Daar loop ik dan. Op een grauwe, miezerige woensdagavond richting de plek die ik sinds vijf jaar als mijn thuis beschouw. Tijdens de wandeling naar mijn groene houten voordeur, zie ik in de verte een antieke vrouw, roze wangen, gekleed in een ouderwetse jurk én een oubollige jas die hoogstwaarschijnlijk veel voor haar betekent. Ze draagt twee versleten tassen met zich mee, van een firma waarvan ik de naam nu niet zal noemen. Al strijdend tegen de elementen van de herfst, baant ze zich een weg door de plassen op het trottoir. Vergelijkbaar met een kind dat de eerste stappen zet, zoekt ze, verlangt ze, ondanks de vijandige windstoten van rechts en de felle autolichten van links, naar een nostalgische balans. Maar hoe moegestreden ze ook oogt, ze laat zich door niets en niemand uit het veld slaan. Zelfs niet door haar salubriteit. Het is een oude rots in de branding. Echter, de structurele, kortstondige adempauzes en de onpersoonlijke inhaalmanoeuvres van haastige passanten, benadrukken de machteloosheid die onlosmakelijk met het ouderdom is verbonden. Het einde is ondanks haar bravoure nabij. De dame loopt op haar laatste benen en het lijkt niemand iets te schelen.
En dan ik. Zoals je van een jongeman verwacht; in de bloei van zijn leven. Fitter dan ooit. Zin in het leven. Gezonder dan gisteren. Sterk als nooit tevoren. De vrouw komt steeds dichterbij. Ik moet haar te hulp schieten. Maar wacht even, niet zo snel. Het dilemma dat zich in mijn bovenkamer voltrekt, neemt de regie onbewust over. Mijn geweten gaat zich ermee bemoeien. Er loopt niet veel volk in de flegmatieke straten van Kralingen. Wat als ik de dame mijn hulp aanbied? Zal ik haar hart voeden met angst of vullen met argwaan? Of zullen er juist twee lasten van haar schouders vallen? Zal de vrouw adequaat reageren, mij te goeder trouw aanmerken en haar welverdiende winterpenen én aardappelen aan mij toevertrouwen? Tot aan de voordeur? Of zal er een onbekende angst regeren, die met zweetdruppels het hemelwater doet vergeten?
Het duurt niet lang meer voordat ik de vrouw passeer. Ik moet snel handelen. Wat doe ik? Heeft ze mijn hulp derhalve nodig? Is ze bijna thuis? Biedt een andere gegadigde zijn hulp wellicht aan? Stel de brandende vraag Abdelkarim! Nu! Wat moet ik doen? Ik doe het wel. Ik doe het toch niet. Ik aarzel even. Het is beter als ik doorloop. En dat doe ik. Voor even denk ik dat ik de juiste beslissing heb genomen. Maar bij de afslag naar links, kijk ik nog één keer onwillig achter me. In de onverlichte verte zie ik een schim van de dame. Ze staat stil. Beweegt nauwelijks. De tassen liggen geradbraakt op de grond. Smachtend naar hulp kijkt ze verslagen om zich heen. Niemand die zich om haar welzijn bekommert, behalve ik. Maar voor mij is het te laat. Ik kan niet meer terug. De vuurvliegjes van mijn geweten hebben een onuitwisbaar spoor achtergelaten: Ik heb haar in de steek gelaten.
25 Reacties op "De vuurvliegjes van mijn geweten"
Waarom kon je niet meer terug? Omdat je haar al eens voorbij was gelopen? Dat is toch onzin? Het gaat juist om het handelen wat onbreekt bij de meesten. Sure, iedereen heeft wel eens van die gedachten om iemand te helpen, maar diegenen die het dan ook echt doen.. daarvan heb je maar een paar in de wereld.
P.S. mooi geschreven!
