Voorpagina Jouw Dagelijkse Dosis 2015 / 1436

Tegenlezen: alternatieve lezing van Q4:34 – Juz’ 5

Dit is deel 5 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in de Ramadan schrijft een team van schrijvers een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen. Iedere dag kiest een jury de beste reflectie. De winnaar krijgt een presentje thuisgestuurd.

Het vijfde deel van de Qur’an loopt van Q4:24-147 en beslaat daarmee een groot deel van soera An-Nisaa’ – in het Nederlands: De Vrouwen. Islam en vrouwen: is er een heter hangijzer? Is er een dikkere stok om de spreekwoordelijke hond mee te slaan? En, nu we het toch over ‘slaan’ hebben: verdulleme, hier zit Q4:34 ook nog eens in! Enfin, laten we een stukje voor het begin beginnen.

Juz’ 4 eindigt met de eerste verzen van hoofdstuk 4. Het bevat een vers dat jullie mogelijk kennen omdat het vaak gebruikt wordt in de vrijdagspreek:

“O mensen, voldoe aan jullie verantwoordelijkheden jegens jullie Heer, Die jullie uit één enkel wezen schiep en uit hen beiden mannen en vrouwen heeft voortgebracht en verspreid. Wees je bewust van God, uit Wiens naam jullie elkaar iets vragen en respecteer de verwantschapsbanden. Allah is de Bewaker over jullie.” (Q4:1)

Dit vers uit Juz’ 4 is broodnodig voor de contextualisatie en kadering van het verdere hoofdstuk, want we lezen hier een aantal belangrijke zaken, zonder welke je verloren bent in een discussie over islam en gender.

Allereerst schenkt dit vers eer aan alle mensen door hen direct aan te spreken. Zoals Muhammad Al Ghazali (moge God hem genadig zijn) in zijn Thematic Commentary on the Qur’an schrijft: “Ondanks dat we er als mensen verschillend uitzien of anders lijken, zijn we allemaal verwant, delen we dezelfde oorsprong en stammen we af van dezelfde bron.” Dit vers benadrukt de gelijkwaardige afstamming van alle mensen, ongeacht hun verschillen.

Het is belangrijk om deze gelijkwaardigheid in oog te houden, omdat soera 4 ook een zeer Medinese aangelegenheid betreft. Het bevat veel regelgeving omtrent de behandeling van wezen en de omgang tussen man en vrouw. Een deel hiervan lijkt niet tijdsgebonden maar algemeen, terwijl andere regels in de loop der eeuwen cultureel ingekleurd lijken. Als moslim kun je dan met jezelf in de knoop komen als je bijvoorbeeld Q4:34 leest:

Mannen zijn de qawwamoena van de vrouwen betreffende datgene waarmee God sommigen boven anderen heeft bevoorrecht en met hetgeen zij van hun bezittingen hebben besteed. Deugdzame vrouwen zijn dus degenen die gehoorzaam zijn en het verborgene bewaken, hetgeen God hen wil doen bewaken. En degenen van wie jullie ongehoorzaamheid vrezen, wijs hen terecht, en vermijd hen in hun rustplaatsen wadriboehoenna. Indien zij jullie dan gehoorzamen, zoek dan tegen hen geen gerichte weg. (Q4:34)

Twee gedeelten heb ik hier bewust onvertaald gelaten, omdat de interpretatie hiervan de sleutel is tot hoe je jezelf verhoudt van mens tot mens, van man tot vrouw en van vrouw tot man. Een mogelijke vertaling zou zijn: “mannen zijn de baas… en van wie jullie ongehoorzaamheid vrezen… sla hen.” Ik pik deze interpretatie echter niet. Jij wel? Is er een andere optie? Of zijn er zelfs meerdere andere opties, eventueel gebaseerd op meerdere islamitische bronnen? Natuurlijk!

Allereerst las ik uiteraard niet voor niets het eerste vers van hoofdstuk 4 met jullie. In de kern beschouw ik mensen als gelijkwaardig omdat ze allen een gelijke bron en oorsprong kennen, ongeacht wat je ook beschouwt als bron. Wanneer je vertrekt vanuit deze positie van gelijkwaardigheid – en heiligheid van het leven – is het onmogelijk om 4:34 nog te lezen op patriarchale wijze, maar stuw je jezelf richting een inclusieve interpretatie van de Qur’an, eentje die mannen niet altijd boven vrouwen plaatst, maar eerder naast en complementair aan hen.

