Voorpagina Maatschappelijk, Media, Politiek

Een buitengewoon goede zaak dat het polder-racisme eindelijk met de billen bloot gaat

Ineens is er in Nederland een openlijke discussie over racisme. Eindelijk! Het werd eens tijd, zeg. Een decennium van intensieve haatcampagnes in de media, politiek en entertainment tegen mensen die hun roots in de Islamitische wereld hebben was niet in staat een dergelijke discussie los te maken, hoe hard deze ook nodig was.

Het is een buitengewoon goede zaak dat het polder-racisme nu, anno 2013, eindelijk met de billen bloot gaat, maar dat daar de invloed van het buitenland voor nodig was spreekt boekdelen.

Er is al jaren kritiek op Zwarte Piet, maar het bleef een interne Nederlandse aangelegenheid, en daardoor kon het dominante deel van de samenleving de schijn op blijven houden dat deze traditie allesbehalve racistisch is. De meeste stemmen gelden, toch? Nou, klaar dan. Het antwoord op de critici ging dan ook niet veel verder dan ‘niet zeuren’, en daarmee was de kous af. Quinsy Gario kon op een pak slaag van de politie rekenen voor het uitdragen van zijn mening op een t-shirt, en de commotie hierover bleef keurig binnen de perken.

De laatste jaren verschenen er echter steeds meer Engelstalige columns van buitenlanders die korte of langere tijd in Nederland waren geweest, en tot hun grote verontwaardiging hadden meegekregen dat aan het begin van de feestmaand ‘Blackface’ overal in Nederland opduikt. Ontsteld moesten ze constateren dat hierover gedaan werd alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was.

Het sneeuwbaleffect van het internet deed zijn werking, en dit jaar kwam de inmiddels flink gegroeide sneeuwbal met aanzwellend gedender van de helling rollen. Het imago van Nederland als ’tolerante’ maatschappij, wonder boven wonder naar verhouding nog weinig beschadigd door de xenofobe obsessies van Geert Wilders en zijn talrijke discipelen, liep een flinke deuk op.

Het bleef hier uiteraard ook niet bij. Artiest Gordon had de pech dat de Aziatische kandidaat in Holland Got Talent het Nederlands onvoldoende machtig was, en dat deel van de uitzending daarom in het Engels gedaan werd. Als zijn racistische afzeikpartij in het Nederlands had plaatsgevonden, zou er waarschijnlijk verder geen woord over zijn gesproken. Zoals gebruikelijk zouden Aziaten in Nederland zich in stilte beledigd gevoeld hebben, en zouden de werkelijke tegenstanders van racisme – want die heb je in Nederland ook – zich er met gekromde tenen over hebben opgewonden, en er misschien ergens een onopvallend stukje over hebben gepubliceerd.

Jammer voor Gordon, maar de manier waarop hij op een voor veel Nederlanders heel gewone manier zijn denigrerende China-grappen over de kandidaat uitstortte, bleek internationaal op ondubbelzinnige afwijzing en verontwaardiging te kunnen rekenen.

Heeft Nederland niet meegekregen dat de wereld bezig is om langzaam maar zeker etnische discriminatie naar het verleden te verbannen? Kennelijk niet.  ‘Marokkanendebat’, weet je nog? Ik laat het verder aan sociologen over om te verklaren waarom de polder op dit gebied zo achter blijft lopen, maar enkele observaties wil ik hier toch even maken.

Ten eerste zegt wat er gaande is, mijns inziens iets over de algemeen heersende Nederlandse mentaliteit met betrekking tot racisme. We hebben natuurlijk allemaal geleerd dat racisme niet deugt, maar het is kennelijk typisch Nederlands om waar het dit onderwerp betreft te denken: als je wil dat iets niet bestaat, ontken je het gewoon glashard. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Dit is geen racisme, het is gewoon een grapje. Het is geen racisme, het is gewoon een kinderfeest. Het is geen racisme, het is de overgevoeligheid van de ander. Ik heb nog nooit een associatie gelegd tussen Zwarte Piet en mensen van Afrikaanse afkomst.’

Zo gaat dit al jaren. Het zelfbeeld van Nederland loopt al decennia uit de pas met de dagelijkse realiteit, door deze reflex van ontkenning. Een volkomen verkeerde manier van ermee omgaan. Racisme neemt juist toe als je het ontkent, niet af. Het sluipt hierdoor juist binnen in het algemene kader van normbesef, wordt er een integraal onderdeel van, en wordt daardoor moeilijker te bestrijden.

Ten tweede zegt dit iets over de manier waarop zij die dit racisme in Nederland dagelijks ondergaan, ermee om zijn gegaan. Tot nu toe is – individuele gevallen daargelaten – meestal de weg gekozen van het zwijgen. Bij zwijgen hoort ook meedoen met het ontkennen: ‘Ja, het is inderdaad maar een grapje’. Deze manier van hanteren is uiteraard anti-constructief. Hierdoor doen zowel dader als slachtoffer mee aan het in stand houden van de ontkennende norm met betrekking tot racisme. Het is dus belangrijk dat zij die er slachtoffer van zijn, zich erover laten horen.

