Elke profeet kwam met een wonder naar zijn volk. Het wonder van Profeet Mohammed (v.z.m.h.) is de Koran. Ik verwonder mij dan ook elke keer over hoe de Koranverzen met elkaar verweven zijn in een juz. Ze lijken in de eerste instantie niets met elkaar te maken hebben. Maar wanneer je gewoonweg heel vaak dezelfde passages leest, zie je plotseling hoe ze met elkaar samenhangen. Zo bijzonder. De Koran geeft mij meestal antwoorden tijdens het lezen, maar nu kreeg ik ook vragen om verder over te peinzen.
Wat is mijn waarde voor Allah?
Juz 19 begint met dit koranvers:
En zij die niet hopen op de ontmoeting met Ons zeggen: “Hadden dan de engelen niet tot ons neergezonden kunnen worden? Of zagen wij onze Heer maar!” Zij zijn ingebeeld en hebben grote minachting. 25/21
De ongelovige willen graag de engelen en Allah zien. Met andere woorden: eerst zien dan geloven. Ze accepteren door hun ingenomenheid niet dat Allah hen een mens als profeet toestuurt in plaats van engelen. Een mens was dus volgens deze ongelovigen niet waard om een profeet te zijn.Wat de ongelovigen vragen is precies het omgekeerde van het geloofsconcept ihsan: ‘Aanbid Allah alsof je Hem ziet, want Hij ziet jou wel, ondanks dat jij Hem niet ziet.'(moeslim) Allah wil dat wij een relatie met Hem hebben alsof we Hem werkelijk zien.
Elke profeet klaagde bij Allah over zijn volk. Deze klachten lees je terug in de Koran. Zo ook onze Profeet Mohammed (v.z.m.h.): En de Boodschapper zei: “O mijn Heer! Waarlijk, mijn volk heeft deze Koran verlaten.” 25/30
“Als jij met Allah wilt praten, verricht dan je gebed. Als je wil dat Allah met jou praat, lees dan de Qur’an.” Deze uitspraak lees ik samen met dit vers hierboven. De Koran verlaten betekent dus het gesprek met Allah verlaten. Wat zijn dan de gevolgen hiervan voor onze band met Allah? Een vraag om over na te denken.
Verderop in juz 19 staat er:
En degenen die ongelovig zijn zeggen: “Waarom is de Koran niet in één keer aan hem geopenbaard?” Maar zo hebben Wij daarmee jouw hart versterkt (O Mohammed). En Wij hebben het geleidelijk aan jou geopenbaard, in gedeelten. 25/32
Als vervolg op 25/21 lees ik waarom de Koran niet in één keer is geopenbaard maar geleidelijk: zo versterkt Allah onze harten. De Koran is in 23 jaar geopenbaard. Dit lees ik als een aanwijzing over hoe Allah met ons in gesprek wil gaan. Geleidelijk en gemoedelijk alsof Hij zegt: “Neem je tijd om Mij te leren kennen, maak je hart gereed. Ik Ben daar.” Deze geleidelijkheid is natuurlijk een hele uitdaging in onze huidige, haastige maatschappij. We willen namelijk alles snel, kant en klaar en het liefst perfect. Maar als we de biografie van Profeet Mohammed (v.z.m.h.) en de verhalen van andere profeten lezen, zien we het omgekeerde.
Heb jij hem gezien die zijn grillen tot zijn god maakt? Ben jij over hem voogd/beschermer? (25/43)
Bij het lezen van dit vers zoek ik even de synoniemen op voor het woord gril. Gril: impuls, hebbelijkheid, zucht, bui, drang en fantasie. Dit is een vers dat mij altijd een ongemakkelijk gevoel geeft. Ik zie dit vers als een check-up voor mijn spirituele welzijn. Neem ik mijn impulsen, hebbelijkheden, drang en fantasie veel te serieus?
Vooral nu in de ramadan als het gaat om eten en drinken. Ik móét wat eten. Zonder koffie/thee kan ik niet leven. Ik moet dat stukje chocolade eten. Ik kan niet zonder… vul maar in. In de maand ramadan zetten we een groot deel van onze grillen (helaas voor even) af van zijn troon. (Onthoud deze zin wanneer we verder in dit stuk over Moesa (a.s.) en de Farao gaan lezen.) We zien dat we prima kunnen leven zonder continu te eten en te drinken. Overmatig eten is dan je eetzucht tot god maken. Dit is best confronterend.
Het hoofdstuk al-Foerkaan (het reddend onderscheidingsmiddel) sluit af met:
Zeg: “Mijn Heer zal zich niet om jullie bekommeren als jullie Hem niet aanroepen, maar jullie hebben het toch geloochend, dus zal het onafwendbaar zijn.” 25/77
Met andere woorden: wat is jullie waarde, wat zijn jullie waard als jullie Hem niet aanroepen? Wat maakt mij waardevol voor Allah? Het antwoord is simpel: mijn band met Allah. Smeekbedes, gebeden en zikr (herinneren) zijn enkele manieren om Hem aan te roepen. Hiermee kan ik mijn band met Hem versterken en onderhouden.
