Voorpagina Islam, Jouw Dagelijkse Dosis, Jouw Dagelijkse Dosis 2016/1437, Ramadan, Spiritualiteit

De mieren, het verhaal en de spin – Juz’ 20

Dit is deel 20 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in de Ramadan schrijft een team van schrijvers een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen.

De laatste tien dagen van de maand ramadan zijn bijna aangebroken. In deze dagen schuilt de Waardevolle Nacht (Laylat’ul Qadr) waarin de koran is geopenbaard aan de geliefde profeet Mohammed (v.z.m.h.). De maand ramadan staat bekend als de maand waarin moslims vasten. Het vasten is zeer zeker een belangrijk onderdeel van deze maand, maar wat deze maand écht heel speciaal maakt, is de openbaring van de koran. Het wordt ook wel de maand van de koran genoemd. Dit wist ik natuurlijk ook, maar soms dringt datgene wat je weet niet helemaal door. In deze ramadan heb ik daarom goed nagedacht over wat mijn relatie met de koran is. Hoe vaak lees ik de koran en waarom lees ik het? Lees ik de koran incidenteel of lees ik het regelmatig? Op welke momenten lees ik de koran vaak? En wat betekent het lezen van de koran voor mijn dagelijkse leven hier anno 2016? Wat zegt mijn relatie met de koran over mijn relatie met God? Zo kan ik doorgaan met de vragen.

Ik las de koran niet zo vaak en als ik het las was dat incidenteel. Desondanks was het lezen ervan een van grote betekenis voor mijn leven nu. De verzen die ik wel ken, wezen mij de weg, gaven mij troost, deden mij verwonderen met name in moeilijke tijden. Ik weet dat ik in moeilijke tijden kan aankloppen bij Allah. Als ik terugdenk aan die moeilijke tijden, dan putte ik heel veel kracht uit de woorden van koran. Als ik een vraag had, opende ik de koran en plotseling zag ik daar het antwoord dat van toepassing was op mijn specifieke situatie op dat moment. Een wonder op persoonlijk niveau, speciaal voor mij zou ik later beseffen.

Vele profeten van God mochten een wonder laten zien, opdat de mensen hen zouden geloven.Profeet Mozes splitste met hulp van Allah de zee, profeet Jezus wekte doden tot weer leven en profeet Mohammed kreeg de koran geopenbaard. Om eerlijk te zijn, begreep ik niet wat dat betekende. De koran is voor mij heilig, want het is Godswoord. Het boek is niet te imiteren, maar als een wonder zag ik het niet. Tot dat ik in aanraking kwam met de lezingen van Nouman Ali Khan over de koran. Hij is geen geleerde, maar wel een zeer gepassioneerde lezer van de koran en deelt graag zijn inzichten hierover als onderwijzer. Hij benadrukt vaak waarom het belangrijk is om de Arabische taal te leren. Voor de reflectie op Juz’ 20 heb ik voor een deel van zijn inzichten gebruik gemaakt over hoe de koran te lezen. Heel simpel was dat: lees de koran regelmatig en denk daar over na, reflecteer daarover: Wat heeft Allah jou te zeggen?

Juz’20 heb ik dan ook een aantal keren gelezen. Helaas ben ik de Arabische taal niet machtig, maar ik heb deze gelezen in het Nederlands en in mijn moedertaal Turks. Ik luisterde ook naar de Arabische recitatie. Eerst zag ik geen relatie en samenhang tussen de verzen, maar hoe vaker ik het las, des te duidelijker ik de samenhang tussen de verzen en hoofdstukken zag. (Over de wonderbaarlijke relatie tussen de hoofdstukken, kun je de reflectie op juz’ 18 lezen van Tasneem Sadiq.) Uiteindelijk las ik verzen waarin ik hele mooie inzichten zag. Sommigen omschrijven het lezen van de koran als vissen naar de parels in de diepte van de oceaan. Nou en of!

Juz’20 bestaat uit een deel van hoofdstuk 27 – de mieren, het gehele hoofdstuk 28- het verhaal en tenslotte een deel van het hoofdstuk 29 – de spin.

Dankbaarheid voor vanzelfsprekendheden: dag en nacht

En jouw Heer is vol van goedgunstigheid jegens de mensen, maar de meesten van hen betuigen geen dank. (27/73)

In dit hoofdstuk valt mijn oog op dit vers, dat over de ondankbaarheid van de mensen gaat. Als ik denk over de zaken waarover ik zo vaak klaag en de klaagcultuur waarin ik leef, dan herken ik mijzelf wel in dit vers. Wat een verschil zou het zijn als ik mijn focus zou richten op de goedgunstigheid van Allah en mijn dankbaarheid zou tonen. Waar kan ik God dankbaar voor zijn denk ik dan? Uiteraard voor heel veel, maar dan lees ik de volgende verzen waarin over de koran gesproken word als “…een leidraad en barmhartigheid voor de gelovigen.”(27/77)

