Voorpagina Ervaringen

Bijna in Koeweit, ofwel Melig in Egypte

Assalaamoe aleikoem allemaal! Fawakka dan?  Ik zit nu inmiddels bijna een week in Koeweit met alle gekkigheid van dien en bedacht dat jullie ongetwijfeld een update willen… et voila! In de pauze van een aantal seminars van de Kuwaiti European Conference for New Muslims (later meer inhoudelijk hierover) zal ik pogen jullie een beetje te updaten. Allereerst: meligheid in Egypte.

Enfin, om bij het begin te beginnen. Op vrijdagavond kon ik rekenen op de barmhartigheid van een broertje dat me vrolijk richting Schiphol bonjouren zou. Dat ging een stuk sneller namelijk. Maar eerst nog even naar de bank. Naar me meissie. Naar Osdorp. Naar de wc. Naar de…. shweppeshhh, te laat! Bijna mijn vlucht gemist. Ware het niet dat mijn vlucht zichzelf reeds gemist had. Of is dat te filosofisch voor jullie?

Onze British Airways-vliegtuig had namelijk een lekke band, geen gebbetje. Zo werden we van het BA-kastje naar het KLM-muurtje gestuurd en weer terug omdat onze bagage niet paste. Uiteindelijk hosselde een grondsteward een omvlucht voor ons: in plaats van A’ dam-London-Koeweit werd het A’ dam-Cairo-Koeweit, met een 8 uur durende overstap op het vliegveld van Cairo.

Het is daarbij handig om te weten dat ik nog nooit naar een Arabisch/Oosters/Moslimiaans land ben geweest en ik dus sowieso mijn ogen uitkeek. Echter, die paar uurtjes op het vliegveld van Cairo waren met name gewoon mal en melig. Zo ontdekten we dat er of teveel Egyptenaren zijn, of te weinig werk tussen 02.00 en 10.00 in de ochtend. We kwamen aan met ons vliegtuig en werden naar de transferbalie gebracht. Daar was niemand. Een mooie snor kwam naar ons toe om ons te helpen. ‘You go transfer? Yes. I’ll be right back and someone will help you’. Nog een mooie snor, ditmaal met een strakke blazer, kwam naar ons toe. ‘ What you do here? Ah, sahieh, I’ ll be right back’. En nog een snor. En nog een snor en vervolgens werden we met een busje naar de andere kant van het vliegveld gebracht, alwaar een snor ons opwachtte en onze paspoorten vroeg.

Deze snor leek te verdwijnen en op te gaan in een zee van andere snorren, maar uiteindelijk bleek hij net buiten de wachtruimte te zitten, waar hij met een collega films van onduidelijk allooi zat te kijken (dit konden we zien omdat de wachtruimte een grote glazen kooi was en hij met zijn rug naar ons toe zat). SBS ain’t got nuttin on me! De stapel paspoorten lag werkeloos naast hem. Na een uurtje wachten (en voor hem een uurtje dubieuze films kijken) kwam hij weer terug, gaf ons de paspoorten en begeleidde ons naar de bus… die ons weer terug bracht naar de andere kant van het vliegveld.

Hier maakten we een aantal rondjes voor we een balie vonden met een stuk of 8 medewerkers die op het eerste gezicht heel erg druk leken. Op het tweede gezicht was er echter enkel een zuster die ook echt werkte, nl. onze paspoorten invoeren op de compu en 7 mannen die heel druk de kwaliteit van het voetbal aan het bespreken waren. OK, dat is niet eerlijk, een van de mannen deed af en toe een ‘poortje’  open als er een westerling of arabier aankwam (en weer dicht als er een afrikaan te dichtbij kwam).

Het was inmiddels zaterdagochtend half vier. De zuster gaf ons een tegoedbon voor wat ontbijt en we maakten dat we naar het restaurant kwamen. Tussen alle bacon- en whiskeyreclames door werd ons verteld dat al het eten en drinken hier halal was. Dat was goed nieuws want we hadden zin in een lekker licht ontbijt. De pizza was massief, alhamdulillah. Even had ik een flashback naar oude tijden – onderweg van de Escape naar huis, dropten we even binnen bij de Nijl of Rooz’ om een flink back schaap met gras (shoarma met knoflook) te scoren (behalve ik: ik kreeg alleen gras, aangezien ik vegetarier was).

Na de pizza liepen we links. Rechts. Weer naar links. Half vijf in de ochtend, maar nergens een plekje te vinden waar we rustig uit konden rusten. Uiteindelijk zijn de dames in de moskeeruimte gaan slapen en de heren zittend bij de bagage. Ik sliep rechtopzittend met mijn hoofd op een grote eastpack rugzak. Naast me zat Cobus, dacht ik. Toen ik wakker werd zat er opeens een roze-behijaabte dame naast me. Dat gebeurt me in Amsterdam nou nooit. Hoogstens een kletsende dakloze, maar roze?

In de wakkere minuutjes voor Kuwait Air ons verder zou brengen, liepen er alras meer mensen langs. Eerst een schoonmaker. Hij was erg druk en veegde de hal van links naar rechts. En van rechts naar links. En weer terug, en weer heen. En weer terug. Een ander man had een boenwasapparaat aangesloten. Hij maakte het begin van de hal schoon en had een hulpje bij hem die zijn snoer vasthield. Het zag er erg efficient uit. Af en toe keken ze uit hun ooghoeken naar de leipe moslimiaanse hollanders, al die malle roodbaarden en hoofddoeken en gingen weer verder met hun hoekje.

De meligheid was inmiddels een beetje op. Nog een paar uurtjes in het vliegtuig… Later deze week meer over Koeweit zelf.

De mazzel dan maar,

Noureddinus (nog geen olie gevonden overigens!)

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van