In een recente koranvertaling van Laleh Bakhtiar (islamicworld.com, 2007) wijst zij op de verschillende manieren waarop de wortel van het werkwoord ‘idrib’ (van wadriboehoenna of daraba: ضرب) vertaald is naar het Engels: o.a. beat, spank, hit. Zij blokkeert deze interpretatie echter door te schrijven: de Profeet Mohammed ﷺ sloeg zijn vrouw nooit. Er is indirect bewijs uit de Soennah van de Profeet ﷺ dat hij een metgezel toestemming zou hebben gegeven, maar uiteindelijk zouden zijn eigen handelingen sterker moeten tellen dan zijn woorden.

Een tweede argument van haar is dat daraba vele andere betekenissen heeft, waarvan enkele ook veelvuldig voorkomen in de Qur’an. Een belangrijke betekenis, aldus Bakhtiar, is “weggaan”. Deze betekenis is bekend vanuit de soennah: wanneer de Profeet ﷺ er niet uitkwam met zijn vrouw, koos hij ervoor om afstand te nemen en niet om haar te slaan. Bakhtiar vindt tekstuele ondersteuning hiervoor in de Qur’an zelf, in Q2:231 waar God oproept om rechtvaardig met vrouwen om te gaan in geval van scheiding en hun geen kwaad te berokkenen: “Behoud hen niet om hen te kwellen door de grenzen te overschrijden en vijandig op te trekken.” Als dit al voor gescheiden vrouwen geldt, wat dan te denken van de vrouwen met wie je nog gehuwd bent? Met deze interpretatie maakt Bakhtiar zich sterk voor een inclusieve en holistische benadering van de verhouding tussen man en vrouw.

Maar hoe zit het dan met qawwaamoena? In Qur’an and Woman bespreekt Amina Wadud (moge Allah tevreden met haar zijn) dit zeer uitgebreid. Het wordt soms vertaald met ‘toezichthouder’, ‘leider’ of ‘gezinshoofd’. Dit zijn allen woorden waarmee een bepaalde superioriteit lijkt te worden aangeduid van de man ten opzichte van de vrouw. Klopt dit echter wel? Allereerst richt zij zich op het verband tussen privilege en verantwoordelijkheid: in veel exegesen wordt een link gelegd tussen het leiderschap van de man in het gezin vanwege het feit dat hij financiële verantwoordelijkheid draagt. Hiermee brengt zij de veronderstelde superioriteit terug tot een voorwaardelijk (en dus geen absoluut) niveau: wie betaalt, bepaalt… en anders bepaal je helemaal niets. Zij wijst er echter op dat deze potentiële financiële superioriteit alleen concreet tot uiting komt in de verdeling van de erfenis zoals dit verderop in Juz’ 5 wordt behandeld.

Dat is echter niet het hele verhaal, want de zin bevat ook het woordje ba’d (sommigen) waarmee lijkt te worden gesuggereerd dat niet alle mannen bevoorrecht zijn boven alle vrouwen, maar slechts sommige. Dit betekent dat er ook ruimte is voor de bevoorrechting van sommige vrouwen over sommige mannen of voor een gelijkwaardige positie op het gebied van gunsten en voorrechten.

Jullie begrijpen inmiddels hopelijk dat de Qur’an net als andere teksten gevoelig is voor alle processen omtrent interpretatie: context, taal, cultuur, leesomstandigheid, eigen inzicht, geschiedenis, ontwikkeling van jezelf. In dit stuk heb ik jullie geprobeerd mee te nemen op mijn reis door Juz’ 5 en dan met name langs het niet malse Q4:34. Mijn begrip ervan zal altijd in ontwikkeling zijn. Soms zal dat parallel aan jullie begrip lopen en soms zal ik enigermate uit de pas lopen. We komen elkaar vast wel weer ergens tegen.

Jouw Dagelijkse Dosis 2015 / 1436:

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van