Voorpagina Spiritualiteit

De boom (2/2)

Dit is een vervolg op deel 1. ‘Als het laatste uur aanbreekt, terwijl je een jong boompje naar de gaarde draagt om het te planten, ga dan door en plant het.’ – Profeet Mohammed (vzmh)

In het vorige deel is onder meer uitgelegd dat er verschillende perspectieven bestaan om naar de werkelijkheid te kijken en er bestaan verschillende talen om deze perspectieven te beschrijven. Vanuit religieus/spiritueel perspectief bestaat het hele universum uit tekenen van het Goddelijke. De taal van symboliek wordt gebruikt om de tekenen van God te beschrijven. Zo kan met deze kennis, inzicht en contemplatie, een natuurlijk en ‘alledaags’ object als een boom, veranderen in een inspiratiebron en begrepen worden als God’s wegwijzer voor het goede leven. De tekenen van God in het universum zijn echter per definitie ambigu. Dat blijkt ook uit sommige negatieve reacties op deel 1.

Dat heeft weer alles te maken met de verschillende perspectieven die mensen in nemen. Het universum is als een mantel die het Transcendente zowel verhult als onthult, afhankelijk van het perspectief. Met een wereldbeeld waar geen ruimte is voor het Transcendente lijken de interpretaties van en metaforen over de ’tekenen’ in het universum willekeurig en verliest de taal van symboliek haar kracht. De onbekendheid met of weerzin tegen het religieuze/spirituele perspectief leidt zo, voorspelbaar, tot veel onbegrip.

"Dit is de reden waarom ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen." Matheus 13:13

"Waarlijk, Allah acht het niet beneden zich, een mug of iets nog kleiners als gelijkenis te stellen. Zij die geloven weten, dat dit de Waarheid van hun Heer is, terwijl degenen, die niet geloven, zeggen:"Wat bedoelt Allah met zulk een voorbeeld?" Velen laat Hij daardoor dwalen en velen leidt Hij daardoor terecht (…)" (Koran 2:26)

De Levensboom

Terug naar de boom in het religieuze perspectief. De boom speelt ook een belangrijke rol in het islamitische scheppingsverhaal. Het islamitische scheppingsverhaal in de Koran lijkt op het Bijbelse verhaal, hoewel er enkele opmerkelijke verschillen bestaan. Het eerste verschil is dat in de Bijbel Eva verleid wordt door de Serpent (Satan) en Eva vervolgens Adam verleidt. In de Koran verleidt Eva niet Adam, maar worden Adam en Eva beiden in verleiding gebracht door Satan.

Een ander verschil is dat de Bijbel zegt dat Adam en Eva eerst van de boom der kennis van goed en kwaad aten en vervolgens van de boom des levens wilden eten toen God ingreep. De Koran zwijgt over het type boom dat verboden was. Alleen de bedrieglijke Satan beweerde volgens de Koran dat deze boom eeuwig leven kon schenken.

"O, Adam, vertoef met uw vrouw in de tuin en eet, wat gij wilt, maar nadert deze boom niet, anders zult gij tot de onrechtvaardigen behoren." Maar Satan fluisterde hun (boze ingevingen) in opdat hij hun naaktheid zou openbaren die voor hen verborgen was, en zeide: "Uw Heer heeft u deze boom alleen verboden, opdat gij geen engelen of eeuwig- levenden zoudt worden." En hij zwoer tot hen: "Ik ben voor u zeker een oprechte raadgever." Zo deed hij hen door bedrog vallen. En toen zij van de boom proefden werd hun naaktheid hun duidelijk en zij begonnen zich te bedekken met bladeren uit de tuin. En hun Heer riep hen en zeide: "Verbood Ik u die boom niet en zeide Ik niet tot u: ‘Voorwaar, Satan is een openlijke vijand voor u’?" Zij antwoordden: "Onze Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan en als Gij ons niet vergeeft en ons niet genadig zijt, zullen wij zeker tot de benadeelden behoren." (Koran 7:19-23)

De Lotusboom

In één van de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van de Profeet Mohammed (vzmh) speelt een boom een tegenovergestelde rol aan die van Adam en Eva. Terwijl in het verhaal van Adam en Eva (vzmh) een boom de ‘val’ van de mens markeert en in feite het paradijselijk geluk van de mensheid ‘dwarsboomt’, zo markeert een andere hemelse boom bij Mohammed (vzmh) het punt van geestelijke verlichting en Goddelijke nabijheid. Bij zijn hemelreis (mi’raaj) van Jeruzalem – de stad van de profeten – naar de hoogste hemelen, markeerde de Lotusboom het punt waarop de Profeet alles achter moest laten, zelfs de engel Gabriël (Jibriel) mocht hem niet voorbij de Lotusboom begeleiden om de Barmhartige te ‘ontmoeten’ en het onvoorstelbare ultieme geluk te ervaren.