Het is een gunst van Allah dat ik in de koran geloof. In alle tijden, gelukkig of droevig, kan ik mij richten tot het woord van God waarin ik mijn troost kan vinden. In troebele tijden om helderheid krijgen, in donkere dagen om mijn focus op hoop en optimisme richten. Maar ook heel veel zaken die ik als vanzelfsprekend acht, zijn een reden voor dankbaarheid, zoals verwoordt in een vers verderop:

Hebben zij niet gezien dat Wij de nacht gemaakt hebben, opdat zij erin rusten, en de dag om te zien? Daarin zijn zeker tekenen voor mensen die geloven. (27/86)

De tekenen voor de mensen waarover Allah spreekt, worden verderop in hoofdstuk 28 verder verduidelijkt aan de hand van een verbazingwekkende vraagstelling:

Zeg: “Hoe zien jullie het? Als God voor jullie de nacht permanent zou maken tot aan de opstandingsdag, welke god is er dan, anders dan God, die jullie licht zal brengen? Horen jullie dan niet?” (28/71)

Zeg: “Hoe zien jullie het? Als God voor jullie de dag permanent zou maken tot aan de opstandingsdag, welke god is er dan, anders dan God, die jullie een nacht zal brengen waarin jullie kunnen rusten? Hebben jullie dan geen inzicht?” (28/72)

Door Zijn barmhartigheid heeft Hij voor jullie de nacht en de dag gemaakt om er in te rusten en om een gunst van Hem na te streven. En misschien zullen jullie dank betuigen. (28/73)

God nodigt ons uit om na te denken hoe het zou zijn als de dag of de nacht permanent zouden zijn. Dat is nogal een heftig beeld. Continu in het donker of continu in het licht zijn lijkt mij niet uit te houden. Allah legt verder uit waarom dag en nacht geschapen zijn voor de mens, en dat is precies de reden waarom mensen God kunnen bedanken.

Het grote verhaal begint met het kleine verhaal…     

Dit hoofdstuk gaat voor een groot deel over het leven van profeet Mozes. Over profeet Mozes heb ik vaker gelezen, maar zijn verhaal had weinig zeggingskracht voor mij. Dit keer echter is het een en ander over zijn verhaal mij opgevallen. Hieronder een aantal punten:

Wij lezen jou naar waarheid mededelingen voor over Moesa en Fir’aun voor mensen die geloven. Fir’aun had de overhand in het land en maakte de mensen ervan tot groeperingen, waarvan hij een groep onderdrukte doordat hij hun zonen afslachtte en alleen hun vrouwen in leven liet; hij behoorde tot de verderfbrengers. Maar Wij wensten hun die onderdrukt werden in het land een gunst te bewijzen, hen tot voorgangers te maken, hen tot erfgenamen te maken, hun macht op de aarde te geven en Fir’aun en Hamaan en hun troepen te tonen waar zij verontrust over waren. ( 28/3-6)

Allah wil Fir’aun (Farao) en Hamaan (minister van economische zaken) een lesje leren. De onderdrukten helpen en hen de macht geven, iets waar de Fir’aun en Hamaan bang voor zijn. Hiermee begint het verhaal. Het verhaal gaat om politieke en economische machtsverhoudingen. God wil deze verhoudingen veranderen. Plotseling gaat het verhaal verder over de moeder van Mozes die haar zoon in een mandje moet doen en aan de zee toevertrouwen.

En Wij openbaarden aan de moeder van Moesa: “Zoog hem en wanneer jij bang voor hem bent, werp hem dan in de zee en wees niet bang en niet bedroefd; Wij brengen hem naar jou terug en Wij maken hem tot een van de gezondenen.” (28/7)

En het hart van Moesa’s moeder werd ontroostbaar. Bijna had zij het van hem bekend gemaakt, als Wij haar hart niet versterkt hadden, opdat zij tot de gelovigen behoorde. (28/10)

Ik denk dat voor de uitleg en begrip van deze verzen meer kennis en wijsheid nodig zijn. Toch wil ik de lezer achterlaten met een aantal vragen om over na te denken:

Waarom gaat het verhaal over de verandering van politieke en economische machtsverhoudingen plotseling verder met het verhaal waarin een moeder gevraagd wordt om God te vertrouwen op Zijn belofte? Waarom wordt zij zo duidelijk getroost door Allah? Waarom lezen we in dit verhaal over de innerlijke wereld van een moeder?

