Voorpagina Ervaringen, Gastarbeiders, Persoonlijk

Mijn vader, mijn held

Weet je, ik ben mijn vader ontzettend dankbaar voor zijn ontsnapping aan armoede, maar laat ik dat wel genoeg merken? Laten wij dat wel genoeg merken? Weten wij wel wat onze vaders en moeders door hebben moeten maken?

Mijn vader heeft zijn vader nooit gekend. Zijn vader stierf toen hij nog een baby was. Daar waar ik mijn vader door en door ken, weet mijn vader helemaal niets over zijn vader. Hij heeft nooit de kans gehad om van zijn vader te houden, en om zich geliefd te voelen door zijn vader. Hij kent hem alleen van foto’s, die hij zijn hele leven lang in een lederen tasje onder zijn bed bewaart. Soms zou ik willen weten hoe mijn vader zich voelt, en wat hij denkt als hij naar de foto’s kijkt.

Mijn vader groeide op in een klein lemen huisje, samen met zijn moeder en zus. Daar in de Rif ontbrak het hem aan toekomstperspectief, het ontbrak hem aan geld en het ontbrak hem aan kansen. Eigenlijk ontbrak het hem aan liefde. Al heel vroeg moest mijn vader de verantwoordelijkheid dragen in huis, en voor een inkomen zorgen om zijn moeder en zus te onderhouden. Het beetje geld dat verdiend werd door de eigen oogst was net genoeg om te kunnen overleven. Het leven in de Rif was niet hoopgevend.

De Spanjaarden hadden het land verscheurd achtergelaten. Er heerste armoede, er was geen zekerheid op een beter bestaan en zonder een vader, een kostwinner, in huis, had je het nog zwaarder. Mijn vader had dus geen andere keus dan op hele jonge leeftijd gedwongen de oversteek naar Europa te maken.

Onbeschermd opgevoed, eenzaam en zonder vaderliefde gekend te hebben verliet hij zijn vertrouwde omgeving, zijn geliefden en zijn thuis om geld te verdienen voor zijn moeder. De noodzaak om als enige man in de familie voor zijn dierbaren te zorgen was groot, en het enige wat hij had was wilskracht.

Een kind, een puber die eigenlijk nog in de schoolbanken hoorde te zitten besloot om begin jaren 70 afscheid te nemen van zijn moeder en zus. Hij moest hoe dan ook geld zien te verdienen om zijn familie, die hij in zijn geliefde land had achtergelaten te onderhouden. Helemaal alleen streek hij neer in Frankrijk. Mijn vader was nog jonger dan ik, sprak de taal niet en had geen vrienden of familie om zich heen, maar hij had één wapen en dat was vastbeslotenheid. Mijn vader verliet huis en haard om geld te verdienen voor zijn moeder die hij had achtergelaten op het arme platteland.

Als ik naar mezelf kijk op die leeftijd, dan schaam ik me diep. Toen ik die leeftijd bereikt had was ik mijn toekomst aan het vergooien, en nam ik het leven niet serieus. Ik had een warm thuis, liefdevolle ouders en was voorzien van alle gemakken. Mijn vader stond er op die leeftijd helemaal alleen voor. Hij betrad een wereld die hem volledig vreemd was, en moest zich staande zien te houden tussen de immense verschillen. Strijdend en botsend tussen twee culturen, in een land dat niet het zijne was.

Mijn vader heeft een aantal jaar illegaal in Frankrijk gewerkt, geld gespaard en verruilde Frankrijk toen voor Nederland. De arbeidsomstandigheden bleken in Nederland beter te zijn, maar na een aantal jaar in Nederland gewerkt te hebben werd hij in Amersfoort opgepakt en weer teruggestuurd naar Marokko. Weer waagde hij de gok. Niet omdat Europa zo mooi was, maar omdat hij geen andere keus had. Mijn vader zou in Nederland hard werken, en als hij genoeg geld gespaard had weer teruggaan naar Marokko.

Maar helaas, het leven grijpt je en onbewust ben je jezelf aan het settelen in een land dat niet de jouwe is, maar wel als het jouwe bent gaan beschouwen. Hij vond hier vast werk, trouwde met mijn moeder, kreeg een verblijfsvergunning en uiteindelijk kwamen mijn zus, ik en zusjes ter wereld. We groeiden op, gingen naar school en begonnen ons steeds meer thuis te voelen.

