Voorpagina Algemeen

Ik liet mijn moeder in Syrië achter, rillend in de kou, smachtend naar warmte

En daar zit ik dan, bij de Syrisch-Libanese grens, onderweg naar Beiroet Airport waar letterlijk mijn “vlucht” op mij stond te wachten. Mijn vlucht terug naar huis, ver hiervandaan. Het douane-gebouw zit helemaal vol. Vol met mensen die weg willen. Mensen die willen vluchten net zoals ik weg wil uit deze ellende. Weg van de bommen. Van al dat onrecht; angst, verdriet en kou. Kou die zich door alle lagen heen dringt…

Daar zag ik mijn ‘moeder’ (ze had mijn moeder kunnen zijn en ze was ook iemands moeder) staan. Trillend op haar benen; cialis een wonder dat ze nog kon staan. Haar betraande ogen keken mij aan. Ik zag kristallen druppels over haar ingevallen wangen gaan. Ze wilde daar weg, weg van de kou, samen met haar zoon hier vandaan. Ik hoorde de ambtenaar zeggen: “maar mevrouw, u heeft niet de juiste papieren dus u mag niet mee.” ’ “Wat moet ik nu”, zei ze tegen mij. Ik kan niet mee maar ook niet terug. Ik heb niks en niemand meer; alles ben ik kwijt.” Ik zag de douanebeambte naar zijn hoofd grijpen, wat kon hij doen? Hij kon er niet meer tegen, hij mocht haar niet laten gaan. Hij liep weg. Even later kwam hij terug met mijn paspoort in zijn hand die inmiddels was bestempeld. Ik mocht weg. Ja ik mocht gaan, maar moest mijn moeder achterlaten.

Ik liet mijn moeder achter, rillend in de kou, smachtend naar warmte. Ik durfde haar niet meer aan te kijken en liep bij haar vandaan. Ik zie haar blik nog, onuitwisbaar en op mijn netvlies gebrand. Mijn chauffeur en ik zeiden daarna de hele weg niets meer tegen elkaar. Wat viel er nog te zeggen? Onmacht, onmacht nog eens onmacht. En ik had niks gedaan.

Inmiddels zat ik op mijn vlucht. Onderweg was ik te moe om ook maar ergens over na te denken en ik probeerde te slapen. Midden in de nacht werd ik wakker en ik had het koud. Ik zat te bibberen en wilde het uitschreeuwen. Wat ik ook deed, het bleef koud; wat was dit?! Uren later was ik weer in Amsterdam. Alsof ik nooit in oorlogsgebied was geweest; terug naar mijn veilige leventje.

Iemand die dichtbij me staat en met wie ik mijn ervaring deelde zei me dat we hier iets mee moesten doen. Maar wat dan schreeuwde ik mijn hoofd? Waar moet ik de tijd vandaan halen en hoe moet ik het doen? En wie gaat meehelpen? Mensen zijn moe; komen wij weer aan met een of andere hulpcampagne. “Nee dit is iets anders,” zei ze. The sky is the limit, haar favoriete zinnetje en voordat ik het wist waren wij aan het rennen en wij niet alleen. Velen met ons; een Campagne. Wat zeg ik; een organisatie is geboren met niemand minder dan the oracle in charge en ik? Ik wil een soldaat zijn. Een soldaat van  ’ Help Syrie De Winter Door ‘’

Meer weten? Check de website van stichting HSDWD en like de facebookpagina!

photo credit: UNHCR Photo Download via photopin cc
photo credit: DFID – UK Department for International Development via photopin cc

Mohammed Cheppih (Oujda, 1977) is een Nederlands imam én spreker van Marokkaanse afkomst. Hij studeerde aan de Islamitische universiteit van Medina.

Lees andere stukken van