Wijsheid en kennis, een voorbeeld…

Het verhaal gaat verder. Mozes komt goed terecht. De vrouw van de Fir’aun neemt hem op in hun paleis. Ze brengen hem groot. Daarna gaat het verhaal over zijn volwassenheid en een misstap van Mozes:

Toen hij volgroeid en welgevormd was gaven Wij hem oordeelskracht (wijsheid) en kennis. Zo belonen Wij hen die goed doen. (28/14) 

En hij kwam de stad binnen op een tijd dat haar mensen er niet op letten en hij vond er twee mannen die aan het vechten waren; de een was van zijn groepering en de ander van zijn vijand en hij die van zijn groepering was riep hem te hulp tegen hem die van zijn vijand was. Moesa sloeg hem en bracht hem om. Hij zei: “Dit is werk van de satan; hij is een verklaarde vijand die tot dwaling brengt.” Hij zei: “Mijn Heer, ik heb mijzelf onrecht aangedaan. Vergeef mij dus.” En Hij vergaf hem; Hij is de vergevende, de barmhartige. (28/15-16)

 

Allah geeft profeet Mozes wijsheid en kennis, als beloning op ‘goed doen’. Als ik verderop lees hoe profeet Mozes per ongeluk een man vermoordt, dan denk ik: waar blijft zijn oordeelkracht (wijsheid) dan? Hoe hij handelt en denkt na het vermoorden van de man lijkt een voorbeeld van deze wijsheid. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid en vraagt om vergiffenis van Allah.

Hij ging er dus bang en om zich heen kijkend weg. Hij zei: “Mijn Heer, red mij van de mensen die onrecht plegen. ”Toen hij in de richting van Madjan ging zei hij: “Misschien dat mijn Heer mij op de correcte weg zal brengen.” En toen hij bij het water van Madjan kwam vond hij daar een gemeenschap van mensen die [hun vee] te drinken gaven en hij vond naast hen twee vrouwen die [hun vee] terughielden. Hij zei: “Wat is er met jullie beiden?” Zij zeiden: “Wij kunnen [ons vee] pas te drinken geven als de herders weggaan. Onze vader is namelijk een zeer oude man.” Toen gaf hij [hun vee] te drinken en ging terug in de schaduw en zei: “Mijn Heer, ik heb behoefte aan het goede dat U tot mij neerzendt.”

Na de moord vlucht hij de stad uit. Opvallend vind ik wat hij tegen zichzelf zegt. Hij hoopt dat God hem op de correcte weg zal brengen. Hij was bang, maar zo te lezen niet pessimistisch. Hij bekijkt zijn situatie hoopvol. Hij helpt daarna twee dames met hun vee. Hij helpt, hij trekt zich terug en weer spreekt hij tot Allah. Hij vertelt Allah wat hij op dat moment het hardst nodig heeft.

Hier in dit korte deel leert Allah ons hoe ons te gedragen na een misstap:

  1. Neem je verantwoordelijkheid voor de foute daad en vraag oprecht om vergiffenis.
  2. Erken je angsten of andere negatieve gevoelens, maar wees optimistisch.
  3. Doe iets goeds voor de andere en vraag om het goede voor jezelf aan jouw Schepper.
  4. Wacht geduldig af.

Dit lijkt de wijsheid en kennis die aan profeet Mozes geschonken zijn. Allah weet het beste.

De verhalen

Dus grepen Wij een ieder voor zijn zonde. Tegen sommigen stuurden Wij een zandstorm. Anderen greep de schreeuw. Weer anderen lieten Wij met de aarde wegzinken en er waren er die Wij lieten verdrinken. Toch was het niet zo dat God hun onrecht aandeed, maar zij deden zichzelf onrecht aan. (29/40)

In hoofdstuk 28 lazen we het verhaal van profeet Mozes, dit vers hierboven is een samenvatting van alle andere verhalen die over de profeten en hun volkeren gaan. Deze verhalen worden kort aan het begin van hoofdstuk 29 verteld. Al deze volkeren doen zichzelf onrecht aan en worden op allerlei wijzen bestraft. Het verhaal over de misstap van profeet Mozes verduidelijkt hoe zij zichzelf onrecht aan doen.

Hij zei: “Mijn Heer, ik heb mijzelf onrecht aangedaan. Vergeef mij dus.” (28/16) (onrecht op micro niveau)

Hij zei: “Mijn Heer, red mij van de mensen die onrecht plegen. ” (28/21) (onrecht op macro niveau)

Alle ellende begint dus met jezelf onrecht aandoen. Een vraag om over na te denken: hoe doe je jezelf onrecht aan? Op welke manier? En wat voor gevolgen heeft dat voor de samenleving waarin je leeft?

Dit hoofdstuk bevat nog vele mooie verzen waarin God tot ons spreekt in Zijn mooiste woorden. Ik heb slechts datgene opgeschreven wat mij is opgevallen op het moment dat ik juz’20 las. En natuurlijk weet Allah het beste. Het was wederom een mooie reis door de koran. Hopelijk zal het jullie ook inspireren om een reis door de koran te maken.

Juz’20 sluit af met een treffend advies voor de laatste tien dagen:

Verkondig (Lees) hetgeen u in het Boek is geopenbaard, en onderhoud uw gebed. Voorwaar, het gebed weerhoudt van ondeugd en kwaad. En Allah gedachtig te zijn is inderdaad het hoogste. Allah weet wat gij doet. (29/45)

 Bron afbeelding: Flickr.

Jouw Dagelijkse Dosis:

Jouw Dagelijkse Dosis 2016/1437: