Voorpagina Algemeen

In Memoriam: Abdullah Haselhoef (1968 – 2018)

Ja, Abdullah. Vanaf het moment dat ik voor het eerst het bericht hoorde van je overlijden, kon ik alleen nog voor me uit staren. De film van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd voor me afgedraaid. Als veertienjarige stond je voor mijn neus met een stralend gezicht en je vertelde mij dat je ouders je vrij hadden gelaten in het kiezen van een religie. ‘Ik heb gekozen voor de Islam!’ zei je. Vanaf die dag heb ik je ongeveer 10, 15 jaar soms dagelijks, soms wekelijks, gezien.

Dus ik mag misschien zeggen dat ik je ken.. dat ik je heb gekend. En dat is heel iets anders dan wat er nu – door het journaille over je wordt geschreven en over je wordt gezegd. De dingen die over je worden geschreven en gezegd komen van mensen die je absoluut niet hebben gekend. De leugen regeert over jou. Daarom ben ik blij dat ik in de aula van begraafplaats Westduin Ockenburg het volgende over jou heb mogen zeggen. 

Altijd als Abdullah een kamer binnen kwam, kwam er rust binnen. Hij had innerlijke rust, dat hebben niet veel mensen, ook de helft van de moslims bestaat uit zenuwlijers. Abdullah was rustig. Als hij binnenkwam was er aanwezigheid, of ‘huzur’. Dit betekent dat je van binnen een soort evenwicht hebt bereikt. Dat je in de wereld maar niet van de wereld bent.  

Abdullah was een figuur van de dialoog. Hij ging het gesprek aan met gelovigen van alle soorten; van alle religies en van alle kleuren en geuren. Dat komt omdat hij binnen de uiterlijkheden van religie de kern kon ontdekken, de abstractie van geloof. Hij kon herkennen dat iemand geloofde, wat ook zijn uiterlijke ceremoniën en rituelen waren. En dat maakte hem een ideale dialoogfiguur. Die eenvoud van binnen kunnen komen in de ander, dat hebben niet veel mensen. Die eenvoud van de empathie, van je kunnen verplaatsen in wat een ander voelt, maakt hem geschikt voor geestelijk verzorger. Hij had een ontroerende persoonlijkheid en velen van ons hebben het van dichtbij meegemaakt, Abdullah kon iets van geloof overbrengen.

Hij vertelde een aardige anekdote. Iemand kwam naar de ruimte van de geestelijke verzorging in Parnassia, voor een gesprek en Abdullah was er nog niet. De patiënt vroeg aan een katholieke geestelijk verzorger die daar rondliep, ‘Waar is Allah?’ Abdullah was voor hem Allah. Natuurlijk was het een psychiatrische patiënt. Maar dat betekent dus dat iemand met zijn aanwezigheid Allah’s aanwezigheid voelbaar kan maken. Dat is eigenlijk onze opdracht. Dat wil zeggen, de opdracht van mensen die zich bezighouden met de spiritualiteit van de Islam en zichzelf soefi noemen … Abdullah was een soefi. En hij was op weg om steeds beter te worden. Hij werkte aan zijn eigen verbetering, en ging de botsing aan als hij iets niet begreep. Ook durfde hij op zijn standpunten terug te komen. En opnieuw te gaan kijken hoe het eigenlijk echt zat. Dat is belangrijk want als wij twee stappen vooruit doen, denken we dat we er al zijn..

En dan nu over hem zeggen dat hij zijn diploma niet had gehaald. Daarover kan ik zeggen: Abdullah, je was inderdaad pionier in de praktijk van de moslim geestelijk verzorging en helemaal op je plaats in de psychiatrie. Je zag (en ziet nog vaak) gebeuren dat opleiding en diploma niet de enige criteria zijn. Sommige met diploma beladen geestelijken zijn in de praktijk lichtgewichten en andersom blinken ongediplomeerde natuurtalenten uit.

Abdullah was de eerste moslim geestelijk verzorger die participeerde in de klinische pastorale vorming. Aan die KPV-training deden tot dan toe alleen rk en pc geestelijk verzorgers mee en sporadisch een humanist. De ‘magie’ had hij al. Hij vond zijn weg, het verhaal kwam uit z’n hart. Hij had uiteindelijk jarenlange werkervaring als geestelijk verzorger, voltooide de klinische pastorale vorming en had dus recht op Erkenning Verworven Competenties (EVC).

Desondanks hebben een aantal mensen – en daar hoor ik bij – hem afgeraden om teveel in de media te verschijnen en kijk hoe de media nu terugslaan.. Je zou toch denken dat er een waarde als algemene beschaving bestaat, die zelfs journalisten ervan weerhoudt vuil over iemand uit te storten, die op zo’n brute wijze uit het leven is gerukt. Maar nee, de journalistieke luiheid op het gebied van gedegen onderzoek viert hoogtij.

Misschien kunnen sommige mensen zich nog herinneren dat hij een speech hield in de Domkerk in Utrecht met die stralende tulband van hem op.. de koninklijke familie zat daar, iedereen zat daar. En hij mocht dat doen. Alsof een lichtstraal uit de hemel kwam en hem liet spreken zoals hij sprak. Allah schonk hem zijn momentum. Dat is een enorme verrijking voor de luisteraars als ze beseffen waar  ze naar luisteren.

Abdullah was op weg, zoals wij allemaal op weg zijn. Zoals we hier bij elkaar zitten, is er niemand van ons zondeloos, foutloos. Er bestaan geen foutloze mensen.. Maar op het moment dat er niemand was om namens de islam iets te zeggen, in een kerk, in een synagoge, of een tempel, was hij er en daar kunnen we alleen maar dankbaar voor zijn. Hij herkende iets van het geloofsgebeuren wat daar plaats vond. De meeste moslims zouden hun schouders ophalen en absoluut niet naar binnen willen.. Dat is een soort durf waarmee hij over geloof durfde te spreken, te midden van anders gelovigen, dat doet niet iedereen. En dat je dan ook kunt begrijpen hoe die ander in zijn geloof zit en welke moeilijkheden die heeft met zijn geloof. En dat je misschien vanuit de islam iets kunt aanreiken van een diep gevoel, een medegevoel, en iemand denkt dan ‘hij begrijpt mij.. hoe kan het bestaan… hij begrijpt me…’  Dat is dan zo’n prachtig moment waarop Abdullah mensen bij de hand kon nemen. Abdullah had, zeker gezien zijn leeftijd, nog veel kunnen betekenen voor de begeleiding van moslims met geestelijke problemen en alles wat aankleeft aan integratiekwesties.

We herdenken Abdullah als iemand met de eigenschap om iets te doen wat het hart raakt. Dat is het belangrijkste wat je kunt doen in je leven; iets ten goede doen wat een ander in zijn hart raakt..

Abdullah heeft vanuit zijn hart gewerkt, moge Allah dat daarom verlichten.  Hij heeft het verdiend. Moge het koranvers Allah is het licht van hemel en aarde, ‘zich manifesteren in Abdullah’s graf. 

Dat vrede van de Eeuwige over en met hem mag zijn. 

Abdulwahid van Bommel was geestelijke verzorger voor moslims bij het Medisch Centrum Haaglanden, voorganger van het Moslim Informatiecentrum in Den Haag en directeur van de Nederlandse Moslim Omroep. Nu is hij docent geestelijke verzorging en schrijver.

Lees andere stukken van