Als geboren en getogen Amsterdammer heb ik vier jaar van mijn jeugd in Turkije doorgebracht. De eerste drie jaar was mijn moeder ook bij ons, maar het laatste jaar bleven mijn zusje en ik achter in Aksaray bij mijn oma. In mijn pubertijd nam ik het mijn vader heel erg kwalijk dat hij ons bij mijn oma achterliet, vooral omdat mensen in onze omgeving mijn zusje en ik als wezen behandelden. Maar nu, achteraf reflecterend op die vier jaren en dat ene jaar alleen met mijn oma, merk ik dat die jaren in Turkije mij gevormd hebben tot wie ik nu ben. Ik begrijp nu wat haar invloed is geweest op mijn beleving van mijn geloof als moslim.
Mijn oma was een Koerdische vrouw. Op heel jonge leeftijd verloor ze haar beide ouders en haar oudere broers namen de zorg voor haar op zich. Door haar schoonzussen beleefde zij een slechte jeugd. In een tijd en plaats waar het heel normaal was om op een jonge leeftijd te trouwen, trouwde mijn oma pas op haar zevenentwintigste. Ze werd de tweede vrouw van mijn opa. Haar huwelijk met mijn opa duurde niet al te lang, want op haar veertigste werd ze een weduwe. Naast de zorg voor haar eigen kinderen, nam ze ook de zorg voor de twee weeskinderen uit de familie van mijn opa op zich. Onze familieleden, die al te graag over deze periode in het dorp spreken, vertellen vaak hoe geliefd mijn oma was bij de kinderen. Daar was een reden voor.
Alle kinderen kwamen na schooltijd bij haar thuis om te genieten van haar verhalen, sprookjes en vers gebakken eieren in echte boter (wat een delicatesse was voor die tijd in het dorp). Wat wil een kind nog meer? Wat mij het meeste raakte over haar wat mijn vader vertelde was haar punctualiteit als het ging om nuttigen van halal eten. Mijn opa speelde rietfluit en kon heel goed dansen, en mensen uit de omringende dorpen nodigden hem ook vaak uit voor hun bruiloften. Soms kreeg mijn opa voor zijn optredens geld of eten. Mijn oma ondervroeg hem altijd: heb je gedronken? Werd er gedronken op de bruiloft? Als het antwoord bevestigend was, nam ze het geld en eten niet aan.
Mijn oma bad vijf keer per dag. Ook toen ze in het dorp woonde, bad ze al. Als ik terugdenk aan haar gebeden waar ze de soera’s reciteerde met een zwaar Koerdische accent en aan haar laatste gebeden van de dag (isha) waarbij ze vaak in slaap viel, dan verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Ik herinner mij dat ik als kind, met mijn t-shirt en korte broek, naast haar stond en haar bewegingen nadeed. Toen ze later naar Nederland kwam, vroeg ik haar: “ Hoe heb je de soera’s uit de koran geleerd?” Ze antwoordde: “Mijn broer Mehmed Kamil las veel boeken en wat hij las, onderwees hij ons.” Mijn oma was analfabeet, wat ik heel bijzonder vond aan haar, was dat ze de Turkse taal pas na haar veertigste had geleerd. En nog heel goed ook. Ik herinner mij ook dat ze elke donderdag aalmoes gaf aan armen. Ze weigerde bedelaars nooit. Altijd had ze wel iets te geven. En met heimwee keek ze naar de beelden van Kaba op tv, waar ze in 1991 op bedevaart was gegaan.
Mijn oma vastte heel veel vrijwillig buiten de maand ramadan. Op alle maandagen en donderdagen, en op de dagen voor de belangrijke feestdagen en met de herdenking van Ashoera. Ze vastte ook de volle twee maanden, rajab en shaban voor de maand ramadan. Ze spoorde mij ook aan tot het vasten toen ik 9 á 10 jaar was. Ik vastte eerst tot het middaggebed of soms tot het namiddaggebed, en na een tijdje vastte ik zelfs tot het avondgebed. Wat was ik trots!
Als kind vond ik het superleuk om mee te vasten en op te staan voor het nachtelijke ontbijt (sahur). Het allerleukste vond ik om te vasten op de dagen voor het Offerfeest of het Ontbijtfeest. Mijn oma vertelde namelijk dat de dag voor het feest (arefe-dag) alle dieren en zelfs de wolven en de vogels allemaal vasten. Dit idee vond ik als kind zo fascinerend, ik vastte mee met het hele dierenrijk! Voor het vasten beloonde zij mij soms met chocola of nog beter met chocoladewafels. Mijn oma behandelde mij zo speciaal, alsof wat ik deed, het allerbelangrijkste was in de hélé wereld! Daarom is vasten nog steeds mijn favoriet onder de vijf zuilen van islam. Zelfs in tijden dat ik mijn vraagtekens had over de juistheid van islam als leefwijze en het bestaan van God, bleef ik vasten. Dat was mijn houvast.
Mijn oma leerde mij nog veel meer: breien, haken, met de hand naaien, planten stekken en koken. Ik was nogal een druk kind en om mij rustig te krijgen, vertelde zij altijd sprookjes over djins, feeën en de avonturen van de stoute, brutale kale jongen (keloglan) die nooit naar zijn moeder luisterde. Ik hing aan haar lippen. Eigenlijk is er nog veel meer te vertellen over haar, maar ik hou het hierbij. Ik ben God dankbaar, voor dat ene jaar waarin mijn oma mij zoveel waardevols heeft geleerd. Moge Allah haar ziel en de zielen van alle toffe oma’s en opa’s ontvangen in al Zijn liefde en barmhartigheid. Amin!
2 Reacties op "Mijn oma en het vasten"
Mooi geschreven, zus! Zat helemaal in het verhaal :)
prachtige stuk!!