Tegenslagen, calamiteiten en uitdagingen. Wie heeft ze niet? Hoewel we in onze hoofden wel begrijpen dat er af en toe wat mis kan gaan hier en daar… roept de emotie soms “maar waarom bij mij? Waarom moet die ziekte mijn dierbare overkomen? Waarom verlies ik mijn baan? Waarom moest mijn hart gebroken worden? Why me?” En ik zie het om mij heen. Stuk voor stuk prachtige mensen, die ik met trots tot mijn vrienden mag rekenen. Is er ook geruststelling voor hen?
Aan hen moest ik denken bij het lezen van een aantal Verzen uit het 27ste deel van de Quran.
Verdragen
Toen Profeet Mohammed (vzmh) zijn boodschap begon te verspreiden in Mekka, stuitte hij op hevige vijandigheid. Dat ging zover dat moslims op een gegeven moment werden geboycot door de machtige stammen van Mekka. Mensen werden gemarteld, gestenigd, bedreigd en verhongerd. Tijdens deze boycot heerste er hongersnood waardoor de moslims genoodzaakt waren bladeren te eten en stenen om hun middel te binden om de honger te drukken. De boycot eindigde drie jaar later. Maar Khadija (ra), zijn geliefde vrouw en steunpilaar van het eerste uur, was dermate verzwakt, dat ze na enkele maanden overleed. Ze waren 25 jaar getrouwd en ze baarde hem zes kinderen (waarvan twee vroeg overleden). Daar bovenop overleed zijn oom en beschermheer, Abu Talib, een maand later. Door al deze gebeurtenissen zo kort op elkaar, werd dit jaar ‘Het Jaar van Verdriet’ genoemd.
In deze moeilijke periode, terwijl er niemand meer was die de Profeet (vzmh) door en door begreep, die hem kon troosten en beschermen en stukje bij beetje alle dierbare relaties werden afgesneden van de Profeet (vzmh)… openbaarde Allah (swt) in de Quran: W-asbir li-hukmi Rabbika fa-innaka bi-a’yunina: “En heb geduld omwille van het Gebod van uw Heer. Ongetwijfeld bent u in Onze Ogen (oftewel: hebben Wij Onze Ogen continu op u gericht) [Quran 52:48]
Zien
Wat dit vers zo mooi maakt, is dat het een geruststelling is van Allah in de meest duistere tijden. Ik kan wel pretenderen dat ik begrijp waar je doorheen gaat. Ik kan proberen empathisch te luisteren en mee te denken. Maar ik zie niet alles. Ik zie jou niet automatisch inclusief alle emoties, ervaringen, bedoelingen, intenties, bagage, capaciteit, kracht en dromen. Ondanks dat ik dat wel kan proberen, zie ik uiteindelijk daden, tranen en uitdrukkingen. En hoe langer ik je ken, des te meer ik via die uiterlijkheden naar binnen kan gluren. Proberen te begrijpen en te voelen. Maar over het ‘zien’ van Allah (swt) zei de Profeet: “Voorwaar, Allah kijkt niet naar jullie lichamen en uiterlijkheden, maar naar jullie harten”.
Het is niet toevallig dat dit Vers voorkomt in het hoofdstuk genaamd “Tur”, vernoemd naar de berg waar profeet Mozes (as) de Torah ontving. Hij was het die aan Allah vroeg “Toon uzelf!”, waarop Allah zei: “Jij kunt mij niet zien”. Oftewel: ondanks dat we God niet direct kunnen aanschouwen in deze wereld en Zijn geheimen en beproevingen niet altijd kunnen inzien, weten we dat Hij ons ziet.
En na het Vers dat ik hierboven heb genoemd (52:48) begint een nieuw hoofdstuk (63) in de Quran, Surah an-Najm. Op zeer poëtische wijze spreekt Allah (swt) hier over de Mi’raj, de hemelvaart van de Profeet (vzmh). Deze vond plaats kort nadat de boycot eindigde. Het is alsof Allah (swt) toezag hoe de Profeet (vzmh) stukje bij beetje de meest dierbare relaties op de wereld verloor. En wanneer het verdriet zijn toppunt bereikt, begunstigt Allah (swt) de Profeet met een gift die geen enkel andere Profeet ooit heeft ontvangen: de hemelvaart. Een bijzonder niveau van nabijheid tot Allah en spirituele voorbereiding op de nog hevigere beproevingen die de moslims te wachten stonden. Ook krijgt de Profeet (vzmh) op dat moment een opdracht mee voor alle moslims: het gebed. En over dat gebed zei de Profeet (vzmh): “Excellentie is dat je bidt alsof je Allah ziet. En indien je dat niet kunt, weet dan dat Hij jou ziet”.
Reizen
Problemen en beproevingen zullen nooit weggaan in het leven. Toen de Profeet (vzmh) een metgezel hoorde zeggen dat hij hield van Allah en de Profeet, zei hij tegen hem: “Bereid je dan voor op de beproevingen die als een vloedgolf jouw kant op zullen komen”. En dan voelt dit Quranvers als een enorme geruststelling: God die over je schouders meekijkt. Niet naar jou, maar in het diepste van je zijn. En daarmee een mogelijkheid om spiritueel uit te stijgen boven de dagelijkse uitdagingen, die onlosmakelijk zijn verbonden met jouw Mi’raj: die begint met het beseffen dat God ons tot in het diepste ziet… en eindigt bij het aanschouwen van de Goddelijke schoonheid in het Hiernamaals. Inshallah!
2 Reacties op "Vrees niet, God ziet jou – Juz’ 27"
Mooi verwoord. Masha Allah
Ewa Umar bruur, een beetje rationalisme kan geen kwaad als academicus.