Voorpagina Algemeen, Charlie Hebdo, Ervaringen, Islam, Islamofobie, Maatschappelijk, Media, Moslimhaat, Politiek, Samenleving

Islamofobie in beeld gebracht

“Blijf van mijn mama af! Niet doen, afblijven!” Op 23 december 2015 rond 11.00 was een vierjarig jongetje getuige van de aanranding van zijn moeder die in de tram in haar bil werd geknepen door een man. De man riep vervolgens door de tram: “Kijk eens wat ze onder die hoofddoeken verstoppen!” Van alle omstanders die op dat moment in de tram zaten, was het vierjarige zoontje de enige die zich uitsprak tegen dit islamofoob geweld. Meteen wendde de jonge vrouw zich samen met haar twee kinderen tot de politie in Rotterdam Zuid om aangifte te doen van wat haar was overkomen. “Je kunt het ook zien als een compliment. Je moet niet van een mug een olifant maken”, werd haar gezegd door de politiebeambte. Er werd die dag geen aangifte opgenomen, evenmin toen ze later die week nog een keer naar het politiebureau ging met het verzoek om de aangifte alsnog op te nemen. “We kunnen niks voor u betekenen”, werd er gesteld.

Het bijzondere in de bovengenoemde casus zit vooral in het feit dat de vrouw maar liefst twee keer naar het politiebureau is geweest en zich daarnaast tot Meld Islamofobie heeft gewend. Meld Islamofobie constateert dat de bereidheid om aangifte te doen laag is. De reden die melders aangeven is dat ze het gevoel hebben dat er niks mee wordt gedaan en dat het daarom geen zin heeft. Reden temeer waarom de reactie van deze politieambtenaren in Rotterdam zeer kwalijk is. Nadat Meld Islamofobie deze melding publiceerde, stelde de Rotterdamse partij Nida raadsvragen over dit voorval en heeft de Politie Rotterdam contact gezocht met Meld Islamofobie. De politie heeft deze gebeurtenis hoog opgenomen en zich bereid gesteld een contactpersoon in te stellen voor misstanden binnen de politie Rotterdam. De politie Amsterdam heeft eveneens contact gezocht met Meld Islamofobie.

De afgelopen jaren hebben wij geconstateerd dat de discussie omtrent moslims enorm verhard is. De discussie gaat gepaard met discriminerende, denigrerende en stigmatiserende uitlatingen, waarvan sommigen thans door de rechter worden beoordeeld.  Moslims geven aan dat ze een bepaalde vorm van gewenning ervaren aan islamofobe gebeurtenissen. Opmerkingen in het openbaar vervoer, het oproepen tot een andere behandeling voor moslims in de politiek, het framen van moslims als ‘terroristen’ wanneer een dader een islamitische achtergrond heeft waar het ‘verwarde mensen’ betreft wanneer de dader die achtergrond mist, het niet aangenomen worden omdat de sollicitant een hijab draagt, zijn allemaal voorbeelden van het normaliseren van islamofobie binnen de huidige maatschappelijke tendens. Deze gewenning heeft zowel betrekking op slachtoffers als daders. Moslims die slachtoffer worden van islamofoob geweld en moslimhaat worden te weinig gestimuleerd om met hun ervaringen naar buiten te treden. Daders komen vaak te makkelijk weg.

“Onze organisatie bestaat al uit 55 rechtse extreme leden die toe zien dat de Islam uiteindelijk verdreven gaat worden. Onze partij de N.S.B. Brabant gaat hier voor zorgen. Ons voorbeeld leider in Nederland is Wilders. Als het nu 1940 zou zijn dan had Hitler dit probleem al lang op gelost maar nu doen wij dat voor hun. Heil Wilders, Volhard en getekend, Neo/nazi partij N.S.B. Brabant Tilburg”
Bovenstaand fragment (inclusief taalfouten) is afkomstig uit een dreigbrief die in januari en maart 2016 bij verschillende moslims in Tilburg werd bezorgd.

Islamofobe geweldplegingen worden steeds ernstiger. Brieven aan moslimbuurtbewoners die ondertekend worden door sympathisanten van Hitler, en islamofoben die de daad bij het woord voegen door brandbommen naar moskeeën te gooien, getuigen van het feit dat de dreiging voor moslims en islamitische instellingen heel reëel is. Dit maatschappelijke probleem dient in kaart gebracht te worden om het tegen te gaan. Minister Asscher erkent de noodzaak van een goede registratie van moslimhaat en ook de Europese Commissie wil de strijd tegen moslimhaat opvoeren. Meld Islamofobie is ontstaan nadat een aantal maatschappelijk betrokken academici constateerden dat de haatdelicten jegens moslims enorm toenamen na de aanslag op Charlie Hebdo in januari 2015. De omvang van islamofobie was onduidelijk en het ontbrak slachtoffers aan een instelling waar zij hun verhaal kwijt konden. Het primaire doel van Meld Islamofobie is dan ook het in kaart brengen van islamofobie in Nederland door meldingen te verifiëren, analyseren en documenteren.

Meld Islamofobie blijkt als onafhankelijke organisatie gestuurd door vrijwilligers, een toegankelijk meldpunt voor mensen die met islamofobie geconfronteerd worden. Melders waarderen de betrouwbaarheid in combinatie met de expertise van vrijwilligers, evenals de manier waarop het meldpunt aandacht vraagt voor het probleem. Meld Islamofobie hecht zeer veel waarde aan de betrouwbaarheid van de cijfers en hanteert een strikte definitie met betrekking tot islamofobie. Meldingen die niet onder de definitie vallen, worden derhalve niet in het onderzoek betrokken. Naast het aannemen van meldingen, biedt Meld Islamofobie ook juridisch advies, nazorg, bemiddelt het meldpunt tussen partijen en wordt er aandacht gegenereerd voor islamofobie in het algemeen en voor individuele gevallen.

Meld Islamofobie bestaat thans één jaar en gaat zich binnenkort dankzij een met veel succes afgeronde crowdfunding-campagne als stichting vestigen om zich nog sterker te maken. Vandaag publiceerde Meld Islamofobie haar tweede rapport over de jaarcijfers van 2015.

Als kind was Nadia al gefascineerd door het recht. Haar studiekeuze was dan ook snel gemaakt. Ze zet zich in voor mensenrechten en sociale rechtvaardigheid. Ook schreef ze het boek Liefdeswetten, over Nederlands en Marokkaans huwelijksrecht.

Lees andere stukken van Nadia