Dat de belofte van een witte kerst en bijpassende liedjes op de radio lang niet altijd voor een gezellige sfeer zorgen, bewijzen wel de ongelukken op de gladde wegen en nalatigheden van de NS en andersoortige Openbaar Vervoer de afgelopen dagen. Het was afzien en het hoofd koel houden, naarmate het winterse weer aanhield en de ongemakken groot bleven.
In Amsterdam reden vrijdag de trams niet meer. Mijn werkgever was zo vriendelijk die dag alle werknemers die buiten Amsterdam woonden eerder naar huis te laten vertrekken, aangezien de slechte weersvoorspelling het hele land zo wat betrof. In Utrecht CS werden de rijen wachtenden op de perrons alsmaar groter. Trajecten werden omgeroepen om kort daarna weer ingetrokken te worden: “De trein naar Den Bosch komt over enkele ogenblikken aan op spoor 15”, “Het is onbekend hoe laat de trein naar Den Bosch zal vertrekken”, even later gevolgd door een “Wie naar Den Bosch wil, kan de trein nemen naar Nijmegen en daar overstappen naar Den Bosch of de stoptrein nemen naar Geldermalsen en daar overstappen.” Dat beloofde een lange reis en vooral veel kou lijden.
Afgelopen zondag werd het er niet veel beter op. In Utrecht besloot het GVU geen bussen te laten rijden. Voor mij werd het een wandeltocht van bijna een uur van CS naar Zuilen. Gelukkig had ik goed gezelschap (gedeelde smart is halve smart) en een kolossale capuchon om in te verdwijnen. Het magische wit van de stad deed me even vergeten dat ik tot dik boven mijn enkels in de sneeuw zakte. Mijn wandelgenoot zag zijn aanstaande bruid al voor zich staan in haar jurk. Hij had geen last meer van cold feet en verheugde zich al op de op handen zijnde huwelijksvoltrekking.
Dat het maagdelijke wit niet iedereen kon bekoren, bleek wel toen mijn broertje en ik als druipende sneeuwpoppen een pizzeria binnenstapten en er een chagrijnige Marokkaanse eigenaar troffen, die in zijn uppie overuren stond te draaien in een stad waar geen eens bussen circuleerden, laat staan pizzakoeriers op brommers een rondje reden, maar waar het wel bestellingen bleef binnenstromen. De eigenaar was kribbig en niet een beetje ook. Een jonge donkerblonde man zat wijselijk stilzwijgend op een stoeltje op zijn pizza te wachten. Toen een andere klant met veel gemopper en bombarie de pizzeria binnenstapte, werd de sfeer er niet beter op. De Algerijnse man met een zwaar Frans accent had twee uur geleden al twee pizza’s besteld, maar deze waren nog niet geleverd. “Mijn kinderen hebben honger!”, riep hij verontwaardigd. De eigenaar zei geïrriteerd dat hij telefonisch al gemeld had dat het langer zou duren. Op de vraag op welk adres de bestelling geleverd had moeten worden, reageerde de Algerijn even niet begrijpend en hij hoopte de chagrijnige Marokkaan wat Frans te ontlokken. “Vous parlez – français?” “Non!”. Dat was duidelijke taal, de Algerijn begreep het ineens wel. “Adres” in het Nederlands is immers niet veel anders dan “Adresse” en français. Hoewel de rest van het aanwezige clientèle het tafereel met stilte gadesloeg, bleef de Algerijn praten in de hoop het ijs te breken. Dit keer zei hij wat in gebrekkig Arabisch: “Maar uhhhhhhhhh heeft u niet genoeg personeel? Ik heb een zoon van 15, en die zoekt een job! Hij kan u helpen!” “Nee, ik heb genoeg personeel!” Dat was ook zo, alleen op dat ongelukkige moment niet. Maar dat bracht de Algerijn niet van zijn stuk. Hij had immers al hongerige kinderen en een boze echtgenote voor zijn kiezen gehad, dus een chagrijnige Marokkaan kon hij ook nog hebben. Om de klantonvriendelijke man toch een beetje te ontzien, richtte hij ineens zijn peilers op ons, de andere klanten. De blonde jongeman gaf geen kik. Mijn broertje en ik knikten uit beleefdheid maar een beetje. “Het is hier in Nederland nog nooit zo erg geweest met dat sneeuw zoals nu. En ik woon hier al 35 jaar. “ Ik werd er een beetje treurig van. Een Algerijnse man die belabberd Nederlands en Arabisch spreekt en sinds 1975 voornamelijk Frans lijkt te hebben gesproken in Nederland. Veel gekker moet het niet worden. De blonde man neemt zijn pizza’s in ontvangst en gaat er na een kort gedagje snel vandoor. Als de Algerijn aan de beurt is, komt hij twee euro’s tekort. Hij had twee pizza’s Margharita besteld en niet één pizza Margharita en één kippizza. Hij was met gepast geld verschenen. Een ongepast welles nietes spel, deed zich voor. De Algerijn mocht de pizza’s meenemen, en de volgende dag de ontbrekende twee euro’s met 50 cent rente komen afgeven. Mijn broertje en ik keken elkaar beduusd aan en voor we het wisten was de Algerijn, er op zijn fiets in de kou zonder muts en handschoenen vandoor gegaan, en mochten wij de bestelling twee kipshoarma speciaal afrekenen. De eigenaar excuseerde zich nog even voor de hele toestand.