Mijn vader is altijd blijven werken, en tot op de dag van vandaag werkt hij nog steeds. Hij heeft zijn moeder jarenlang weten te onderhouden, het lemen huisje werd gerenoveerd tot een echt huis en wij gingen elk jaar bij oma op bezoek. Daar in haar liefdevolle armen kwam mijn vader weer tot leven. Iedere zomervakantie zag ik hoe mijn vader zich weer geliefd voelde, zes weken lang. Ieder jaar bracht hij zoveel mogelijk tijd door met zijn moeder, tot aan haar dood. Zijn moeder overleed veel te vroeg aan de gevolgen van kanker, en een paar jaar later overleed ook zijn zus aan deze verschrikkelijke ziekte. Mijn vader, hij die op moest groeien zonder vader, hij die al vroeg voor zijn moeder moest zorgen en gestreden heeft voor een beter bestaan, is de enige overgeblevene van zijn familie.

Mijn vader kan geen emoties tonen, en ondanks dat hij zich groot houdt, zie ik dat hij helemaal instort van verdriet. Vooral in zijn geboortehuis. Ik zie in hem de strijd die hij heeft moeten voeren. Ik zie in hem de emoties die hij jarenlang op heeft moeten kroppen. Ik zie in hem het keihard werken. Ik zie in hem de eenzaamheid. Ik zie in hem de nasleep van een wees. De sporen van leegte, pijn en gemis zijn nog altijd zichtbaar als ik naar hem kijk.

Mijn vader liet letterlijk alles achter, streek neer in een onbekend land, ver van familie en vrienden en moest helemaal opnieuw beginnen met het opbouwen van zijn leven. Al zou ik lopend op mijn handen de hele wereld overgaan, dan nog zal dat niets zijn bij de strijd die hij heeft geleverd. Ik ben hier geboren, ook ik voelde me hier niet thuis als puber en heb veel verkeerde keuzes gemaakt in mijn leven. Mijn vader voelde zich ook niet thuis, en toch heeft hij alles op alles gezet om er wat van te maken.

Ja, ik heb heel veel verkeerd gedaan. Ik zag niet in wat dat met hem deed. De schaamte, het verdriet en het gemis. Onze band werd alsmaar slechter, en we raakten van elkaar vervreemd. Hij hield van mij en ik van hem, maar ik heb hem dat gevoel nooit echt gegeven. De dag dat hij me in de gevangenis kwam bezoeken, mij een knuffel gaf en ik het verdriet in zijn ogen zag, is de dag dat ik mezelf hervond. Daar in zijn armen voelde ik me bevrijd. Was het die blik, in die paar seconden, die alles veranderde? Nog nooit voelde ik zoveel liefde, nog nooit zoveel spijt. Ik voelde me aan hem vastgeketend en even was ik geen gevangene meer. Ik zag in hem de droom, de droom dat zijn enige zoon nog iets van het leven zou maken.

Elke stap die ik nu in het leven zet, zet ik ook voor hem. Bij alles wat ik doe, doe ik dat ook voor hem. Het maakt me gelukkig als mensen zeggen dat ik op mijn vader lijk. Ik kijk onwijs tegen hem op, en ik hoop dat ik net zo’n vader wordt als hij voor ons is geweest. Ik bewonder hem elke dag om zijn onmetelijke kracht. Hoe hij met tegenslagen omgaat, en zijn goedheid voor de mensen om hem heen. Hij is mijn inspiratie, toewijding en alles wat ik vandaag de dag ben heb ik aan hem te danken. Alles wat ik aan hem zie, herken ik ook in mezelf.

Zijn strijd is waar ik vandaan kom, en wat hij in heeft moeten leveren is wat mij heeft gevormd tot wie ik vandaag de dag ben. Zijn gezondheid is niet meer wat het geweest is. De ouderdom, het jaren zwoegen en de littekens breken hem op. Daar waar hij vroeger geen ziekenhuis of dokter bezocht, is dat nu wel het geval. Zijn gezicht is wat ingevallen, zijn lichaam krimpt en de rimpels worden steeds meer zichtbaar. Ik zie in hem hoe hard hij zijn best doet om een vader voor ons te zijn, een vader die hij zelf nooit gehad heeft. Als ik naar hem kijk zie ik het gemis van vaderliefde. Ik zie een wees die oud wordt, en niets liever wil dan zijn kinderen gelukkig zien. Ik zie het dragen van pijn. Ik zie het onderdrukken van verdriet. Ik zie hoe hij zich groot houdt in ons bijzijn. Ik zie het allemaal in zijn twinkelende lichtbruine ogen. Dezelfde ogen als de mijne.

Ik zie in hem de strijd voor een gelukkig bestaan. Dezelfde strijd die ik nu voer op mijn eigen manier. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik nu sta waar ik sta, en er komt een dag dat ik afscheid zal moeten nemen van mijn vader. Toch hoop ik dat God ons nog genoeg tijd geeft om alles goed te maken, en hem trots te maken met alles wat ik nu in het leven tracht te bereiken.

