Voorpagina Media

De MC

Toen ik nog moslimvrij op de bank zat in Mijdrecht, bekeek ik eens een soort rondom10-programma op de vrijdagavond in de pauw-en-wittemanloze dagen. Mijn moeder lag boven te slapen. Ik kwam net terug van een rondje planken in het dorp (we ripten de metalen buis bij de laadplaats van de Aldi in tweeën!) en zat nazwetend wat te zappen. Ik kwam bij dat programma een jongeman tegen met een vlasserig baardje en vele praatjes. Ik ergerde me een ietsepietsie aan hem.

Wat me opviel was dat hij er nogal provocerend tegenin kletste – het precieze onderwerp weet ik niet eens meer, waarschijnlijk iets binladerigs of zo. Provocatie is bij mij zeker niet per definitie vies, maar iets aan deze jongeman leek me te hinderen. Ah ik weet het alweer: zijn gladde kakkineuze stem zal het zijn geweest. Toendertijd was ik onwetend en amsterdamsplat-fundi, zelfs al leefde ik in het polderse suburbia (projectie heet dat, geloof ik). De jongeman in kwestie was Mohammed Cheppih, vanavond om 23.15 op nl2 te zien in een aflevering van Profiel.

In latere moslimse tijden, (volgens sommigen: mijn postdjahilitische periode; volgens anderen juist het begin van mijn onwetendheid), bleek dat het onmogelijk is in de Nederlands-Islamitische gemeenschap om MC niet minimaal 3x per jaar tegen te komen. Hetzij in de moskee, bij de gemeente, bij een lezing, bij een universiteit of zelfs gewoon als je aan het hardlopen bent in Slotervaart met een brabantse importamsterdammer genaamd Meneer Youssef. Onze gemeenschap in een gemeenschap is daarvoor gewoon simpelweg te klein.

Langzamerhand leerden we elkaar een beetje meer kennen. Eerst kreeg ik een mail van hem, een korte uitnodiging voor een radicaliseringsweekend trainingsweekend waarbij maatschappelijk actieve moslimjongeren snode schone plannen zouden maken om hun steentje aan de ummah, maar vooral ook aan de wijdere wereld, bij te dragen.

Kort voor dit weekend hadden we een, wat later zou blijken, terugkerende mail- en woordenwisseling: "luister Mo, ik ben vaker met dit soort tripjes meegeweest en tot nog toe elke keer teleurgesteld. Ik vind het een mooi idee maar heb twijfels over de uitvoering ervan. Ik heb geen zin in subsidiezuipende nietsnutdagen."

"Maar broeder," zo begon MC, "het spijt me van je vorige ervaringen, maar dit is Deo volente een ander verhaal…." Enfin, dan volgde een paar mooie volzinnen, steekhoudende argumenten en een nederige opstelling die mij flink van de wijs bracht. Uiteindelijk kwam ik dan toch naar Haarlem, of naar de brainstormavond om een moskee in elkaar te kliederen (ik werd zelfs per abuis voorzitter genoemd in de krant – aldus mijn 15 minutes of fame) of naar de workshops die hij met deze of gene in elkaar draaide. En wonder boven wonder ging ik elke keer weg met het gevoel toch wat nuttigs te hebben gedaan. Soort van.

Tja, soort van, want helemaal tevreden was ik nooit, maar vooral op dat punt verraste de MC me, want ik kan niet alleen altijd terecht bij hem met kritische feedback, hij geeft me ook altijd wat terug. In de loop der jaren hebben we daarover fijne gesprekken gehad – recentelijk nog om 3.30 in de ochtend. Daarbij verbaasde hij me altijd weer als ideeënman, alhoewel ik soms moeite had met de verlopen uitvoering. Die ideeën van hem blijven komen, gelukkig.

En nu? Weg zijn die provocerende praatjes van vroeger en tevoorschijn is een hardwerkende man gekomen – eentje die ik waardeer als mens, parbleu zelfs als broeder en Nederlander. Niet zozeer als theedrinkende bijelkaarhouder, maar vooral als bijelkaarbrenger. Sterker nog, na al deze jaren noem ik hem misschien zelfs wel een vriend.

De MC als vriend met vele kwaliteiten, vaak verkeerd begrepen, verguisd door vele gollanders en vele mensen uit de islamitische gemeenschap – in zijn eigen woorden ‘slechts een mens met vele fouten’, maar vooral een doener met hart. Ik ben benieuwd naar dat Profiel.

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van