Voorpagina Cultuur, Politiek

Het bloed zal kruipen waar het niet gaan kan

Thuis aten wij veel vlees, bergen vlees. Een bord zonder vlees was als koffiecichorei: noodconsumptie. Niet voor niets dat het belangrijkste moslimfeest, het Offerfeest, draait om het dier. Nog steeds zie ik hoe mijn moeder in de keuken met opgestroopte mouwen korte metten maakte met die meterslange schapendarmen, spoelend, knippend, knoopjes makend. Niets van het dier werd gespaard; de kop, poten, hart, longen, pens, kloten, slokdarm, alles belandde goed gekruid en gestoofd in onze magen, waarbij de vacht niet zelden eindigde als karpet of warm onderlegger voor in bed.

We hebben het hier over een eeuwenoude cultus, overgedragen van generatie op generatie: de eerste vega-moslim moet ik nog tegenkomen.

Ik zeg bewust ‘cultus’, omdat de islamitische vleesproductie niet sec gaat om consumptie alleen, maar vooraleerst om de wijze waarop dat vlees op het bord belandt: halal.

Halal is een geharnaste ritus en elke socioloog kan uitleggen dat een gemeenschap zonder rites een dode gemeenschap is. Alleen al om die reden raakt het wetsvoorstel van de PvdD (verbod op onverdoofd slachten) aan het hart van de multiculturele samenleving – waarbij je je kunt afvragen hoe deugdelijk het überhaupt is dat een clubje principiële vegetariërs leefregels bedenkt voor principiële vleeseters.

Oude rites en gebruiken kun je niet zomaar overboord gooien. Kan de PvdD zich een Prinsjesdag zonder koets en hoedjes voorstellen? Of een nieuwjaarsnacht zonder vuurwerk – hoewel we weten dat vuurwerk geldverspilling is, bodem & lucht vervuilt, mensen verminkt en doodt, en jawel: erg dieronvriendelijk is?

De hele discussie draait om pijn. Maar wat is pijn? Waar staat de precieze meting van de pijnreactie van een koe voor? Over de fysiologie van de pijn zijn kasten vol geschreven, maar geen van die boeken leidt tot iets concreets. Als twee mensen met een hamer op hun duim slaan, hebben ze allebei pijn, maar er is geen enkele methode die kan meten wiens duim de meeste pijn heeft. Pijn kent geen rangorde. Tegenover het Wageningse onderzoeksrapport, waarmee de PvdD zwaait, is een dozijn andere (internationale) onderzoeksrapporten te plaatsen dat stelt dat de rituele slacht stukken humaner is dan de pin of elektroshock. Welk rapport beschouwen wij als maatgevend? Of is soms een Nederlandse koe kleinzeriger dan een buitenlandse?

Extra smoezelig is dat de hele discussie gevoed lijkt door wederzijdse huichelachtigheid. De tergende zucht naar ‘scoren’ staat recht tegenover de selectieve drift bij de geloofsgemeenschappen.

Enerzijds, wie werkelijk verbetering voorstaat van het dierenwelzijn kan zijn kostbare tijd en energie beter besteden aan het voortraject van die miljoenen kiloknallers bij de buurtsuper in plaats van een ‘halszaak’ te maken van dat pietluttige last minute van een paar koeien en schapen. Immers, wie de gruwelijke megapraktijken kent achter de schermen van onze bio-industrie kan alleen maar schuddebuiken over die keelsnede.

Anderzijds, de moslims die nu plotseling moord en brand schreeuwen en op de bres springen voor het ‘humane’ karakter van de rituele slacht zijn Oost-Indisch blind. Want hoe ritueel ook hun lamskoteletten, erg halal is het allemaal allang niet meer. Halal is een totaalconcept, diervriendelijkheid van wieg tot graf. Teksten uit de Koran en de Hadith hameren aldoor op respect en dierwaardigheid; een dier mag om te beginnen absoluut niet worden opgesloten. Dit reikt toch verder dan dat vrome ‘bismillah’ tijdens die oostelijk gerichte halsnede. Zouden de boze moslims weten dat 99% van hun boodschappen bij de islamitische slager afkomstig is uit de bio-industrie?

Toch geloof ik dat onze moslims rustig kunnen gaan slapen. Aan de hele kwestie kleeft namelijk iets unieks: moslims en joden zitten voor eenmaal in hetzelfde schuitje. Een benadeelde moslim treft van de weeromstuit de jood. Vermoedelijk is dat iets teveel gevraagd voor het land waar in Amsterdam Joodse scholen al decennialang aan gescheiden zwemlessen doen, joodse neven met joodse nichten trouwen, rabbijnen vrouwen de hand weigeren, Jodinnen pruiken dragen – zonder dat dit ooit tot verhitte debatten leidde over ‘achterlijkheid’, ‘intolerantie’ of ‘vrouwenonderdrukking’.

Niettemin, mocht het woensdag in de Kamer toch anders lopen, dan zal, zoals zo vaak, het bloed – letterlijk – kruipen waar het niet gaan kan. Een oude Marokkaanse man fluisterde me onlangs in: ‘Ze kunnen me wat in Den Haag. Ik slacht dat schaapje weer ouderwets gezellig op m’n balkonnetje.´

Bron: Trouw, 24 mei 2011

Mohammed Benzakour is publicist en columnist. Voor meer informatie: www.benzakour.nl

Lees andere stukken van