Elke dinsdagavond laat zat ik tegenover Marijke. Blond, tenger met grauw blond haar. Seksuologe en psycholoog. Ik wilde graag dat ze blond zou zijn, ik had het idee dat ik hiermee de oordelen uit de weg kon gaan. Dat ik de prangende ogen van Fatima van mijn intake gesprek bij de praktijk voor interculturele psychologie niet meer hoef te voelen.
‘Waarom had mijn huisarts mij hierheen verwezen?’
‘Wil hij mij voor schut zetten?’
Dit waren vragen die in mijn hoofd dwarrelden tussen de calorieën door. Op eigen houtje koos ik daarom een andere praktijk. Een zonder Fatima.
Marijke was open en vroeg naar daar waar zij geen kier had naar mijn werelden. Dat waren het. Werelden in meervoud. Zij heeft mij geholpen met acceptatie van mijzelf. Acceptatie van mijn achtergrond. Acceptatie van de wereld, die soms, of vrijwel altijd, oneerlijk is.
Ik zat elke dinsdag tegenover Marijke om dingen te verwerken, waar ik geen grip op had. Mijn eigenwaarde, mijn zelfvertrouwen, ik wilde grip op mijn lichaam en mijn leven. Ik wilde volwassen worden, maar lelijke woorden uit een puberaal verleden zaten mij tegen.
Ik zat er vanwege een strijd met wie ik ben en wie ik wil zijn. Lang heb ik angsten gehad, onzekerheden en oude pijnen. Ik ben over die angsten heen gekomen maar het duurde langer voor ik over de schaamte heen was.
Ik heb Marijke nooit verteld over de pillen die ik toen al gebruikte of mijn obsessie met gewicht. Een eeuwige wedstrijd zonder einde. Daar was ik toen nog niet klaar voor.
Dat gebeurde pas toen ik tegenover een andere psycholoog zat. Praktijkondersteunster van de huisarts. Ze had precies dertig minuten per keer, per patient. Ik zat er vanwege mijn faalangst. Ik moest een briefje hebben om op de universiteit de voorzieningen te kunnen krijgen die ik nodig had. Extra tijd en trainingen. Een praktisch bezoek. Het was een algemeen intake gesprek en een vragenlijst die ik thuis moest maken. Een week later kwam ik terug om alles door te nemen.
‘Heeft u wel eens misbruik gemaakt van medicijnen?’
‘Ja.’
Mijn huisarts heeft nooit gespecificeerd hoelang ik laxeermiddelen mocht gebruiken. Tot het is verholpen, waren zijn woorden. Hij wist alleen niet dat verstopte darmen niet mijn enige probleem waren. Ik had nu een excuus. Een excuus dat ik nodig had om onorthodoxe manieren van gewichtsverlies te legitimeren.
Vanaf toen ging het snel. Het antwoord had ik gevonden in een pil. En deze pil kreeg verschillende vormen, kleuren, effecten en namen. Van kwaad naar erger. Van de Kruidvat naar het internet. Ik had niemand om het mee te delen. Af en toe kreeg iemand een glimp te zien en het enige dat zichtbaar was waren mijn wervels die een voor een duidelijker vorm kregen.
Mijn boezem die niet meer te onderscheiden was van de rest van mijn lichaam. Mijn ribben die pijn deden bij een hoest of nies. Kleding die niet meer past. Een broze huid en eeuwige koude rillingen, gordijnen die niet meer open gingen.
En een moeder. Die keer op keer moest huilen als ze mij zag. Zussen die moesten lachen om mijn onbenullige missie. Vrienden die bij een omhelzing opmerkten dat er niet veel meer te pakken was. Steevast kocht ik een grotere maat kleding om het te verbergen.
Een gewoonte die ik nu nog heb. Want van scherpe woorden over mijn uiterlijk ontkom ik niet meer, ik ben cultureel eigendom het moment dat ik een ruimte binnenloop met mensen van de zelfde kleur.
Ze beginnen steevast over mensen met ziektes die graag willen zijn zoals ik, zo een slank figuur. Die westerlingen plakken overal een label op, hoor ik ze zeggen, maar wij niet. Wij hebben Allah en wij bidden. Ons overkomen deze onbenullige ziektes niet. ‘Een week bij mij in huis en je bent zo tien kilo zwaarder.’
Het traject van diagnose naar behandeling ging moeizaam. Herkenbaar voor iedereen die in de boot voor geestelijke gezondheidszorg is gestapt; wachtlijsten. Zolang je geen gevaar bent voor jezelf of anderen sluit je aan in de rij.
Dat ik ondertussen mijn lichaam aan het afbreken was kon daar niet tegenop. Soms hoopte ik niet mijn bed uit te hoeven, maar eruit gedragen te worden. Op een wolk waar ik ‘beter’ gemaakt werd. Wat ‘beter’ was wist ik niet.
Een pil werden er twee. Drie. Vier. Ik bleef grenzen zoeken, maar werd steevast elke ochtend weer wakker terwijl mijn lichaam er alles uit liet komen. Het was een lijdensweg en ik voelde mij schuldig.
Tegenover mijn moeder. Tegenover iedereen die legitiem pijn had, ik voelde niet dat ik daar recht op had met alle zegeningen die ik heb.
Ik haatte mijzelf ervoor.
Nee, ik verafschuwde mijzelf.
Ik durfde niet te bidden omdat ik het niet verdiende. Ik schaamde mij. Misschien wel het meeste tegenover God. Tegenover Allah.
Tegenover Allah. Die ik dankbaar ben om dit nu te schrijven in een gezond lichaam. Met een gezonde geest. Kijkend naar foto’s van mijn oude gedaante voel ik mij levend. Onoverwinbaar.
Er zijn nog resten terug te zien aan mijn lichaam, aan het ontlopen van pillen, wetend dat ik niet veilig ben voor mijzelf. Maar ik ben eerlijk. Tegenover mijzelf en mensen om mij heen. Tegenover mijn lichaam. Tegenover Allah.
Aangenaam. Mijn naam was Anorexia Nervosa, maar nu heb ik mijn eigen naam terug. Soumaya.
Volledige naam is bij de redactie bekend.
Dit artikel maakt deel uit van een reeks die wij publiceren naar aanleiding van World Mental Health Day 2017. Het volgende artikel is een boekrecensie van Pasha Cayman en gaat over leven met psychisch geweld.
4 Reacties op "Broos"
Prachtig geschreven. Werd er helemaal stil van..
Diep respect voor jouw kracht om je hier uit te vechten.Heel mooi geschreven.Moge Allah je nog veel mooie momenten in je leven geven en nog meer hierna.
Wat moedig dat je dit hebt durven schrijven. Bewondering voor jou, Soumaya!
Wat een heftig verhaal – en wat sterk dat je je ervaringen op papier hebt durven zetten. Er zijn vast veel mensen die iets soortgelijks meemaken maar er niet over durven te praten, juist omdat er in onze cultuur niet veel ruimte is om er productief over te praten. Voor hen die begrip zoeken en voor hen die willen begrijpen is dit artikel een godsend. 🙏