Voorpagina Gastarbeiders

Dominees en hun Duivels

Miriam Rafai is gastarbeider bij Wijblijvenhier.nl

Op 11 september 2001 kwamen mijn wittebroodsweken tot een abrupt einde. Mijn man en ik beseften dat het instorten van de torens de voorbode zou zijn van nog veel meer destructief geweld. Het was precies wat de Amerikaanse wapenindustrie nodig had: een uitnodiging voor haar soldaten om te komen vechten in een nieuw oorlogstheater. De rookwolken waaiden al de kant op van de onherbergzame gebieden die ze hadden voortgebracht en verleidden de Amerikanen het spoor te volgen. Zij zouden de uitnodiging zonder aarzelen accepteren. Ze zouden de vijand verslaan en in het proces de nieuwste wapens kunnen uitproberen in de helse proeftuin die zich had aangediend. 

Na de aanslagen zocht het volk radeloos toevlucht bij de president en zijn dominee. De dominee had met pijn in het hart zijn kerk leeg zien lopen en nu had de duivel hem een afschuwelijke dienst bewezen. Zijn banken stroomden weer vol met bange gelovigen. De dominee predikte dat de duivel was opgestaan in het land van Khorasan. Sterker nog, hij was neergestreken aan de oevers van de Eufraat en de Tigris. Daar bereidde hij de vernietiging van de wereld voor.

De verhouding van de dominee met de duivel was altijd al complex. Hij haatte zijn opponent, maar zag in dat zijn eigen aantrekkingskracht afhankelijk was van zijn tegenstander. Het duivelse kwaad mocht nooit uitgebannen worden, want dat zou zijn eigen ondergang betekenen. Godzijdank was de klassieke strijd tussen goed en kwaad nu weer in ere hersteld. 

Alle incidenten die er vanaf dat moment zouden plaatsvinden moesten passen binnen de bipolaire logica van de oorlog. De waarde van het nieuws zou bepaald worden door de gelovigen die ermee zouden kunnen worden gelokt. Berichten, die zouden kunnen leiden tot afvalligheid, zouden in de kiem worden gesmoord. Er zou een tijd aanbreken van nieuwe helden die de vijand durven trotseren in woorden en daden. Degenen die de absolute waarheid zouden ontkennen, bagatelliseren of willen bijslijpen zouden als naïeve dwazen het toneel moeten verlaten. Dit was een tijd van de grote verhalen van daders en van slachtoffers, van schuldigen en van onschuldigen en van afrekening tussen beiden.
De hernieuwde strijd tussen goed en kwaad bracht de gelovigen nieuwe dominees. Zij hadden de plechtige taak het kwaad in hun lokale gemeenschappen te identificeren. De aanbidders van de duivel moesten worden aangewezen, geïsoleerd en het liefst verwijderd om de geloofsgemeenschap te kunnen beschermen.

Wie geen partij wilde kiezen was verdacht en zou bestookt worden met gewetensvragen. Elk individu moest besluiten vriend of vijand te zijn. Hij zou kleur moeten bekennen om de strijdende partijen gerust te stellen.

In Khorasan was de sheikh dankbaar voor de diensten die zijn opponenten hem leverden. De wereld was nu zijn podium en zijn naam een toverwoord. Zijn boodschap drong door tot in de verste uithoeken van de wereld terwijl hij zelf noodgedwongen steeds dieper ingegraven raakte in zijn grot. Het was een bescheiden offer. Hij had de ware duivel ontmaskerd. 

De sheikh en de dominee vonden hun eigen kwaadaardige handelen een gevolg van de omstandigheden waarin ze waren gemanoeuvreerd. Dat maakte het weer goed. Het kwaad van de vijand was echter van een andere orde, het was genetisch bepaald en kon alleen uitgeroeid worden door hem bijna te vernietigen. Niet helemaal, want zonder elkaar zouden ze roemloos ten onder gaan. 

Gek hoe vijanden op elkaar lijken..je zou bijna denken dat het vrienden zijn.


Miriam Rafai is dertig jaar, getrouwd en moeder van twee kinderen. Ze is een liefhebster van theater en film. De foto hierboven is van de Egyptische actrice die zij bewondert, Suad Husni.