"En Hij (Allah) openbaarde aan Zijn dienaar hetgeen Hij wilde openbaren. Het hart loog niet over wat het zag. Wilt gij dan met hem redetwisten over hetgeen hij heeft gezien? En voorzeker, hij zag hem ook bij een andere nederdaling. Bij de Lotusboom waar niemand voorbij mag gaan, Waarnaast de Tuin van Verblijf is. Toen het goddelijke Licht de Lotusboom overstraalde Wendde zijn oog zich niet af, noch ging het de grens te buiten. Voorwaar, hij zag één van de grootste tekenen van zijn Heer." (Koran 53:10-18)

In de openbaringsverzen die deze extra-ordinaire ervaring uitdrukken, staat de Lotusboom waarschijnlijk symbool voor de grens van de menselijke kennis: "Evenals in de hindoe-traditie markeert de lotusboom de grens van de menselijke kennis." (Karen Armstrong – ‘Mohammed’ p. 148)

De Lotusboom overstijgend

Terug naar Aarde. Er bestaat een interessante overlevering over het planten van bomen op aarde:

‘Als het laatste uur aanbreekt, terwijl je een jong boompje naar de gaarde draagt om het te planten, ga dan door en plant het.’ – Profeet Mohammed (vzmh) (Musnad Ahmad 5:440 and 3:184)

In bovenstaande overlevering zegt de Profeet in feite dat (zolang je leeft en de wereld bestaat) het nooit te laat is om een jong boompje te planten. Oppervlakkig gelezen kan deze overlevering als een simpel religieus bevel beschouwd worden in het laatste uur.

Een diepere laag van begrip onthult dat deze overlevering het algemeen belang van bomen planten en het koesteren van de natuur benadrukt. Het laatste uur van de wereld is volgens de beschrijvingen een tijd van grote natuurrampen en ultiem egoïsme, waarin een ieder wanhopig zal pogen de eigen ziel te redden. De boodschap is dat de natuur heilig is en de zorg voor de natuur als een vromere daad wordt beschouwd dan het in alle vroomheid gaan bidden.

Een nog diepere blik, een meer metaforische kijk op het planten van jonge bomen, onthult een aantal diepere lessen (vergelijk: Matheus 13:3-8). Een jonge boom staat symbool voor iets waardevols, maar tevens voor iets kleins en kwetsbaars dat de potentie heeft om in de toekomst veel goeds (vruchten, bescherming etc.) voort te brengen.

Aan de ene kant haal ik hier onze sociale verantwoordelijkheid ten opzichte van de zwakkeren in de wereld uit. Aan de andere kant de les dat we moeten helpen de zwakkere schouders van vandaag de sterkste van morgen te laten worden, al lijkt dat een kansloze onderneming. Een andere moraal is dat we ons nimmer mogen laten ontmoedigen bij het nemen van een kleine stap in de goede richting. Zelfs als we weten dat we er nooit en te nimmer de vruchten van kunnen plukken. Probeer als het ware voorbij de boom te denken en te handelen, zoals de Profeet(vzmh): de Lotusboom overstijgend.

Met andere woorden: al lijken je goede daden nog zo klein, zinloos of vruchteloos, laat je niet demotiveren en verlies nooit de hoop. Doe het goede, zonder iets terug te verwachten…tot de laatste minuut!

Kamel Essabane is het stilste jongetje van de klas dat toch begon te praten en zijn klasgenoten soms hard aan het lachen wist te maken. Hij overwon zijn angsten en maakte van praten voor groepen zijn beroep. Doordeweeks loopt hij met de pet op van docent islamitische godsdienst rond op een hogeschool en voorziet hij tevens diverse scholen van advies als onderwijsbegeleider identiteit en levensbeschouwing. Ook vertelt hij soms filosofische verhalen aan het Fahm Instituut. Af en toe plaatst hij vanachter zijn laptop in alle stilte een ernstige tekst op het net. Misschien dat iemand het leest.

Lees andere stukken van Kamel