Voorpagina Algemeen, Cultuur, Ervaringen, Geschiedenis, Maatschappelijk, Persoonlijk, Samenleving

Olijfoliepraatjes in de supermarkt

In de supermarkt staat een Marokkaanse man op leeftijd voor me in de rij bij de kassa en plaatst zijn boodschappen op de band. Terwijl het kassameisje begonnen is met het scannen van zijn boodschappen, gaat zijn telefoon over.

Een Nokia.

Ik hoor de welbekende beltoon langzaamaan steeds luider worden, maar meneer is diep verzonken in eigen gedachten en heeft niet door dat zijn telefoon overgaat.

‘Meneer, ik denk dat u gebeld wordt’, zegt het kassameisje vriendelijk attenderend.
-‘Nee, nee, tankiewal’, antwoordde de man vriendelijk terug.

Niet wetend wat het meisje nou eigenlijk bedoelde, staarde hij weer kalm voor zich uit. Net op het moment dat ik hem op zijn schouder wilde tikken, viel het kwartje. Snel haalde hij zijn bril uit zijn binnenzak, vouwde ‘m vluchtig open en plaatste deze bekwaam op het puntje van zijn neus. Vervolgens haalde hij heel kalmpjes zijn telefoon uit zijn broekzak en bleef gefocust een aantal seconden ongestoord naar het nummer op het knipperende schermpje kijken.

Ondertussen is het kassameisje klaar met scannen en wil ze overgaan tot de transactie, maar ze wachtte op oogcontact met de oude man die nog steeds aarzelend naar zijn rinkelende telefoon bleef kijken – en met hem inmiddels iedereen die in de rij stond. Met zijn wijsvinger zwevend boven het groene knopje mompelde hij zorgelijk iets in de trant van ‘waqila lmaghreb.’

Kassameisje: “Meneer, dat is dan…..”

De oude man keek haar weer vriendelijk aan, stak vaderlijk zijn wijsvinger symbolisch in de lucht, en zei: ‘mivrouw, één moment alsjeblieft. Is familie uit Marokko..’

Vervolgens deed hij een paar stapjes naar achteren, nam zijn telefoon op en voerde een luid gesprek. Terwijl hij heen en weer liep tussen kassa 3 en 5, stak hij telkens bij het omdraaien nog steeds vriendelijk en verontschuldigend zijn wijsvinger omhoog richting het kassameisje.

Eenmaal klaar, betaalde hij zuchtend zijn boodschappen en verontschuldigde zich met zijn hand op zijn hart tegenover de mensen in de rij en tegen het kassameisje: ‘Sorry meisje, familie wil niet olijfolie sturen voor mij, daarom ik beetje boos..’

Kassameisje: ‘Aah, niet erg hoor, maar meneer, olijfolie verkopen wij hier ook..’
Haj: ‘Nee, die niet goeie olie, die zelfde als water. Deze olie is sterk, is héééél gezond.’ Het meisje lachte en ook ik kon mijn lach niet onderdrukken, ‘Als jij wil, ik neem voor jou mee’, zei hij met een brede glimlach.

Ondertussen had ik mijn boodschappen afgerekend en hielp ik de oude man met zijn boodschappen. Terwijl we samen richting de uitgang liepen sprak hij over de slechte oogst van dit jaar, de douane die nu geld rekent per liter olijfolie en dat de tijd sterk is veranderd. Hij vertelde dat ze vroeger, in zijn tijd als gastarbeider, nergens olijfolie konden vinden in Nederland. Hij zei:

‘Toen wij hier in Nederland kwamen werken, moesten we maanden zonder olijfolie ontbijten. Op een dag ging ik met volle moed naar de supermarkt om koste wat het kost olijfolie te vinden. Ik probeerde met gebaren en in het Marokkaans aan de winkelbediende uit te leggen dat ik op zoek was naar ‘zit zitoen’, maar walou, hij begreep me niet.

Dus ging ik vastberaden dat ik was, zelf op zoek naar olijfolie. Ik ging alle schappen langs en uiteindelijk kocht ik een groene fles met van die ronde -wat ik dacht – zwarte olijven erop afgebeeld. Ik was zo blij dat ik eindelijk olijfolie had gevonden en kon niet wachten om ermee te koken voor de andere gastarbeiders. Toen ik thuis was begon ik meteen met de voorbereidingen voor het avondeten en goot een flinke scheut uit de fles in de pan, maar tot mijn verbazing rook het niet naar olijfolie. Ik nam een slok uit de fles en kwam er toen achter dat het geen olijfolie was, maar wijn.

A weldi, ik heb de hele nacht niet geslapen en tot aan het ochtendgebed om vergeving gevraagd. Sindsdien durfde ik nergens meer olijfolie te kopen in Nederland..’

Hij stapte op zijn fiets en met de vredesgroet namen we afscheid van elkaar.

Olijfolie, what else..❤️

Karim is een 27-jarige inwoner van Utrecht. Hij is ambitieus, houdt van hardlopen, en mag een echte familiemens genoemd worden. Ergens is hij ook wel een einzelgänger. Hij kan erg genieten van de stilte en leert zichzelf daardoor ook heel goed kennen. Een goed boek of een pen en kladblok is dan vaak zijn gezelschap. Karim is mede-oprichter van Stichting Made in Prison. Niet alleen wil hij de positie van jongeren versterken in Nederland, ook draagt hij een bijdrage aan de positieve terugkeer van mensen uit detentie. Voor Karim duurt een dag eigenlijk altijd te kort, er is altijd wel iets wat hij nog kan of wil doen. Hij heeft een sterke drive, incasserings- en doorzettingsvermogen, en denkt graag in mogelijkheden. Ook niet onbelangrijk: Karim heeft nooit een ochtendhumeur! Zijn motto: ‘Niet durven is de grootste rem op alles.’

Lees andere stukken van Karim