Sterk verhaal
Wauw, prachtig geschreven
wat mij dan een keer is overkomen. Mijn moeder was op vakantie en ik moest de boodschappen doen….dus ik vul leuk mijn winkelwagen vol, terwijl ik tra-la-laaiend door de supermarkt loop, zonder erbij stil te staan dat ik al die troep straks zelf naar huis moet dragen…lopend nog wel! Daar kwam ik dus achter na het afrekenen…wiskundig slecht ingesteld stond ik te berekenen hoe ik in hemelsnaam 5 volle tassen ga dragen met behulp van 2 volslanke armen.
Ik besloot mezelf maar moed aan te praten en zei hardop, niet zo aanstellen, je kunt het wel, en hoppa ik droeg heldhaftig al die tassen, 2 aan mn linker, 2 aan mn rechter, 1 over mn schouder. Na elke 5 passen nam ik 5 seconde pauze. Na 5 minuten was ik de supermarkt al uit, okay dit wordt een lange rit dacht ik zo. Totdat opeens een jonge gast (wat 14 jaar?, ik was destijds 22 ofso) van marokkaanse origine mij te hulp wilde schieten. Zal ik u helpen met uw boodschappen, waar moet u heen? Ik keek heel verrast naar deze jonge gast, woww dacht ik, zie je nou al die misverstanden mbt de jongeren van tegenwoordig, er bestaan toch jongeren met fatsoensnormen die een vrouw te hulp willen schieten. Voor we het wisten kwamen we aan op mijn voordeur. Dankje wel zei k vriendelijk tegen hem. Geen dank, zei die blozend. Okay, je hoeft ze ook nie naar binnen te dragen hoor, zei ik, dat kan ik zelf wel. Nog steeds in de schijn van ‘wat een lieve jongentje, die helpt’, werd ik gauw wakker geschud, toen hij opeens verlegen aan me vroeg: mag ik u nu een zoentje geven?
ik stond echt perplex, wat?! kon ik er nog uit krijgen. hij begreep de boodschap en smeerde hem gauw weg. Ik stond nog steeds met de sleutel in de voordeur en keek hem vol verbazing na…ik moest later er wel om lachen, kon het gewoon nie geloven, zo n ukkie gaat mn boodschappen dragen in de hoop op een zoentje terwijl ik hem nog een chocolaatje wilde aanbieden, haha….ja hulp zonder bijbedoelingen bestaat dus blijkaar niet?!
@ WHY Het is een metafoor volgens mij als je goed leest, gaat om iets heel anders dan het te hulp schieten van een oud vrouwtje….. – Mijn reactie zou zijn:
Wat nou als blijkt dat de vrouw een Wilders fan is en zo van een Marokaan schrikt die met hand gebaren naar haar tassen neigt. (ff een worst case scenario he)Hart aanal -> Dood -> Geen oog getuigen -> En politie rijdt langs met Abdel Karim en haar tassen in zijn handen – > Hij bevind zich dan ook in Kralingen…. :) Whahahahahah heel grappig verhaal Abdel Karim i get your message..
Beste Abdelkarim,
Op zo een moment moet je even niet luisteren en kijken wat er gebeurd in je bovenkamer. [b]Denk dan vanuit je hart[/b]. Jouw intentie is duidelijk en lijkt mij zuiver vanaf deze kant ;): je wil graag deze mevrouw helpen. Als je handelt vanuit je intentie, dan doen al die dingen in je bovenkamer er niet meer toe. Vertouw op je hart, vertrouw op je intenties!
Overigens, je hebt de situatie mooi beschreven!
Groeten,
Hilal K.
salubriteit: gezondheidstoestand.
Geef inderdaad stof tot nadenken:
Enerzijds mensen die te ‘bang’ zijn om te helpen, anderzijds mensen die te ‘bang’ zijn om geholpen te worden.
Het zegt veel over de samenleving van vandaag.
Heel herkenbaar! Het laatste gedeelte is natuurlijk het meest pijnlijk. Ik probeer zelf dan maar wat te compenseren door later iemand mijn hulp aan te bieden die het helemaal niet nodig heeft. Het blijft behelpen in het leven.