De maand ramadan heeft talloze voordelen voor onze gezondheid, onze psyche en onze samenleving. Deze voordelen lijken mij slechts bijzaken. Deze komen, naar mijn mening, voort uit onze band met Allah Subhanahu Wa Ta’ala. Zo bewonderingswaardig dat Allah via Profeet Mohammed (v.z.m.h.) de Koran centraal stelt in de maand ramadan. Hij wil graag in gesprek met ons zodat we onze band met Hem kunnen versterken en zo nodig herstellen. In de maand ramadan zét Hij een stap richting ons. Hoe mooi is dat?
Profeet Moesa tegenover de Farao
In het hoofdstuk Sjoe’araa (de dichters) valt mij vooral het verhaal van profeet Moesa (Mozes v.z.m.h). op. Hoe kan het ook anders? De verzen 26/10 tot en met 26/68 gaan over zijn verhaal. Het verhaal begint met de opdracht die Allah geeft aan Moesa en zijn broer Haroen om naar Farao te gaan en het Israëlische volk te redden van zijn tirannie. Het verhaal eindigt met Moesa die de Rode Zee door tweeën splitst met zijn staf en zijn volk redt. Hij krijgt een opdracht en hij voltooit de opdracht met succes.
Om het verhaal van Moesa dit keer anders te lezen, pak ik de Nederlandse vertaling van Masnawi van Mevlana Djalâl’ud-Dîn Rûmî erbij, hierin lees ik:
Door steeds de naam van Musa te noemen, lijkt
het een verhaal van lang geleden, en leidt het de
aandacht naar het verleden.
Het noemen van Musa is slechts een façade, het
gaat om het licht van Musa en dat kunnen we
eenieder aanraden.
O reiziger op dit pad! Zowel Musa als de Farao
zijn in ons innerlijk aanwezig, die twee
tegenstellingen houden ons bezig.
Het verhaal van profeet Moesa kun je letterlijk uitleggen. Moesa komt op voor zijn volk. Hij strijdt tegen onrecht, tegen tirannie van de Farao. Deze uitleg lees ik vaak in politieke, sociaal-maatschappelijke context. In de Masnawi lees ik daarentegen een andere uitleg. Wat bedoelt Rumî met “zowel Moesa als de Farao zijn in ons innerlijk aanwezig”?
In de verschillende koranuitleg (tafsir) met nadruk op de diepere wijsheid achter de verzen i.p.v. de letterlijke uitleg, lees ik dat Moesa (a.s.) onze ziel symboliseert en de Farao (en zijn leger) onze gebiedende ego. Het verhaal gaat dus ook over onrecht die wij onszelf aandoen. Onrecht op microniveau. Hoe kan een mens zichzelf onrecht aandoen?
De verzen die we eerder hierboven lazen, geven het antwoord:
- hoogmoedig zijn: neerkijken op andere mensen (is dat niet het begin van alle onrecht?)
- zijn grillen, impulsen, hebbelijkheden enz. tot een god maken. Denk ook aan de Farao die zichzelf tot god verklaart.
- contact met Allah verbreken door Hem niet meer aan te roepen
- alles snel, kant en klaar en perfect willen, maar jezelf, je ego ontwikkelen kost tijd, inspanning en kan niet foutloos.
- de Koran verlaten en zo zijn band met Allah verzwakken
Het verhaal eindigt met een overwinning voor profeet Moesa. Wat maakt hem succesvol? Zijn band met Allah. Zijn vertrouwen in Allah. Wanneer hij bij de Dode Zee aankomt met de leger van Farao achter zich, zegt hij: “Mijn Heer is met mij. Hij zal mij leiden.” 26/62 Dit vers, zelfs vertaald, vind ik zo krachtig. Hij zegt dit alsof hij Allah ziet (ihsan) en de zee splitst in tweeën.
Zo komen we weer terug bij 25/21 waar het contrast tussen profeet Moesa en de ongelovigen boekdelen spreekt. En ik wil graag eindigen met een aantal dichtregels van Yunus Emre als vermaning voor mezelf die over zo een onderwerp durfde te schrijven:
Wat is het doel van al dat lezen?
dat iemand de Werkelijke leert kennen,
want als je leert zonder Hem te leren kennen,
zal al je vruchten waardeloos wezen.
Zeg niet ik heb geleerd, ik weet,
zeg niet ik heb veel gebeden
zolang je de mens niet met God verbindt,
is al je streven zonder reden.
(Uit de dichtbundel “laten we liefhebben en onszelf geliefd maken” vertaald door Abdulwahid van Bommel.)
Eén reactie op "Profeet Moesa en de Farao in ons – Juz’ 19"
Prachtig!
“Geleidelijk en gemoedelijk alsof Hij zegt: “Neem je tijd om Mij te leren kennen, maak je hart gereed. Ik Ben daar.” Yes indeed!
Dank voor het delen