Voorpagina Politiek

Kritiek op supermarkten die nederzettingenproducten weren is onwaarachtig gekakel

Vermoedelijk heeft u kennis genomen van de commotie rond het besluit van Nederlandse supermarkten om producten uit nederzettingen te weren. Trouw meldde maandag dat onder meer Jumbo en Hoogvliet deze producten niet meer verkopen. Dat besluit juich ik toe!

Handel met nederzettingen versterkt de economische levensvatbaarheid van deze kolonies en bestendigt dus de Israëlische bezetting. Het is kraakhelder dat de nederzettingen illegaal zijn en het grootste obstakel voor vrede. Alle actoren, ook bedrijven, dienen zich te onthouden van steun aan de bezetting.

Zoals te verwachten viel oogst het principiële besluit van de supermarkten ook kritiek. De Israëlische regering schreeuwt moord en brand en ook in Nederland roeren zich de usual suspects. Zo wordt de supermarkten verweten dat ze politiek bedrijven. Onzin. Het weren van producten uit illegale nederzettingen is een kwestie van recht en een daad van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Ook wordt de supermarkten verweten dat ze discrimineren, een uitzondering zouden maken voor Israël. Dat riedeltje kennen we intussen wel: eerst moeten alle wereldproblemen opgelost worden, voordat er maatregelen genomen mogen worden in reactie op illegaal beleid van Israël.

Voor Israël wordt inderdaad een uitzondering gemaakt, maar dan in omgekeerde zin. Van geen enkel ander land accepteren we wat we Israël laten doen. Terwijl Israël het recht met voeten treedt, heeft het land een unieke voorkeurspositie.

De criticasters van Jumbo en Hoogvliet proberen dus een rookgordijn op te trekken. Ze leiden af en misleiden. Erger: in wezen lobbyen zij voor de nederzettingen, al zullen ze dat bij hoog en laag ontkennen.

De meest schaamteloze verdraaiing betreft de stelling dat een boycot van nederzettingenproducten slecht zou zijn voor de Palestijnen en hun economie. Dat zou het geval zijn, omdat er Palestijnen zijn die in nederzettingen werken. Die dreigen dan hun baan te verliezen.

Een gotspe. Er werken slechts 20.000 Palestijnen in nederzettingen – een kleine fractie van de Palestijnse arbeidsbevolking. Velen van hen bij gebrek aan alternatief, veelal onder erbarmelijke omstandigheden. Ja, zelfs kinderen, getuige het artikel “Kostwinners van 14 in de Jordaanvallei” van de Nederlandse Simone Korkus die in Israël woont. De eerste zin uit haar artikel zet de toon: “In de Jordaanvallei profiteren kolonisten van de armoede onder Palestijnen door kinderarbeiders in te zetten.”

Al Jazeera publiceerde enkele dagen geleden het artikel “Palestinian children work Israeli settlements”. “Some children reportedly earn just 25 per cent of the wage they are entitled to”, meldt het Arabische CNN.

Duizenden Palestijnse kinderen in de bezette Jordaanvallei krijgen les in de open lucht. Israël weigert vaak vergunningen af te geven voor de bouw of uitbreiding van Palestijnse scholen.

Terwijl weinig Palestijnen hun brood in nederzettingen verdienen, brengt de Israëlische bezetting de Palestijnse economie voor miljarden aan schade toe, elk jaar. De gerespecteerde Israëlische journalist Amira Hass schreef er het artikel “The real cost of Israel’s occupation of the Palestinians” over.

Palestijnen worden hun natuurlijke hulpbronnen afgenomen, ze hebben nauwelijks toegang tot water en door de honderden wegversperringen kunnen ze hun economie niet duurzaam ontwikkelen. Gaza is afgegrendeld en Oost-Jeruzalem is van de Westoever geïsoleerd.

Daar horen we degenen niet over die onze supermarkten nu voorhouden dat ze de Palestijnen economische schade toebrengen door producten uit nederzettingen te boycotten. Een krachtige weerlegging van dit onwaarachtige gekakel is de stellingname “Palestinian Workers in Settlements” van de Israëlische mensenrechtenorganisaties WhoProfits en Coalition of Women for Peace.

Mogen Jumbo en Hoogvliet zich door manipulatie en pressie niet van de wijs laten brengen. Mogen zij producten uit nederzettingen blijven weren. Mogen andere supermarkten spoedig dit goede voorbeeld volgen!

Er is meer goed nieuws. De Europese Unie heeft op 19 juli j.l. richtlijnen uitgevaardigd ten aanzien van de financiering van Israëlische bedrijven, instituties en projecten.

Deze richtlijnen treden per 2014 in werking en voorkomen dat Europese gelden ten goede kunnen komen aan nederzettingen. Het zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn dat het zo gaat. Keer op keer veroordeelt Europa het nederzettingenbeleid. Het zou te zot voor woorden zijn als Europa de nederzettingen onderwijl subsidieert.

De richtlijnen zijn afgeleid van de Europese positie, geworteld in het internationaal recht, dat de Palestijnse gebieden bezet zijn en niet tot Israël behoren. Ze beschermen de Groene Lijn, de grens tussen Israël en de bezette gebieden, en vergroten zodoende de kansen op een levensvatbare Palestijnse staat – die de Israëlische regering onmogelijk wil maken.

Het is mijn stellige overtuiging dat deze richtlijnen een belangrijker bijdrage leveren aan het streven naar vrede dan het diplomatieke initiatief van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Kerry. Wat dat initiatief inhoudt, is nog volstrekt onduidelijk. Het is nu noodzakelijk dat de internationale gemeenschap de voet dwars zet en Israëls agressieve kolonisatie actief indamt.

Het zou werkelijk desastreus zijn indien meer vrijblijvende onderhandelingen onder Amerikaanse leiding plaatsvinden, die Israëls kolonistenregering alle ruimte bieden om de twee-statenoplossing te torpederen.

Dit artikel verscheen eerder op de website van The Rights Forum

Dries van Agt was van 1977-1982 minister-president van Nederland. In 2009 richtte hij 'The Rights Forum' op, een stichting die zich inzet voor een rechtvaardig Midden-Oosten beleid van de Nederlandse regering en de Europese Unie. De stichting wordt bijgestaan door een Raad van Advies met oud-bewindslieden en hoogleraren internationaal recht. Van Agts persoonlijke website, bevat veel achtergrondinformatie over het Israëlisch-Palestijnse conflict.

Lees andere stukken van Dries