Voorpagina Gastarbeiders, Geschiedenis

Abdelkader bleef hier

Onze spoorzoekers: Nadia en Fatiha zijn gastarbeiders bij wijblijvenhier.nl en schrijven ook over gastarbeiders

Wie dacht dat de gastarbeiders in de jaren ’60 en ’70 zonder enige controle Nederland binnen konden komen, had het mis. Abdelkader was zo’n gastarbeider, die  meerdere malen weg werd gestuurd door de vreemdelingenpolitie. Hij werkte in Nederland en was in de veronderstelling dat alles in orde was, maar niets was minder waar.

Abdelkader is niet direct naar Nederland geëmigreerd. Het eerste Europese land dat hij heeft aangedaan was Duitsland. Evenals Nederland had ook Duitsland behoefte aan buitenlandse krachten om zwaar werk te verrichten in de kolenmijnen. Abdelkader had een vriend die al in Duitsland werkte.

Deze vriend haalde hem over om ook daar te komen werken. Aangezien er ook voor hem geen toekomst was in zijn vaderland Marokko, besloot hij de oversteek te maken. Zijn vriend stuurde vanuit Duitsland een (arbeids)contract die Abdelkader nodig had om een paspoort in Marokko te kunnen krijgen. Hij kwam in 1962 aan in Duitsland, en heeft daar ongeveer 8 maanden gewerkt. Al gauw stelde een Italiaanse pastor hem voor om in de mijnen in Nederland te gaan werken, waar het werk beter was. Hij nam een landgenoot mee en kwam zo in Nederland terecht.

Abdelkader kon goed overweg met zijn personeelchef. Zowel zijn personeelchef als hijzelf beheersten de Spaanse taal, waardoor de communicatie soepel verliep. Evenals honderden andere mijnwerkers verbleef ook Abdelkader in een groot gezellenhuis. Hij had zijn plekje gevonden in het zuiden van het land en alles leek goed te gaan. Helaas was dit maar van korte duur.

Eenmaal in het gezellenhuis kregen hij en zijn landgenoot bezoek van de vreemdelingenpolitie. Deze wilden weten hoe de twee gastarbeiders daar terecht waren gekomen. Volgens de vreemdelingenpolitie waren ze daar illegaal en moesten ze terug naar Duitsland. Op dat moment hadden de twee gastarbeiders eigenlijk ook nog geen werkvergunning, terwijl ze al wel werkten in de mijnen. Niet wetende wat te doen gingen ze naar hun personeelchef en vertelden het verhaal van de vreemdelingenpolitie. De personeelchef deed het af als onzin. Hij stelde de arbeiders gerust, vertelde ze dat ze goed werk deden en gewoon konden blijven. Opgelucht en vertrouwend op het woord van de personeelchef, negeerden ze het bevel van de vreemdelingenpolitie.

Maar de vreemdelingenpolitie kwam weer bij hen terug. Ook deze keer werden ze verrast toen ze lagen te slapen. De vreemdelingenpolitie gaf ze dit keer een brief die zij moesten afgeven bij de douane aan de grens met Duitsland. Ze kregen het bevel om hun spullen te pakken en het land per direct te verlaten. Maar Abdelkader liet zich niet zo snel uit het veld slaan. Hij ging diezelfde dag nog met de brief naar zijn personeelchef. De personeelchef ging er nu zelf werk van maken, en nam zelf telefonisch contact op met de vreemdelingenpolitie. Hij regelde dat de twee gastarbeiders alsnog een vergunning kregen, zodat ze in Nederland konden blijven werken zonder dat ze ongewenst bezoek kregen.

Abdelkader heeft tot 1975 in de mijnen gewerkt. Daarna werd hij samen met andere mijnwerkers doorgezonden naar een polyesterfabriek omdat de mijnen werden gesloten.


Nadia Bouras en Fatiha Laouikili maken deel uit van het project ‘Spoorzoekers Cultureel Erfgoed Marokkaanse Migranten’. Zij verzamelen en bundelen verhalen en beeldmateriaal van migranten met als doel het opsporen en bewaren van het cultureel erfgoed van Marokkaanse migranten, die tussen 1960 en 1980 naar Nederland zijn gekomen.