Dit haakt echter in op het derde punt, en dat is dat de interactie tussen deze eerste twee factoren uitmondt in een mechanisme waarbij juist diegene die zich wil verdedigen tegen racistische uitspraken, of een racistische behandeling, de schuld in zijn schoenen geschoven krijgt. Omdat het normbesef immers dicteert dat racisme niet bestaat, wordt degene die het aankaart juist beschouwd als de veroorzaker van de onrust, niet degene die het begaat. Geen wonder dat in verreweg de meeste gevallen het slachtoffer er dan ook voor kiest om het voor zich te houden.

‘Heb nog even gekeken is niks. Ten eerste een donker gekleurde (neger).’ Mike de Wilde Electronics werd een landelijk bekend bedrijf door deze email, op de verkeerde manier, maar wie denkt dat deze wijze van denken of handelen een uitzondering is, slaat de plank op grove wijze mis. Niet alleen Ruben Willemsen denkt zo, en is bereid om naar zijn denkwijze te handelen, maar een significant deel van de Nederlandse samenleving functioneert op deze wijze. Wie zelf een donkere huidskleur of voor Nederlandse begrippen ‘exotisch uiterlijk’ of naam heeft, weet dit maar al te goed. Youp van’t Hek durft het in zijn laatste column tenminste hardop te zeggen: “We zijn gewoon een racistisch landje. Of we dat leuk vinden of niet.”

Het grote zwijgen is voorbij. De wereld kijkt mee, en velt terecht een afwijzend oordeel: over Zwarte Piet, over het uitschelden van mensen van Chinese afkomst, en over het routinematig uitsluiten en stigmatiseren van anders uitziende medemensen in Nederland. Gordon zelf maakt het inmiddels onmogelijk om zijn opmerkingen nog als grapje te kenmerken, door in zijn verweer bij Giel op de radio te zeggen: “We hebben ons in Nederland al enorm laten overlopen door alles en iedereen. We hebben alles geaccepteerd … iedereen kan hier vrij zeggen wat hij wil iedereen kan hier wonen, iedereen mag hier blijven, iedereen is welkom hier. Maar ga dan niet onze tradities aantasten, ga dan niet zeggen wat we wel en niet mogen zeggen, omdat ik een grap maak over een Chinees.”

Zo zo, Gordon. Het lijkt er bijna op alsof hij zegt dat Chinezen pesten onderdeel is van ‘onze tradities’, en dat wie er kritiek op heeft blij moet zijn dat hij wordt ‘geaccepteerd’. Hij kon bijna niet duidelijker illustreren dat zijn ‘grappen’ inderdaad te maken hebben met uitsluiting. Gordon werpt zich op als verdediger van discriminatie, Nederlandse stijl. Een stijl die heel selectief is, want dit soort grappen mag je wel maken over moslims, donkergekleurde mensen en Aziaten, maar niet over joden.

Beeld je maar eens in, dat de kandidaat joods zou zijn geweest, en dat een jurylid hem belachelijk zou hebben gemaakt met stereotyperende grapjes. Wel echt even doen, anders bestaat de kans dat je mijn punt mist. Als je het gedaan hebt, en dan nog durft te beweren dat hij dit zonder blikken of blozen had kunnen doen, zonder het losmaken van woedende reacties in de Nederlandse maatschappij, hou je niet alleen mij, maar ook jezelf voor de gek. Mijn punt is: net zoals dat uiterst verkeerd en ongepast zou zijn, is het dat ook als het om een Chinees gaat. Mijn volgende punt is: wie het daarmee oneens is, discrimineert sowieso.

De stuiptrekking waarmee Gordon zich probeert te verdedigen zal het gevoel van veel mensen in Nederland verwoorden, die in de kritiek op de grappen van Gordon, en in de kritiek op Zwarte Piet – een tot traditie verworden erfenis uit een geschiedenis van slavernij en racisme – een aantasting van hun normbesef ervaren. Wie echter besluit op deze weg verder te gaan, zal vroeg of laat aan het kortste eind trekken.

Nederland is geen afgesloten achterkamertje meer op deze planeet. De deuren staan wijd open. Discussies die hier gevoerd worden, werkwijzen die hier gebruikelijk zijn, worden zichtbaar voor de hele wereld. Er zal nog veel meer in het Engels vertaald en ondertiteld worden, zodat iedere bewoner van deze planeet kan meekijken.

Nederland heeft dat gewoon keihard nodig, en de helende werking van deze interactie met de rest van de wereld is nu begonnen. Wie gediscrimineerd wordt en dat aan de kaak stelt zal voorlopig in de polder nog de ‘Zwarte Piet’ toegespeeld krijgen, maar er is nu werkelijk iets veranderd dat niet meer terug te draaien is. Aan de kaak stellen dus, en zonodig in het Engels; dan komt het uiteindelijk allemaal goed. Zet je eigenwaarde voorop, en laat niet met je sollen. Excuseer je niet, doe niet zielig, maar beschuldig de dader, recht voor zijn raap. Je staat er allang niet meer alleen voor.

levitra

Tariq Shadid bleef niet hier. Hij vertrok naar de Emiraten waar hij hoofd is van een chirurgische afdeling in een middelgroot ziekenhuis. Ondanks deze drukke baan blijven zijn twee andere passies intact: zijn land Palestina, en muziek. Bij een indrukwekkend aantal aanhangers op Facebook staat hij met zijn muzikale intifada beter bekend als Doc Jazz, met songs die vooral over Palestina gaan.

Lees andere stukken van