Ik heb veel van mijn vader geleerd. Zijn strijd, zijn dromen en de offers die hij heeft gebracht voor een beter leven, dat zijn lessen die ik door zal moeten geven aan mijn kinderen. De positie van mijn vader in deze samenleving was anders dan de mijne. Ik mag niet vergeten wat mijn vader – en met hem duizenden anderen – heeft doorgemaakt. Hij wilde een beter leven, hij wilde dat wij het beter zouden hebben dan hij en dat we kansen zouden krijgen die hij nooit gehad heeft. Dat is hem gelukt. Ik ben weliswaar nog niet tevreden over mijn leven, maar ik ben hard op weg om zijn gekoesterde dromen waar te maken. Ik, wij, mogen niet vergeten wat onze vaders en moeders in hebben moeten leveren.

Mijn vader de gelukszoeker, mijn vader de held en mijn vader de ridder. Een ridder die de strijd aanging tegen de armoede en slechte omstandigheden waarin hij leefde. Mijn vader die nooit heeft gevoeld hoe vaderliefde aanvoelt, en ondanks dat is hij de beste vader die ik me maar kan wensen. Dat is hij nog steeds en zal hij ook altijd blijven.

Zoals Haj Ali uit ‘Mijn vader, de Expat’ zei: “Onze kinderen volgen ons, en jullie kinderen volgen jullie.”

Geven we onze kinderen de verhalen van onze ouders mee? Hun eigen stukje identiteit en geschiedenis. Vergeet zelf niet en laat onze kinderen niet vergeten. Vertel ze wat hun opa en oma hebben ingeleverd. Houd de verhalen levend, en vergeet de strijd die onze vaders en moeders hebben gevoerd niet. Wij, met wat we ook doen in het leven, zijn niets in vergelijking met hen. Als zij het zo goed in hun vaderland hadden, waren ze niet naar Nederland gekomen. Echt niet.

Neem de tijd om er eens over na te denken. Zij hebben hun leven eigenlijk gedwongen ingeleverd. Vaders kwamen hier om keihard te werken, en moeders zorgden voor de kinderen. Terwijl vader in de fabriek werkte, zat moeder eenzaam thuis te wachten tot de kinderen weer van school kwamen. Wat voor jeugd hebben zij gehad? Wat voor pubertijd hebben zij gehad? Wat voor studententijd hebben zij gehad? Wat voor leven hebben zij tot nu toe gehad? Het was hard werken, verzorgen en de kiezen op elkaar, hopend op betere tijden.

Wij zijn hier geboren, en onze ouders hebben keihard gestreden voor onze plek in deze maatschappij. Wij horen hier. Dat hebben zij al afgedwongen. Wacht niet op acceptatie, maar creëer je eigen kansen, net zoals zij dat hebben gedaan met de weinige middelen die zij hadden. Studeer, haal diploma’s en ga voor het meest haalbare. Blijf weg van het slechte, en neem een voorbeeld aan onze ouders. Zorg dat jij datgene bereikt wat zij niet konden, zodat hun strijd niet voor niets is geweest. Maak ze gelukkig nu het nog kan, en vergeet nooit waar ze vandaan komen.

Ik hoop met heel mijn hart dat mijn kinderen, onze kinderen, het nog beter zullen doen dan wij, en dat ze zich onvoorwaardelijk en volwaardig thuis zullen voelen in Nederland. Hun opa en oma hebben daar keihard voor gestreden.

Karim is een 27-jarige inwoner van Utrecht. Hij is ambitieus, houdt van hardlopen, en mag een echte familiemens genoemd worden. Ergens is hij ook wel een einzelgänger. Hij kan erg genieten van de stilte en leert zichzelf daardoor ook heel goed kennen. Een goed boek of een pen en kladblok is dan vaak zijn gezelschap. Karim is mede-oprichter van Stichting Made in Prison. Niet alleen wil hij de positie van jongeren versterken in Nederland, ook draagt hij een bijdrage aan de positieve terugkeer van mensen uit detentie. Voor Karim duurt een dag eigenlijk altijd te kort, er is altijd wel iets wat hij nog kan of wil doen. Hij heeft een sterke drive, incasserings- en doorzettingsvermogen, en denkt graag in mogelijkheden. Ook niet onbelangrijk: Karim heeft nooit een ochtendhumeur! Zijn motto: ‘Niet durven is de grootste rem op alles.’

Lees andere stukken van Karim