Bij thuiskomst bleken we twee kipfilet speciaal te hebben gekregen in plaats van shoarma. Zou de Algerijn toch nog gelijk hebben gehad met zijn bestelling? Een blik in de spiegel toonde een verzopen kat. Zo heb ik er dus bij gestaan al die tijd in de pizzeria na het achteroverslaan van mijn capuchon. Mijn broertje en ik lagen er dubbel om. Als ik het maar niet in mijn hoofd haalde om op zijn grote dag er zo bij te lopen.
De volgende ochtend (maandag) bleven de bussen uit en werd ik samen met de buurvrouw door een vriendelijke collega van mijn broertje op CS gedropt. Desondanks kwam ik met een vertraging van anderhalf uur aan op kantoor. Verder geen rare dingen tot dinsdagochtend en dinsdagavond. Weer vertraagde bussen en treinen, boze sjagrijnige mensen en onwelriekende adems.
In de ochtend duwde een onbeschofte man met Limburgs accent een stewardess, die met haar koffers noodgedwongen de weg naar het toilet blokkeerde, hardhandig opzij. Het ging hem niet snel genoeg. De vrouw viel bijna om. Alle omstanders waren verontwaardigd. Toen de man na 5 minuten het toilet verliet, scheelde het weinig of een temperamentvolle Latino had er bovenop geslagen. Hij was zinderend van woede, want een vrouw die duw je niet hardhandig opzij. Wat een heer! De omstanders maanden de Latino tot kalmte en de lompe Limburger kon beter snel doorlopen in plaats van zijn actie proberen goed te praten. De nood was hoog was zijn excuus!
Voor een oudere man in regenjas en met hoed was de nood ook hoog, toen hij die dinsdagavond vreesde er niet uit te kunnen stappen in Amsterdam Bijlmer met al die in de trein gepropte mensen aan het einde van een werkdag. Amper het geheig in mijn nek en in mijn gezicht te boven gekomen toen de deuren zich openden en ik naar adem snakte, werd ik door de oudere man hardhandig mee naar buiten geduwd. Voor een deel was ik er blij mee want ik dacht werkelijk flauw te zullen vallen, als ik binnenbleef. Er ‘stapten’ namelijk nauwelijks mensen uit, er kwamen er alleen maar méér en méér bij. Helaas was er geen temperamentvolle Latino te bekennen om het aso-gedrag een halt toe te rammen. Niemand gaf gehoor aan de oproep van de conducteur om over een kwartier de ‘extra’ in te zetten trein naar Utrecht te nemen, waardoor het nog langer duurde voor de deuren dicht konden en de trein kon vertrekken. Om zitplekken ging het allang niet meer. Diegene die een plek had om te staan weigerde deze van zich af te laten pakken, ook al betekende dat in sommige gevallen dat men noodgedwongen andersmans oksel besnuiven moest. Ik nam ruim een half uur later een andere trein. Hoewel ik ook hier mijn kont niet keren kon, kon ik tenminste vrijer ademen. Dat was me alles waard. Dat ik de hele rit naar twee verliefde mensen moest kijken, die maar niet van elkaar af konden blijven en die het niet deren kon wie er mee zaten te ‘genieten’, nam ik maar op de koop toe. Mijn nek deed immers pijn van het plafondstaren en mijn buurvrouw of buurman aankijken leverde ook maar vijandige blikken op. Maar één ding kon ik het verliefde stel wel nageven, onder geen beding liet zij zich haar vrolijkheid ontnemen. Voor haar part bestond de rest van de wereld niet. In Utrecht ‘dwarrelden’ de twee – eenheid zich voort door Hoog – Catherijne tot aan het busstation toe. Terwijl de rest van de wereld enigszins opgelucht met blauw aangelopen tenen zich de bussen in spoedde, had het stelletje vooral geen haast thuis te komen. Zij stelde het afscheidmoment liever uit, terwijl de vlokken op haar neerdaalden.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat je het winterweer goed beslagen ten ijs komt door een gezonde dosis fantasie, door simpelweg verliefd te zijn of zoals de realisten onder ons door te zweren bij thermos ondergoed. Een treintje later of thuiswerken behoort ook tot de mogelijkheden, maar boven alles veel geduld!
3 Reacties op "Let it Snow!"
Heel mooi geschreven!
Leuk om te lezen.
Uit dit verhaal blijkt dat de natuur sterker is dan de mens. Respecteer haar daarom en geniet van haar schoonheid.
Hi Meria,
Leuk om te lezen. Je hebt me even naar de situatie van vorige week meegnomen, wel in alle kleuren en geuren…hahaha
Wanneer komt je volgende stuk(je) weer?
succes en veel geduld:-)
Naima