Dit is deel 9 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in Ramadan schrijft een team van schrijvers een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen. Iedere dag kiest een jury de beste reflectie. De winnaar krijgt een exemplaar van De Levende Koran thuisgestuurd.
En nimmer hebben Wij een profeet naar een stad gezonden, zonder dat Wij haar volk met tegenspoed en ellende hebben getroffen [vanwege hun arrogantie en hun weerstand tegen deze profeten], opdat zij zich nederig zouden gedragen. Daarna hebben Wij het slechte door het goede vervangen, zodat zij toenamen [in aantal en welvaart] en zeiden: “Zowel tegenspoed als voorspoed is onze voorvaderen eveneens overkomen.” Daarop hebben Wij hen gegrepen, onverwachts, zonder dat zij erop waren bedacht. (Q7:94-95)
Een jaar geleden zijn we verhuisd van Egypte naar Andalusië om te ontsnappen aan het tumult van het heden en soelaas te zoeken in de nostalgie van het verleden. Ik had Granada 10 jaar eerder al eens bezocht, een jaar of twee nadat ik het pad van de islam gekozen had. Toen vulden haar naar citrus ruikende patio’s, smalle steegjes belegd met kinderkopjes, en sporen van religieuze convivencia me met datzelfde romantische verlangen naar een verloren, maar voelbaar aanwezig Andalusië, gedeeld door de vele islamitische pelgrims die mij daar voorgingen.
Als postkoloniale vervreemding, onteigening en politieke corruptie de hedendaagse manifestaties zijn van de kwellingen waar de volkeren uit profetische tijden mee geconfronteerd werden, dan vervult Andalusië de rol van de zuivere staat waarnaar moslims graag willen terugkeren – het paradijs waar we uit verbannen zijn vanwege archetypische zonden als decadentie, onderlinge strijd en arrogantie.
Eén van de meest krachtige uitdrukkingen van al-Andalus als een metafoor voor moreel verval en verlies is het indringende “Elf sterren boven al-Andalus” (een referentie naar de visioenen van Yusuf, God’s vrede zij met hem, die de val van de Farao voorspelde) van Mahmud Darwish:
Onze thee is groen en heet: drink het. Onze pistaches zijn vers; eet ze.
De bedden zijn groen van ceder, val op ze,
volgend op dit lange beleg, ga liggen op de veren van onze droom.
De lakens zijn fris, geurtjes zijn gereed bij de deur, en er zijn
voldoende spiegels:
Ga ze binnen zodat we volledig kunnen bestaan. Spoedig zullen we zoeken
In de marges van jouw geschiedenis, in landen ver weg,
Naar wat eens onze geschiedenis was. En uiteindelijk zullen we onszelf vragen:
Was Andalusië hier of daar? Op het land… of in het gedicht?
De stad op de heuvel, het al-Andalus/Palestina van Darwish lijkt voor altijd verloren te zijn. Maar het verhaal van de mensheid dat de Qur’an vertelt, is niet lineair zoals het verhaal van moderniteit en vooruitgang – het verhaal van ofwel voortdurende groei, ofwel onherstelbare ontaarding, waarin historische gebeurtenissen in geordende volgorde naar een onvermijdelijke bestemming bewegen. Zoals het draaien van de aarde, de wisseling van de seizoenen en de bewegingen van de menselijke ziel, is Qur’anische geschiedenis cyclisch. Na armoede en tegenspoed, het ontkennen van Goddelijke gunsten en Profetische vermaningen, zijn mannen en vrouwen altijd teruggekeerd naar de inwendige en uitwendige tekenen, en hebben ze het geduld gevonden om de tragedies van het leven te trotseren zonder hun geloof te verliezen:
En Wij hebben het volk dat onderdrukt was de oostelijke en de westelijke gedeelten van het land, dat Wij hadden gezegend, doen erven. En het genadevolle woord van jouw Heer werd voor de Kinderen van Isrā’īl vervuld, omdat zij geduldig waren geweest. En Wij hebben al hetgeen de farao en zijn volk hadden opgebouwd en al hetgeen zij hadden opgericht vernietigd. (Q7:137)
Het kleine bergdorpje Orgiva waar we neergestreken zijn, was ooit het laatste moslimbastion tegen de bloedige vervolging van de reconquistadores. De kapellen en kerken die rusten in de rotsachtige aardlagen van de Sierra Nevada herbergen talloze lichamen van moslims en joden, en witgewassen muren brokkelen nu en dan af en onthullen dan door de tijd aangetaste pagina’s van de Qur’an die daar eens geplaatst waren om het huis te zegenen. Op fiesta’s en in de openbare schoollessen van mijn dochter wordt de Reconquista herinnerd als de overwinning op een bezettingsmacht. Echter, de lokale bevolking kanaliseert haar Moorse voorouders in hun spreekritme en het netwerk van kanalen dat hun land leven geeft.
