Voorpagina Algemeen, Buitenland, Maatschappelijk, Media, Persoonlijk, Samenleving

Samen in geluk, samen in verdriet

Paleis op de Dam verlicht met de Turkse vlag

Je hebt een tijd van klagen en je hebt een tijd van prijzen. Sommigen hebben klagen verheven tot kunst en lijken niet meer anders te kunnen, ook wanneer er positieve trends zijn die eigenlijk minder reden zouden moeten geven tot klagen, maar blijkbaar voor sommigen niet goed genoeg zijn. Het geklaag wordt zodoende eigenlijk langzaam gezeur en de boodschap wordt niet gehoord, behalve bij de medeklagers. Echte binding is allang geen sprake meer van, toenadering lijkt een utopie en de schreeuwers lijken in plaats van de uitzondering tegenwoordig de norm. Tegelijkertijd zijn er ook een hoop positieve ontwikkelingen achter de horizon. De afgelopen twee dagen waren daar voor mij een voorbeeld van.

Hoe triest de aanleiding ook is, zo mooi was de reactie er na. Ik ben een van de mensen die door middel van een post of column meer dan één keer klaagde of kritiek uitte op het mediabeleid en de dubbele maat binnen de Nederlandse samenleving na een aanslag die buiten Europa of de ‘westerse’ wereld viel. Kort samengevat, ik kan en kon er niet bij met mijn hoofd dat de ene aanslag meer aandacht krijgt dan de ander. Natuurlijk is het rationeel te verklaren door te zeggen dat de één (letterlijk) dichterbij is dan de ander, we meer in gemeen hebben met Fransen of Belgen dan Turken, etc, maar emotioneel was er voor mij geen enkel argument om dat gedrag goed te praten. Daar is de afgelopen maanden, jaren dan ook enorm over geklaagd, binnen de politiek, in het onderwijs (denk aan de minuut stiltes waar leerlingen klaagden over de dubbele-maat) en het maatschappelijk debat.

Ik was dan ook behoorlijk teleurgesteld dat landen als Turkije blijkbaar in Nederland zelfs na bijna een halve eeuw Turks-Nederlandse aanwezigheid niet worden gezien als dichtbij. Terwijl er bijna een half miljoen Turkse-Nederlanders in Nederland wonen. Ik had op zijn minst meer sympathie verwacht, maar in plaats daarvan ging het met name over hoe Turkije dit wellicht over zichzelf had geroepen of hoe de aanslagen door de regering zouden kunnen zijn vormgegeven, etc. Reacties die over ieder ander land direct in het hokje ‘conspiracy theories’ terecht zouden komen waren over Turkije blijkbaar volkomen rationeel en prima zonder enige feitelijk onderbouwing of background check. Ofwel, ik had veel te klagen voor mijn gevoel, want ik vond het onrechtvaardig.

Tot gister. Gister hebben een aantal gemeentes de vlag halfstok gehangen. De media begonnen vrijwel direct na de aanslag met een liveblog (dit gebeurde tot voorheen bijna alleen als de aanslagen in Europa waren of op westerse doelen), er was enorm veel aandacht in reguliere media en social media en de toon was vooral een toon van medeleven en cohesie. De boodschap was duidelijk: Nederland staat samen met Turkije tegen terrorisme en vandaag staat de Tweede Kamer een minuut stil, iets wat voorheen door bepaalde protocollen niet mogelijk was, ofwel wat onmogelijk leek lijkt nu toch mogelijk.

Het onmogelijke was vooral dat we als mensen bijeen kunnen komen verenigd tegen haat en terrorisme. Want waar terrorisme zich dan ook op baseert, het kent geen onderscheid in haar slachtoffers en hetgeen ons zou moeten binden is ons verdriet en de woede die we omzetten in kracht en verzet tegen de daders van dit soort laffe daden. Ik ben oprecht trots dat mijn stad (Rotterdam), mijn land (Nederland) empathie toont met het land van herkomst van mijn ouders. Voor het eerst in een lange tijd zijn mijn beide nationaliteiten in vrede met elkaar in het land waar ik woon en heb ik rust in mijn hoofd die ik lang niet heb gehad bij dit soort gebeurtenissen. Ik ben oprecht blij en heb weinig te klagen, want er is vooruitgang en dat mag ook uitgesproken worden en gewaardeerd worden. Of ik nu ook meteen uitgeklaagd ben? Nee, natuurlijk niet! Ik zou immers geen Nederlander zijn als ik niet goed kon klagen.

Want ik heb als afsluiting wel wat te klagen. We hebben namelijk nog een lange weg te gaan. We moeten in onze geklaag de juiste toon vinden. Daar waar we nu nog te vaak aan een uiteinde staan en trekken tot het elastiekje knapt zouden we vaker de toenadering moeten zoeken en vooruitgang moeten waarderen. Met name de mensen (waaronder ik) die opkomen voor hun rechten en tegen de dubbele-maat zijn moeten daarin zelfkritisch durven zijn en erkennen dat soms of vaak diezelfde dubbele-maat ook door bepaalde groepen gehanteerd wordt die er zelf over klagen. Daar waar ik blij ben dat er veel aandacht voor Istanbul is op dit moment besef ik mij tegelijkertijd ook, dat ondanks dat ik er in mijn hoofd mee bezig was, ik mij niet geuit heb over Orlando, net zoals sommige organisaties die dat nu wel doen dat ook niet hebben gedaan, maar wel hadden moeten doen. Want het punt blijft: terrorisme maakt geen onderscheid tussen religies, ras, seksuele voorkeur of wat dan ook. Verknipte geesten hebben maar één regel: you are either with us or against us. Ik hoor bij de tweede groep en ik weet dat veel anderen dat met mij ook zijn, laten we a.u.b dan stoppen om binnen die groep weer groepen te creëren en een vuist te vormen tegen terrorisme door onderling positieve veranderingen meer aandacht te geven en te waarderen en niet met uitspraken te komen als: ‘tja ze moeten wel he’, ‘zie je wel, ze durven niet meer anders te doen’, etc. Dit soort reacties zijn naar mijn mening onnodig en in tijden als deze overbodig. Laten we met zijn allen stilstaan bij het verdriet, de handen ineenslaan en wanneer het weer zo ver is, als het nodig is eventueel met de vuist op tafel slaan, maar daarbij nooit vergeten dat diezelfde vuist de gene aan de andere kant van de tafel aan het eind een hand geeft (en misschien zelfs een brasa/ omhelzing).

 

Foto: Gemeente Amsterdam, afdeling communicatie.

Halil hoopt door middel van zijn cartoons en andere maatschappelijke activiteiten zijn steentje bij te dragen aan bepaalde vraagstukken die zich afspelen in Nederland. Uiteraard met een tikkeltje humor.

Lees andere stukken van Halil