Voorpagina Charlie Hebdo, Media, Vrijheid van meningsuiting

Televisiegezelschappen op beschavingsmissie!

Je hebt het wellicht zien aankomen: dat de aanslagen in Parijs omgetoverd zouden worden in een heroïsche beschavingsmissie, waarbij de vrijheid van meningsuiting, met alle mogelijke middelen, verdedigd dient te worden tegen ‘islamisten’. Het lijkt alsof George Walker Bush weer leiding heeft genomen over de wereld: “This enemy attacked not just our people, but all freedom-loving people everywhere in the world. The United States of America will use all our resources to conquer this enemy. (…) we will not allow this enemy to win the war by changing our way of life or restricting our freedoms.”

De discussie over de vrijheid van meningsuiting doet mij tevens denken aan het wereldberoemde Robbers Cave experiment; waar twee jongerengroepen met ongeveer dezelfde economische, culturele en religieuze achtergrond – niks van elkaar wetend – in elkaars nabijheid gingen kamperen. De spanningen tussen de groepen, ondanks de gemeenschappelijke kenmerken, liepen in een week tijd hoog op. Deze werden in eerste instantie veroorzaakt door strakke groepsafbakeningen: de groepen kwamen van elkaars bestaan te weten, met als gevolg dat de groepsgrenzen dichtgetimmerd werden. Het uiteindelijke resultaat: een gemeenschappelijke sfeer van vijandigheid, die gedreven werd door culturele botsingen.

Het Robber Cave experiment kan worden aangevuld met de gedachtegang van de Franse antropoloog Jean-Loup Amselle: “Cultural identities arise, in the first place, from a “structured field of relations,” which is to say that they might be seen, in the first instance, as the consequence, not the cause, of conflicts.”

Het zijn vaak relatief kleine groepen, die de potentie hebben om conflicten naar een hoger niveau te tillen, waardoor de mensenmassa – ongevraagd – betrokken raakt. Het mediaspektakel rondom de vrijheid van meningsuiting is hier een goed voorbeeld van. Standaarden van de vrijheid van meningsuiting worden door selecte televisiegezelschappen bepaald. Wat deze vrijheid is, en op welke manier deze vorm moet krijgen, wordt grotendeels gekleurd door meningen van uiteenlopende tafelheren en -dames, die regelmatig aanschuiven bij praatprogramma’s.

Hierbij is het opvallend dat een select gezelschap het steeds voor elkaar krijgt om de grenzen van het conflict te verleggen. Denk hierbij aan de aflevering van Eva Jinek, waar moslims op subtiele wijze als een aparte groep werden neergezet. Er werd een beeld geschept, dat zij onderdeel zijn van het conflict. Even in gesprek gaan met de vijand, zeg maar. Een beter voorbeeld is het gegeven, dat moslims ter verantwoording worden geroepen: er wordt namelijk geïmpliceerd, dat zij deelnemen aan een oorlog in het kielzog van IS. Het onderscheid tussen IS’ers en moslims wordt nooit gemaakt: alsof het twee dezelfde dingen zijn! Doorsnee moslims worden ter discussie gesteld in plaats van dat zij deelnemen aan het collectieve gesprek over terreuraanslagen. En als zij mogen deelnemen, dan worden zij apart genomen.

Volgens de gerespecteerde columnist, H.J.A. Hofland, is het gangbaar om nu te denken, dat moslims in toenemende staat van oorlog verkeren met westerlingen. Opvattingen als ‘vijfde colonne’, ‘parallelle samenleving’ en ‘Sharia-driehoek’ bevestigen grotendeels dit beeld. Moslims worden in deze hoedanigheid buiten de gangbare sociale orde geplaatst, op een plek waar het oorlog is. Soms mogen zij worden binnengelaten om ondervraagd en bekeken te worden, maar volwaardig meedoen in de discussie over de vrijheid van meningsuiting, zit er voorlopig niet in.

Dat het conflict-denken omvangrijker is geworden, heeft te maken met lopende campagnes. Je suis Charlie is de meest bekende; deze staat gelijk aan het ondersteunen van de absolute variant van de vrijheid van meningsuiting: alles mag en kan worden gezegd, waarbij de tafelheren en -dames vooropgaan in de strijd. De vrijheid van meningsuiting wordt als belangrijkste pijler gezien van een westerse samenleving, die invulling krijgt nadat deze wordt afgezet tegen optredens van IS (lees: gelijkstellen aan islam). Dit betekent specifiek dat de vrijheid van meningsuiting absoluut is met betrekking tot islamgerelateerde zaken, maar relatief van karakter blijft betreffende andere onderwerpen. De sluizen gaan volledig open met betrekking tot de islam, daar waar zij dicht blijven bij andere onderwerpen. De beschavingsmissionarissen vervallen in een dubbele moraal; waarbij moet worden opgemerkt, dat de vrijheid van meningsuiting nooit absolute vormen zal aannemen. Je suis Charlie is niks meer dan een mythe.

De omarming van de campagne, Je suis Charlie, laat tevens zien hoe beknelt de vrijheid van meningsuiting is geraakt. Deze vrijheid bestaat namelijk uit twee opties: voor of tegen Charlie. Wie tegen Charlie is, staat aan de verkeerde kant van de beschavingsoorlog; omdat de waarden van een vrije samenleving op deze manier niet worden ondersteund. Wie een middenweg probeert te vinden in dit debat, heeft het maar lastig.

Dat selecte televisiegezelschappen IS de oorlog verklaren, kan gezien worden als een nobel streven. Maar dat er in het publieke debat geen of nauwelijks een onderscheid wordt gemaakt tussen IS en islam, en tussen terreurbewegingen en doorsnee moslims -, heeft mij wel aan het denken gezet; in de zin dat het debat over de vrijheid van meningsuiting aan alle criteria voldoet van een beschavingsmissie, waar ik liever afstand van neem, evenals ik afstand neem van beschavingsidealen van IS.

Bekrompenheid dien je geen kans te geven; het speelveld van de discussie over de vrijheid van meningsuiting wordt begrensd door televisiegezelschappen, die op beschavingsmissie zijn over de rug van anderen.

Dat zij oorlog willen voeren tegen IS, zij het retorisch of fysiek, is helemaal prima -, alleen getuigt het wel van fatsoen om andere mensen hierbuiten te laten.

Rachid is nu ook te volgen op Twitter.

Rachid Eznaden schrijft sinds 2011 voor Wijblijvenhier. Hij is eindredacteur met als speciale aandachtsgebieden integratiebeleid, buitenlandse politiek, literatuur en islamitische geschiedenis van Europa. Verder staat Rachid bekend als boekenwurm. Voor de meeste WBH-ers belichaamt hij de Wijblijvenhier-bibliotheek. Heeft een schrijver achtergrondinformatie nodig voor zijn stukken, dan tovert Rachid binnen no time een aantal titels tevoorschijn. Tot slot: Rachid recenseert graag. Waar deze interesse vandaan komt, Joost mag het weten. Misschien is het wel zijn tegendraadse houding: waar over het algemeen steeds minder wordt gelezen, gaat hij juist meer lezen.

Lees andere stukken van