Mooi verhaal, doet me denken aan een column die ik een half jaar geleden schreef:
Soms maak je iemand maar heel even mee, maar vraag je je jaren later nog steeds af hoe het die persoon inmiddels vergaat. Een van die personen is voor mij een jongen genaamd Abdullah, die woont in de buurt van het Mercatorplein. Ik heb hem 15 minuten meegemaakt, en dat was genoeg om een plekje in mijn hart te veroveren.
Het was in de zomer van 2006 dat een goede vriend van mij plotseling gediagnosticeerd werd met kanker, in een agressieve vorm. Toen ik hem na dit verschrikkelijke nieuws bezocht in het ziekenhuis was ik zo lamgeslagen van bezorgdheid dat ik naderhand op de fiets ging zitten grienen. Het werd een hysterische huilbui met zoveel volume dat ik de aandacht trok van passerende fietsers. Het kon me niet schelen.
Na een paar minuten begon het me te storen dat niemand op straat zich om me bekommerde. Ik zag mensen wel staren naar dat snotterende fietsende meisje, maar niemand die even kwam vragen wat er was. Vast weer de verharding van de maatschappij in de praktijk. Uit protest ging ik nog veel harder huilen.
Op een zeker ogenblik merkte ik dat er bijna geruisloos iemand naast me kwam fietsen. Ik keek opzij en zag een jongen van een jaar of 14, type straatschoffie. Hij zei niets maar keek me ernstig in de waterige ogen. Ik werd op slag kalmer, blij met zijn gezelschap, en een paar minuten lang fietsten we zwijgend naast elkaar. Toen pas vroeg hij met fiks Marokkaans accent: “Wat is er?” “Mijn vriend is ziek,” antwoordde ik, en ik gaf toe aan een nieuwe huilbui.
Zwijgend fietsten we nog tien minuten door, totdat we bij mijn huis waren aangekomen. “Bedankt voor het thuis brengen,” zei ik, gekalmeerd. “Waar woon jij?” “Bij het Mercatorplein”. Dat betekende dat hij een flink eind terug moest fietsen. Weer die ernstige ogen. “Het komt goed met je vriend.” “Bedankt, hoe heet je?” “Abdullah.”
Hij fietste weg en ik ging naar binnen. Ik voelde me echt een stuk rustiger. Mijn vriend is na een paar maanden goddank genezen en ik hoop voor de mensen in dit land dat deze kleine barmhartige Samaritaan nog regelmatig opduikt op het juiste moment.
Ontroerend! En wat kan jij mooi schrijven Danoenie! Moet je echt iets mee doen…
Lieve groet,
Piet
Die spullen zijn niet dood, die oude mevrouw is op dat moment niet dood.
Jij had gearresteerd kunnen worden op basis van aanranding.
Gewoon doorlopen, vooral als je zwart of moslim bent => als je een zwarte Moslim bent kun je maar beter met oogkleppen lopen en niet bemoeien.
Voor je het weet, kijk je in de loop van een geweer van het AT.
Mooi geschreven stuk. :-)
Mijn leefregel is altijd hulp blijven aanbieden, wat een ander ermee doet mag hij/zij zelf weten. [b]Wie goed doet, goed ontmoet.[/b] Ik geloof er sterk in dat wanneer je uit de beste intentie iemand hulp verleend er op het moment dat jezelf hulp nodig hebt deze aangeboden wordt.
Salaam en dikke groeten,
Eighty
Mooi geschreven.
Inderdaad een lastig dilemma.
Iemand gaat niet meteen schreeuwen – bij de verkeerde afloop :( -, het was dus mogelijk te letten op haar eerste wantrouwende, of blije reactie.
Wie niet waagt, wie niet wint. Maar ik ken je probleem: ik loop ook wel eens voorbij, terwijl ik eigenlijk wil helpen maar dat dan ongepast vind.
