Voorpagina Algemeen

Mijn lot is om te blijven zoeken naar Damascus in Amsterdam

low angle shot of a cathedral

Al jaren train ik mezelf om bij het heden te horen. Alleen het heden en niets anders. Het verleden is voor mij gekomen en gegaan en kan niet meer veranderen. Het kon ook niet veranderd worden toen het ooit heden was. Ik heb mezelf goed getraind om het verleden helemaal te negeren. Iemand zou me kunnen vertellen dat het verleden een goede leerschool is om met het heden om te gaan. Dat weet ik mijn vriend. Ik negeer het verleden niet omdat het niets voor mij betekent. Integendeel. Ik negeer het verleden omdat het op een dag alles voor mij betekende.

Op 21 maart 2018 heb ik resoluut besloten om bij het heden te horen, niets dan het heden. Mijn heden is nu van mij en ik ben ook van hem. Dit heden met al zijn dagelijkse bedoelingen is helemaal van mij. Het heden met zijn weer, met zijn taal, met zijn stilte en lawaai, met zijn glimlach en tranen is nu van mij. Vanaf maart 2018 heeft het verleden geen plaats meer tussen mijn ribben. Ik word elke ochtend wakker met mijn heden. We drinken samen koffie. We luisteren samen naar muziek. We ademen dezelfde lucht in. Als een gekke avontuurlijke man wandel ik door de steegjes van mijn heden. Ik dans in zijn straten met de regendruppels.

Vanaf maart 2018 heb ik Damascus niet meer gezocht in Amsterdam. Ik zie de struiken van de universiteit van Damascus niet meer terug op de binnenplaats van de UvA. Ik zie het Marja-plein niet meer aan de zijkanten van het Dam-plein. Ik zie de Umayyaden-moskee en de huiskapel van Ananias niet meer in de Oude kerk. Ik ruik geen jasmijn meer vanuit de geur van tulpen.

Maar ineens gebeurt het allemaal! Het verleden dringt tot mij door… Ik lees het nieuws en zie dat een voormalige inlichtingenofficier van het Al-Assad regime in Duitsland werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Hoewel dit nieuws uit het heden is, ontploft het plotseling en in een oogwenk ben ik toch in het verleden. Dit nieuws verheugde me zeker, maar tegelijkertijd deed het me pijn. Het heeft een begraafplaats van herinnering opgegraven. Het heeft de dode herinnering doen herleven. Tussen de regels van dat nieuws zag ik het gezicht van mijn vriend die werd doodgeschoten door een sluipschutter in de straten van de oude stad. Tussen de regels voelde ik de pijn van mijn neef die werd doodgemarteld in de Saydnaya-gevangenis. Tussen de regels ademde ik het lijden van zijn gekruisigde moeder aan het kruis van het verlies. Zijn moeder, die het verlies van haar zoon niet kon dragen, stierf enkele maanden na hem. Tussen de regels van dat nieuws las ik, zag ik, hoorde ik en ademde ik wat ademde… Tussen de regels las ik wat alleen ik kan lezen: het slachtoffer is voorbestemd om twee keer te lijden en het is mijn lot om te blijven zoeken naar Damascus in Amsterdam.