Voorpagina Recensies

Recensie: Vrijheid van Jonathan Franzen

Wat maakt het boek Vrijheid van Jonathan Franzen zo boeiend? Tijdens het lezen vroeg ik me dat keer op keer af. De titel leek het absolute begrip van vrijheid te suggereren en het filosofische concept ervan. Eenmaal in het boek begonnen, leek het een gewone roman. De titel van het eerste gedeelte heet “Goede buren”. Vrij snel bedacht ik me dat wat Franzen toonde ons onbegrip van onze ‘buren’ was in dat hoofdstuk. We zien alleen maar de façade van mensen, van onze buren. We gaan af op uiterlijkheden en van wat we van anderen horen, zonder ons werkelijk in de mensen of de buren te verdiepen en zelf aan de mensen of buren te vragen “Wat vind jij eigenlijk van dit of dat?” of “Hoe zit het daarmee?”. Toch handelen we altijd direct op basis van beeldvorming zonder ons om de werkelijkheid te bekommeren.

De hoofdpersonages van Vrijheid hebben allen een eigen concept van vrijheid en gaan allen op hun eigen manier met vrijheid om. Het lijkt of ze ook allen worstelen met vrijheid. Een van de belangrijkste personages is Patty die in het boek ook als de autobiografe aan het woord komt. Zij geeft haar zoon Joey alle vrijheid en behandelt hem soms teveel als haar gelijke, als een volwassene, terwijl hij nog maar een tiener is. In ruil daarvoor verwacht ze iets van emotionele genegenheid terug. De waarheid is anders. Joey sluit zich juist meer en meer af van haar en misbruikt in haar ogen zijn vrijheid door een relatie met zijn iets oudere buurmeisje te beginnen.

De rockster Richard, een oude vlam van Patty, is een standaard rokkenjager en wil zich niet binden. Hij is de eeuwige vrijgezel met alle vrijheden die erbij komen. Toch is hij afgunstig op zijn beste vriend Walter die met Patty is getrouwd. Een bepaalde vorm van vrijheid lijkt dan een beperking van iets anders in te houden. Absolute vrijheid lijkt niet gelukkig te maken.

Gaandeweg speelt de inval in Irak van 2003 een rol. De bevrijding die eigenlijk helemaal geen bevrijding is. De oorlog die mensen vrijheid en democratie zou moeten brengen is tegelijkertijd een vuile oorlog. Een oorlog die malafide zakenmannen de kans geeft letterlijk schroot te verkopen, alles in het teken van het brengen van vrijheid. Die boodschap van Franzen maakt dat het boek geen standaardroman meer is. Deze boodschap biedt een extra dimensie waardoor je gaat twijfelen aan de rechtvaardigheid en de juistheid van de voorstelling van zaken, aan de beeldvorming in het groot.

Hoe gaan we eigenlijk om met beeldvorming? Hoe gaan we zelf om met onze vrijheid om iets te geloven? Bepalen we dat zelf? Wie bepaalt trouwens vrijheid? Wie bepaalt hoeveel vrijheid genoeg is voor een ander en of iemand die vrijheid aan kan? De gebeurtenissen in het Midden-Oosten baren heel veel mensen zorgen, om verschillende redenen. Sommigen vragen zich af of de mensen klaar zijn voor democratie en vrijheid. Deze argumenten zijn klinkklare onzin. Waarom zouden ze er niet klaar voor zijn? Als men bereid is te vechten voor vrijheid en democratie, dan is men er meer dan klaar voor. Juist diegenen die met deze argumenten komen, hebben niet begrepen wat vrijheid werkelijk inhoudt en gunnen dat misschien stiekem een ander niet.

Franzen laat zien hoeveel verschillende facetten er aan vrijheid zitten en dat het aan eenieder zelf is wat diegene met de vrijheid doet. Of dat goed of fout is, dat laat hij in het midden en laat de lezer zelf bepalen. Hij heeft in ieder geval begrepen wat vrijheid is.

Jonathan Franzen | Uitgeverij Prometheus | 2010 | 592 | ISBN 9789044614398 | € 19.95