Bizarre wereld niet, waarin helpen abnormaal gedrag is …
PS Dan had je als slagroom op het toetje beschaafd met volle tassen een paar passen achter haar kunnen lopen :) :) :)
Hi-Abdelkarim, niets anders verwacht van Uw stuk, ze zijn altijd tops en van te leren. Ja, ik heb veel met oude mensen gedaan te hebben, mijn ouders tot 96 en 98 geworden en meesten van hun broers en zusters. Die oudjes zijn soms in onze ogen onredelijk koppig en willen beslist vaak niet ingeven. Mijn moeder vertikte met een stok te lopen of uit de auto geholpen te worden, zo ook mijn tante. Zelfde met boodschappentas of maaltje koken, terwijl zij notabene bijna blind was. Ik kan haar nog zien een appeltaart te maken, vader moest de weegschaal lezen en het baksel in de oven controleren als zij het woord gaf. Misschien komt dat door bang te zijn hun onafhankelijkheid te verliezen, kan het heel goed begrijpen hoor. Het beste is niets te zeggen, stilletjes een oogje op ze houden en bijspringen als het nodig is, net als die Marokaanse jongen op de fiets, goeie vent zeg, met diepe wortelen.
Cheers van Christchurch.
Beste Abdelkarim,
Wat emooi omschreven, kippenvel heb ik er van. Een herkenbare situatie en ik kan die laatste emotie zo goed meevoelen.. Naar mijn weten vergeet je zoiets nooit meer en zal het je helpen in de toekomst. Alle volgende keren zul je nooit meer twijfelen.
Respectvolle groet,
A A
Abdelkarim,
Geweldig hoe jij de simpele dingen in het leven beschrijft.
Wow je schrijft alsof je verhaal ons meeneemt in het moment. Klasse!
Haha… echt herkenbaar!
Abdelkarim jongen,
Je stukken zijn origineel en ongeacht de onderwerpen altijd het lezen waard. Jij weet met je schrijfkunsten alles interessant te maken en gezien de reacties boven me, ben ik niet de enige die er zo over denkt!
Ga zo door, je stukken zijn een lust voor het oog!
Groeten van een passant!
Klasse Ak! mooi, herkenbaar, simpel en tegelijkertijd diepzinnig. Keep up the beautiful writing.
Heel herkenbaar! Zelf heb ik ook wel eens te maken gehad met die twijfel. Wel of niet helpen, vanwege die gedachten die jij naar voren brengt. Achteraf heb ik dan zo’n spijt van en voel ik me zo rot en bezorgd over de desbetreffende persoon. Ik heb er van geleerd dat ik het op zijn minst vragen moet. Een rustige warme stem, een kleine afstand maar toch een open houding, een glimlach en zo nog een aantal punten waar ik mijn aandacht dan extra op richt in de hoop dat mijn hulpaanbod toch geaccepteerd wordt en deze mensen geen angsten bezorg.
Prachtig geschreven, bedankt.
@ Danoeni: ook jouw verhaal is heel herkenbaar. Subhana Allah, ik heb het er afgelopen week nog zo vaak over gehad. Mensen die je in het leven tegenkomt voor een korte duur, maar een eeuwige plek in je hart veroveren. Bij sommige van deze mensen zal ik mezelf altijd af blijven vragen hoe ze het maken. Ergens hoop ik ze nog ooit tegen te komen om mijn waardering voor hen openlijk te laten blijken.
Een warme groet uit mijn hart,
Rasha
Wederom prachtig geschreven. Heerlijk om mijn geliefde Kralingen te zien in je tekst. Speelt zich af als een film. Love it.
Prachtig. Ik kwam laatst in Kralingen ook zo’n (iets minder) kromme oude vrouw tegen en dacht:
Zij gaat gebukt onder het gewicht van haar voor mij onbekende leven.
En ik had niet op tijd mijn telefotoestel te pakken.
Van wie is de foto?
Mag ik u vragen waar dit was …Lijkt op mijn oma uit Engeland
Gr Alison ..prachtig verhaal