Maar dit zijn dierbare relikwieën voor de islamitische pelgrims die komen om morele verhalen en dromen van de glorie van een groot rijk te spinnen uit een dood verleden. Geloof kan wellicht ondersteuning vinden in deze vertellingen, maar kan alleen leven geven in het hier en nu. De soefi’s bespraken tijd in termen van waqt (moment) of hal (heden), welke alleen bestaan verlenen aan een immanente ervaring. De Turkse theoloog en hervormer Said Nursi schreef dat, na de schepping, het verleden tot ons komt via de toekomst om vervolgens nogmaals het verleden te worden. Terwijl we door de tijd bewegen, bestaan het verleden en het heden niet, en is alleen onze huidige ‘staat’ (hal) werkelijkheid.
In Orgiva draaide het wiel van de geschiedenis de 21e eeuw binnen met hippies en reizigers uit het alternatieve circuit, blootvoets en in versleten busjes. Met hen kwam ook de kleine soefigemeenschap aan, die een kleine loge met plat dak bouwden te midden van olijfplantages in de traditionele stijl van de Alpujarras. Ze vulden het met Perzische tapijten, Egyptische gebedskettingen en dhikr, het gedenken van God. De meesten van hen zijn Spaanse bekeerlingen, die hun weg naar de islam gevonden hebben via hun namen, hun dromen of de lessen van hun Turkse shaykh, die hun adviseerde hun geschiedenis grondig uit te graven om zo te definiëren wie ze in de huidige tijd zijn.
Zoals bijvoorbeeld Baseera, wiens diepe kraaienpoten ondeugend om haar ogen dansen wanneer ze vertelt hoe haar ex-man zich naar de moskee haastte om zijn shahada (geloofsgetuigenis) te zeggen, nadat hij een visioen had van het laatste bloedige slagveld tussen moslims en katholieken, tijdens een LSD-trip in de Sierra Nevada. Of Dorri, die naar Chefchaouen reisde in de Marokkaanse Rif, voor een vleug van het Spaanse verleden, en krachtige hashish. Terwijl haar vrienden in de ochtend hun roes aan het uitslapen waren, lag zij wakker, zwanger en helder, en luisterde ze verwonderd hoe de melodie van het ochtendgebed zich als een fantoom een weg weefde door het rumoer van een statische storm.
Dan zijn er nog degenen die in de sporen van Tariq ibn Ziyad zijn getreden. Op dezelfde golven wentelden zij het Iberische schiereiland binnen, maar in lekkende reddingsboten, voorbestemd om te arriveren als vluchtelingen in plaats van als overwinnaars. Zoals bijvoorbeeld Muhammad uit Marrakesh, met lange dreadlocks en zachtmoedige stem, die eten serveert en zelfgemaakt snoep verkoopt in de soefi-loge om de scherpe randen van zijn illegaliteit wat te verzachten. Of de intelligente Senegalese straatventer die ik vorige week aan de kust ontmoette, die snuisterijen aansmeert aan hooghartige badgasten in het weekend, om een kleinigheidje te verdienen voor de familie in zijn thuisland, maar toch nog elke avond zijn zegeningen stuurt naar Granada wanneer hij zijn gebedskralen pakt en de Mouridiyya-litanie reciteert.
Aan de marge van Spanje geeft deze bonte gemeenschap nieuw leven aan de islam door samen te komen en God te gedenken, af en toe geïnspireerd door een verleden dat op bepaalde momenten bijna glorieus geweest is, op bepaalde momenten ondraaglijk wreed, maar toegewijd om alle tegengestelde krachten van het heden aan te wenden voor het aanroepen van Goddelijke zegening. Het Andalusië dat ik aangetroffen heb, is veel complexer dan het Andalusië van mijn dromen, maar bezinning op haar wentelingen door de tijd heen helpt me om in het reine te komen met de tragedies waar het Egypte dat ik achterliet door geteisterd wordt. Zoals een geliefde leraar me eens uitlegde, de ibn al-waqt (‘kind van de tijd’) leeft in het moment, buiten verleden en toekomst, zijn plichten nakomend in het hier en nu, wat de uitdagingen ook mogen zijn, en zich volledig bewust dat de wonderen van de Goddelijke tijd ieder moment de regelmatige patronen van de menselijke geschiedenis kunnen doorklieven.
Foto: Paleis en fort van de Moorse heersers van het koninkrijk Granada in Andalusië (door Nathan Rupert)
4 Reacties op "Juz’ 9 – De cycli van de geschiedenis en de menselijke ziel"
Ma’shaAllah. Zo mooi geschreven dat ik heel even het gevoel had in Andalusie te zijn.
Mooi stuk. Shukran.
Ma sha Allah, prachtig geschreven!
In 1 woord: Prachtig!