiedt doe dan ook een ander niet.

Een hele mooie afsluiter van het interview’, besluit Hoda Hamdaoui

'Utrecht is me stadsie', zoals een betaamde Utrechter zal zeggen. Schrijven is haar passie en haar Marokkaanse achtergrond is vaak hetgeen haar schrijven voedt. Momenteel studeert zij Nieuws & Media aan de HvA. Haar levensspreuk: 'Treat people the way you want to be treated'.

Lees andere stukken van Laila