Voorpagina Maatschappelijk, Opinie, Politiek

DENK, NIDA en ‘de’ moslimgemeenschap

Rotterdammers met een migratieachtergrond en met name moslims worden vaak onder één groep geschaard. Niet alleen door de niet-moslim, maar vooral ook door veel moslims zelf.

Net als met het n-woord lijkt het echter op iets waarvan de groep zelf vindt dat vooral zij dat wel mag uitspreken, maar anderen niet. Wanneer bijvoorbeeld een niet-moslim spreekt over de moslimgemeenschap, is een groot aantal personen met een moslimachtergrond soms verontwaardigd, omdat men over één kam wordt geschoren (en terecht).

Tegelijkertijd is het lastig dat niet te doen wanneer leden uit diezelfde gemeenschap vaak benadrukken dat moslims één zijn: één groep, één ummah (gemeenschap). Het is dan ook niet zo gek dat anderen dit overnemen, los van het feit of dit terecht is.

Ikzelf stoor me, vooral nu weer, enorm aan het laatste: moslims in Nederland die claimen dat we een gemeenschap zijn en ons als een gemeenschap dienen te gedragen en op te trekken. Hoe nobel dat streven ook moge zijn en hoewel ik het op spiritueel niveau zeker eens ben met die opmerking, kan ik er vrij weinig mee in mijn dagelijkse leven als Turks-Nederlandse moslim. In de praktijk blijkt namelijk veel te vaak dat het simpelweg niet zo is, en dat is prima.

De laatste, meest zichtbare, situatie waarin dit zich voordeed is met de komst van DENK naar Rotterdam. Een deel van de moslimgemeenschap had de hoop dat DENK en NIDA samen zouden werken voor de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. De gesprekken zijn gevoerd, de partijen zijn er niet uitgekomen en besluiten zijn genomen: DENK doet mee en er komt geen samenwerking tussen beide partijen.

Veel personen reageerden teleurgesteld en uitten die teleurstelling vooral naar de partij die de samenwerking, volgens hen, niet zou willen: NIDA. 

Onder de reacties werd veelvuldig de opmerking gemaakt dat het de eenheid binnen de gemeenschap zou raken en dat ze in belang van ‘het groter goed’ de ego’s of partijbelang opzij hadden moeten zetten en hadden moeten samenwerken. Hoe nobel dat streven ook is, het is utopisch en achterhaald. Ook nu, nadat voormalig raadslid Aydin Peksert bij NIDA is geroyeerd, schrijft een deel dat het beter is als hij zich bij DENK aansluit en wordt NIDA wederom verweten niet op te komen voor het ‘groter belang’.

De ins-and-outs van beide kwesties ken ik niet, zoals zovelen onder ons. Ik weet niet of NIDA of DENK zich niet aan de afspraken heeft gehouden en welke partij wel of niet welwillend was tegenover een samenwerking. Ik weet ook niet of de berichten van Aydin Peksert op Facebook, waarin hij het bestuur van allerlei zaken beticht, kloppen of niet.

Wat ik wel weet, is dat ik het jammer vind om te lezen in de reacties dat de gemeenschap zich niet organiseert of wilt organiseren in idealen of principes, maar in gemeenschappelijke noemers, zoals het moslim zijn of een migrantenachtergrond.

Ik geloof niet dat dit de moslimgemeenschap in algemene zin vooruit helpt. Ook geloof ik niet dat het van deze tijd is om ons langs deze lijnen te organiseren als het gaat om politieke zaken.

Ik verenig me namelijk liever met eenieder die staat voor dezelfde principes zoals ik, moslim of niet moslim, wetend dat we voor hetzelfde strijden: een rechtvaardige inclusieve samenleving waar het er niet toe doet waar je vandaan komt, maar waar je naartoe wilt. Zowel DENK als NIDA hebben na de verkiezingen de mogelijkheid dit te doen, ongetwijfeld vaak samen, maar ongetwijfeld soms ook niet.

De reden waarom je op één van deze partijen zou stemmen zou niet moeten zijn om het feit dat een kandidaat op de lijst moslim is, maar omdat je het inhoudelijk eens bent met de woorden en partijpunten van een partij. Al is het simpelweg om het feit dat (in dit geval) noch DENK, noch NIDA de islam of de Turkse gemeenschap of de Nederlanders met een migratieachtergrond vertegenwoordigt, maar simpelweg hunzelf als partij en eenieder die zich in die idealen kan verenigen.

Als minderheden in Nederland anno 2018 nog steeds niet etniciteit en/of religie kunnen ontstijgen als het gaat om het kiezen voor een kandidaat, dan zijn we eigenlijk niet veel verder in ontwikkeling en emancipatie dan onze ouders, die vooral stemden op mensen op de lijst die op hen leken qua fysieke uiterlijkheden, cultuur en/of religie.

Halil hoopt door middel van zijn cartoons en andere maatschappelijke activiteiten zijn steentje bij te dragen aan bepaalde vraagstukken die zich afspelen in Nederland. Uiteraard met een tikkeltje humor.

Lees andere stukken van Halil