Voorpagina Islam, Jouw Dagelijkse Dosis 2015 / 1436, Ramadan

Jij, de Qur’an en vele vragen – Juz’ 30

We zijn beland bij Juz’ 30. Dit deel loopt van hoofdstuk 78, Soera An Naba’, tot en met hoofdstuk 114, Soera an Naas. Dit betekent dat degenen van jullie die de hele maand hebben meegelezen, hoogstwaarschijnlijk nu de hele Qur’an hebben gelezen, van bam tot khatam (tot het eind)! Prachtig, moge Allah ons belonen voor elke letter die we gelezen hebben.

Als het goed is, is deze Juz’ ook voor jullie een feest der herkenning. De meeste mensen kennen immers wel enkele kortere hoofdstukken van de Qur’an uit hun hoofd en het gros daarvan bevindt zich in dit deel, ook wel Juz’ Amma genoemd naar het eerste woord van de juz’: “’Amma yatasa’aloena?” Ofwel: “waarover [be]vragen zij elkaar?” (78:1)

Ik noem even een paar kortere hoofdstukken: allereerst zijn daar natuurlijk an Naas (114) en al Falaq (113). Deze staan tezamen ook wel bekend onder de naam al mu’awidhatayn, wat zoveel betekent als ‘de twee hoofdstukken waarmee je bescherming zoekt bij Allah’. Deze twee prachthoofdstukjes kun je lezen voor je gaat slapen. Soera an Naas helpt je bescherming te zoeken bij Allah tegen het kwaad binnenin jezelf, terwijl soera al Falaq je helpt om bescherming te zoeken bij Allah tegen het kwaad dat van buiten komt. An Naas linkt op een mooie, zelfs cyclische, manier weer door naar de eerste soera uit de Qur’an – al Faatihah – door haar nadruk op de vele namen van Allah: Rabb innaas (Heer van de mensen), Malik innaas (Koning van de mensen), Ilaah innaas (God van de mensen) in an Naas vs Rabb al ‘Alamien (Heer der werelden), Maliki Yawmiddien (Eigenaar of Meester van de dag des oordeels) in al Faatihah en uiteraard de gedeelde namen ar Rahmaan (de Barmhartige) en ar Rahiem (deErbarmer).

Deze Juz’ bevat ook soera Ikhlas (112). Dit hoofdstuk geeft je eigenlijk in een notendop de hele theologie van islam: “Zeg: ‘Hij, Allah, is de Enige!” Scherper kun je de Schepper bijna niet gesteld krijgen! De Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) vermeldde zelfs dat deze soera als het ware een derde van de Qur’an is (Muslim).

Verder bevat deze Juz’ ook soera al ‘Asr. Hiervan zei Imam Ash Shafi’i (moge Allah hem genadig zijn) dat, wanneer deze soera op goede wijze beschouwd zou worden door de mensen, het voor hen voldoende zou zijn als leiding. Kun je er wat bij voorstellen? Lees met me mee:

“Bij de tijd!
Voorwaar de mens is zeker verloren
Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot waarheid en elkaar aansporen tot geduld.” (103:1-3)

Dit was één van de eerste hoofdstukken die ik ooit las in een gebedsboekje voor kinderen. Maar het is ook het eerste hoofdstuk waarvan ik later een uitgebreide tafsir mocht bijwonen. Drie korte regels werden opengebroken en explodeerden haast van rijkdom in betekenis. De driedubbele betekenis van ‘asr als gebedstijd, namiddag, belangrijkste tijd van de dag; de zekerheid van verlies waarmee een mens in zijn of haar leven wordt geconfronteerd en die alleen te bestrijden is met de troost van geloof, met het gewicht in de schaal van goede daden; de strijd om elkaar de waarheid te zeggen, maar vooral ook om geduld te hebben, want soms is het beter om je mond te houden en vrede te brengen, dan om je gelijk te halen. Alle lof is voor Allah.

Maar het zijn niet alleen de kortere hoofdstukken die mijn herinnering prikkelen. Juz’ 30 bevat ook een langer hoofdstuk waar ik altijd met veel liefde aan terugdenk. Hoofdstuk 87, soera al A’laa, heb ik per oor uit het hoofd geleerd. Waar ik in het begin van mijn moslimschap veel moeite had met Qur’an leren, schoot ik plots vooruit toen mijn gemeenschap (de Indonesisch-Nederlandse Moslimgemeenschap “EuroMoslim”) jaarlijks Ustadh Muttaqin begon uit te nodigen.

Ik genoot zozeer van zijn stem en dictie dat ik steeds langer en vaker bij de nachtgebeden kwam in de maand ramadan. Hoe vaker ik kwam, hoe meer Qur’an ik ging herkennen, tot ik opeens merkte dat hij (en bijna elke andere imam, trouwens!) aan het einde van de rit vaak dezelfde hoofstukken reciteerde: al A’laa, al kafiroen en een combinatie van Ikhlas/Falaq/Naas. En opeens besefte ik dat ik al A’laa nagenoeg uit mijn hoofd kende. Dat was een wonderbaarlijk moment, vooral omdat vers 6-7 het volgende vermelden: “Wij zullen jou [de Qur’an] doen voorlezen opdat jij niet vergeet, behalve wat Allah wil [dat je vergeet]. Inderdaad Hij kent het openlijke en het verborgene.” (87:6-7)

Enfin, deze Juz’ is rijk aan herinneringen, vol met vermaningen en gereserveerd voor gedenking: “Degene die zich reinigt en degene die de naam van zijn Heer gedenkt en Hem aanbidt, hij is waarlijk succesvol.” (87:14-15) Laten we onszelf afvragen wat we hiermee gaan doen. De maand ramadan is nu voorbij en velen van ons hebben de Qur’an uitgelezen, of zijn klaar met luisteren omdat de imam tot khatam heeft gelezen, inclusief prachtige, maar ellenlange smeekbeden. Wat nu? Laten we elkaar bevragen, net als de mensen die elkaar bevroegen aan het begin van deze Juz’ – “’Amma yatasa’aloena!” Deze mensen bevroegen elkaar “over het geweldige bericht [over de Dag der Opstanding] waarover ze het oneens zijn.” (78:1-3) Laten wij elkaar bevragen over de rol van de Qur’an in ons leven. De ramadan is voorbij, maar de Heer van de Ramadan is ook de Heer buiten de Ramadan, net als de Qur’an van de Ramadan ook de Qur’an buiten de Ramadan is.

Stel jezelf de vraag: kan ik meer uit dit prachtige boek halen? De reflecties die we de afgelopen maand met jullie gedeeld hebben, dienen als een startpunt: maak de Qur’an relevant in je leven en bouw je eigen herinneringen en reflecties op. Jij en de Qur’an. De Qur’an en jij. Het woord van Allah en jij. Jij en Allah. Bevraag elkaar over jullie ervaringen, maar bevraag allereerst jezelf: hoe ga ik de springplank van de Ramadan gebruiken om mezelf verder te ontwikkelen, om mezelf tot taqwa (Godsbewustzijn) door te laten groeien.

Moge Allah ons doen groeien tot mensen van ikhlaas (zuiverheid), ihsaan (perfectie) en taqwa (Godsbewustzijn). En moge Hij al onze vormen van aanbidding accepteren en ons allen tot de mensen van het paradijs maken. Amien!

Dit is deel 30 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in de Ramadan schrijft een team van schrijvers een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen. Iedere dag kiest een jury de beste reflectie. De winnaar krijgt een presentje thuisgestuurd.

Jouw Dagelijkse Dosis 2015 / 1436:

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van