Met een vol hoofd, maar met lichte tred loop ik de USBO uit. Ik heb een goed college achter de rug en overpeins de subjectiviteit van de Grondwet. Ondertussen geniet ik van mijn klokkende rok die ik waarschijnlijk niet meer vaak zal dragen. Het druilerige Nederlandse weer en zwierige rokken zijn meestal geen goede vriendjes, maar vandaag, vandaag is het goed. Mijn hoofd is vol en ik ben vrolijk.
Plotseling word ik uit mijn gedachten opgeschrikt. ‘Ga je ook dat gebouw in brand steken, pyromaan!?’ Met lichte verbazing kijk ik op, wat gebeurt hier nou weer? O wacht, de stem heeft het tegen mij, besef ik dan.
‘Steek jezelf in de fik, ***’ , hoor ik nog. Daarna worden er nog wat dingen geroepen die ik, misschien bewust, niet meer hoor.
Ik werp de man op het bankje een korte blik toe. Zijn dronken mond roept dingen uit een hart met een kater. Ik onderdruk de neiging om uit een raar soort nieuwsgierigheid stil te staan en om me heen te kijken. Zien wat er gebeurt, als ik naast het fysiek verschijnen en langslopen ook nog eens terugkijk. Dat levert vast vuurwerk op.
Ik loop door.
Ondertussen denk ik aan de man die zichzelf daadwerkelijk in brand stak. In Tunesië, en ik weet hoe hij heette. Bouazizi, ik heb er nog een Frans spreekbeurt over gehouden. Bouazizi en ik delen, behalve een voor sommigen exotisch klinkende naam, weinig. Ik besef dat er mensen zijn die veel meer op hun bordje hebben en mijn hart gaat even uit naar alle onbekenden met problemen die voor mij geen dagelijkse kost zijn. Alle Bouazizi’s in Syrië en alle Bouazizi’s in de rest van de wereld. Dan keer ik weer terug naar mijn eigen lichter bordje.
Ik weet niet meteen precies hoe erg ik de uitlatingen vind, ik weet wel dat ik minder vrolijk ben dan bij het verlaten van de USBO. Misschien loop ik ook iets minder lichtvoetig.
Ik heb wat nieuwe stof tot nadenken. De grootste vraag, nadat ik besef wat er precies is gebeurd, is waarom. Ik weet het niet en heb niet veel zin om erover na te denken. De man had vast zijn dag niet en eigenlijk verdient een onaardige dronken onbekende mijn aandacht niet. Eigenlijk niet. De herfstzon breekt dan door, onverwachts warm.
Ik laat mijn gezicht de zonnestralen koesteren en loop door. Nog steeds. Naar het station, naar huis. De Grondwet ben ik vergeten.
Foto: Abby Stanglin via Flickr
5 Reacties op "Steek jezelf in de fik"
Kleine Kauthar’s worden groot mashAllah! Ik herinner me je nog goed uit de tijd dat ik bij Islamic Relief werkte en jij nog op de lagere school zat;) Mooi geschreven !
Ik snap het niet zo goed. Riep iemand om niets “steek jezelf in de fik”? Was dat ten tijde van het begin van de Arabische lente?
Pingback: Steek jezelf in de fik op Wijblijvenhier.nl | naQrae
Pingback: Dankbaar en blij, week 42 | naQrae
Prachtig, je omschrijft precies hoe ik me voel als ik vervelende opmerkingen of blikken krijg. Het lijkt niks, maar het doet toch wat met je humeur…en na een paar keer wordt je toch wat minder lichtvoetig zoals je zegt. Ook het relativeren, eraan denken dat anderen het veel erger hebben, is zeer herkenbaar. I like!