“Ik wilde haar eerst niet hebben. Wist niet hoe ik er mee om moest gaan en hield haar thuis. God vergeef mij. Ik hou zielsveel van mijn dochter.”
Een moeder vertelt openhartig over haar gevoelens van onmacht en verdriet om de verstandelijk beperking van haar dochtertje Neda. De onmacht is groot maar de liefde is groter. Moeder en dochter omhelzen elkaar en Neda droogt de tranen van haar moeder. De ontroerende documentaire ‘Ik neem je mee’ van Naima Azough en Ange Wieberdink neemt ons mee in de wereld van kinderen met een verstandelijke of fysieke beperking. In Marokko en bij Marokkaanse gezinnen in Nederland.
Manar woont in Nederland. Een prachtig jong meisje met een verstandelijke en fysieke beperking. “Ik ben trots op Manar. Zij is bijzonder en sterk”, zegt de vader. Naast de onvoorwaardelijke liefde van haar familie, krijgt Manar waar ze recht op heeft: begeleiding, een spraakcomputer en aangepast onderwijs.
Bij het zien van alle voorzieningen in Nederland, is het gebrek daaraan in Marokko des te schrijnender. We maken kennis met een jongen in een ziekenhuiskamer in Rabat. Een deel van zijn been is geamputeerd vanwege een tumor. Hij woont met zijn familie op het platteland en kan niet meer naar school, omdat de afstand te groot is. Bovendien als het regent blijven zijn krukken steken in de modder. ”Ik huil om mijn ouders en de zorg die ze voor mij dragen. Ik wou dat ik ze kon verlichten”.
Het is duidelijk dat het in Nederland beter is geregeld dan in Marokko. “Toch zijn voorzieningen onvoldoende toegankelijk“, zegt kinderarts Nordin Dahhan. Migrantengezinnen zijn vaak niet mondig genoeg, hebben onvoldoende kennis van voorzieningen en verdwalen in een woud aan regels. “Er is sprake van niet zelf gekozen isolement en veel onzichtbaar leed. Teveel gezinnen met kinderen met een beperking hebben complexe problemen. Woningen die niet zijn aangepast aan de beperking, weinig middelen en onvoldoende kennis over de beperking van hun kind.”
Met name de communicatie tussen migrantengezinnen en artsen is ingewikkeld. Ouders ervaren vaak nog schaamte en koesteren valse hoop op genezing van hun kind. Zij accepteren de handicap niet en ervaren de rationele benadering van artsen als hard en harteloos.
Ondanks het gebrek aan middelen en aandacht voor kinderen met een beperking in Marokko, nemen ouders in toenemende mate het heft in handen. Een mooi voorbeeld is het Collectif Autism; een vereniging van ouders van kinderen met autisme. Collectif Autism is in 2005 gestart met een vereniging in Rabat en is ondertussen uitgegroeid tot een organisatie met 25 afdelingen verspreid over heel Marokko.
Voor de première van de documentaire zijn twee moeders actief bij Collectif Autisme overgekomen naar Nederland. Ze zoeken samenwerking, morele en financiele steun. Het toeval wil dat deze week in de Amsterdamse gemeenteraad het voorstel “Autiklassen” wordt besproken. Een initiatief van VVD, GroenLinks en PVDA om regulier (passend) onderwijs voor kinderen met autisme mogelijk te maken. Een deel van deze kinderen zit ongewild thuis en kan niet naar regulier of speciaal onderwijs of is daarin vastgelopen dan wel verwijderd. Het voorstel is politiek geagendeerd dankzij de inzet van een groep Amsterdamse ouders. Het moet mogelijk zijn deze groep ouders te linken aan Collectif Autism in Marokko. Daar is nog geen prothese mee aangeschaft, maar het is wel een eerste stap vanuit Amsterdam.
De moedige jongen met krukken beschikt inmiddels over een prothese. Dat is fijn.
De documentaire ’Ik neem je mee‘ ging in première op 31 mei in Podium Mozaïek. De tv-première was 8 juni bij de NTR. Dit artikel verscheen eerder op de website van Fenna Ulichki
Volg ons op social media