Voorpagina Algemeen, Politiek

Marcouch & Dibi

Het verbod op de traditionele slacht volgens islamitische en joodse religieuze voorschriften is voorlopig een feit.  De eerste slag in deze strijd hebben we verloren. Echter, de oorlog nog niet, hoewel ik ruiterlijk moet erkennen dat het vooruitzicht op een overwinning klein tot nihil is. Desondanks zal de strijd voortgezet worden tot aan Straatburg toe; hoe klein de kans op een zege ook moge zijn!

De joodse gemeenschap heeft  de afgelopen drie maanden alle middelen uit de la getrokken die hen ter beschikking stonden om te verhinderen dat de initiatiefwet van de PvdD door de Tweede Kamer zou worden aangenomen. Helaas is het ondanks al hun inspanningen niet gelukt om ook maar zelfs de ruime meerderheid van voorstanders voor een verbod om te buigen naar een nipte meerderheid. Desondanks kan ik niet anders dan mijn bewondering uitspreken over de vele joden die zich met hart en ziel ingezet hebben voor het behoud van het recht op de traditionele slacht op basis van religieuze voorschriften.

In feite is de joodse gemeenschap in deze kwestie tweemaal het slachtoffer geworden van de moslimgemeenschap.

  1. Hadden wij moslims geen religieuze voorschriften in zake de slacht gehad, dan had niemand gemaald om die paar duizend joden die dat wel doen. De PvdD was dan van een koude kermis thuisgekomen met het indienen van de initiatiefwet. Niemand had die initiatiefwet dan gesteund, gezien de gevoelige historische achtergrond van de joodse gemeenschap.
  2. Verder zou het aspect van dierenwelzijn weggehoond zijn, gezien het geringe aantal dieren. Toen de joodse gemeenschap ten strijde trok om de initiatiefwet van de PvdD tegen te houden, hebben de moslims het in meerderheid laten afweten en hen alleen laten strijden.

Graag had ik gezien dat onze geloofsgemeenschap zich met dezelfde eenheid en inspanningen had ingezet als de joodse gemeenschap. Wie weet had dat net de nodige tegenkracht opgeleverd om de initiatiefwet van de PvdD van tafel geveegd te krijgen of op z’n minst er een  aanvaardbaar compromis uit te slepen. Om een joodse man te citeren die het bij het debat in de Tweede Kamer tegen een van de onzen het volgende zei:

“hadden wij een achterban van een kleine miljoen mensen gehad, dan was deze initiatiefwet er niet eens geweest.”

Het doet pijn maar de harde realiteit is nu eenmaal dat hij gelijk heeft. De moslimgemeenschap heeft in deze kwestie gefaald en niet zo’n klein beetje ook!

Afgezien van enkele individuen die zich de longen uit het lijf hebben gerend en tijd noch moeite hebben gespaard om de initiatiefwet van de PvdD tegen te houden, heeft de meerderheid liggen slapen. De meerderheid van de hotemetoten in de moskeebesturen en moslimorganisaties, imams, bekende persoonlijkheden en politici van moslimafkomst stonden erbij, keken ernaar en hebben zonder een vinger uit te steken het laten gebeuren. Een essentieel onderdeel van onze religie gaat nu wettelijk verboden worden en daarmee wordt voor ons een grondrecht ingeperkt.

Van deze lui heb ik geen enkele visie, ideeën,  politieke strategieën, politieke tactieken, structuur, financiële bijdrage, organisatiekracht, eenheid, daadkracht, mediabespeling (om maar te zwijgen van iets wat lijkt op een gemeenschapszin en verantwoordelijkheidsgevoel) gezien. Deze lui mogen zichzelf heel wat aanrekenen en zich rekenschap geven dat zij mede verantwoordelijk zijn voor het feit dat de initiatiefwet van de PvdD het heeft gehaald en komende generaties moslims iets ontnomen is wat hen tot voor kort wettelijk was toegestaan. Niet dat ik verwacht dat ze dat zullen doen; men gaat gewoon over tot de orde van de dag en dat alleen als men al enige aandacht aan deze kwestie had besteed.

Rest mij nog de titel boven dit stukje nader te verklaren. De heren Marcouch & Dibi hebben in deze kwestie de gemeenschap al likkend naar boven zo een achterbakse trap naar beneden verkocht dat ik het als mijn plicht zie deze heren aan de schandpaal te nagelen. Deze twee heren hebben als excuusmoslims niet alleen als levende aflaat gefungeerd voor hun politieke partijen, maar de initiatiefwet van de PvdD ook nog eens in woord en schrift verdedigd en, als ultiem verraad aan de gemeenschap, voor de initiatiefwet gestemd. Dit kan en mogen wij als gemeenschap niet over onze kant laten gaan. Als wij als gemeenschap geen consequenties verbinden aan de keuzes  die deze twee heren in deze kwestie hebben gemaakt, dan zijn wij als gemeenschap geen knip voor de neus waard!

Als gemeenschap moeten wij deze heren daarom vanaf  heden tot personae non gratae verklaren. Hen de toegang tot onze moskeeën, organisaties, evenementen, debatten etc. verbieden. Hen luid en duidelijk maken dat zij geen deel meer uitmaken van onze gemeenschap en dat wij als moslims niets meer met hen te maken willen hebben. Wij mogen nooit vergeten wat hun verraderlijke rol en keuze was in deze kwestie of hen dat vergeven!

Mohammed is: Een Man (althans als men dat woord slechts als geslacht opvat), een Moslim (in hart en nieren totaal, echter in daad maar mondjes maat), een Maliki (maar tot zijn schande moet hij bekennen al-Muwatta nog nooit gelezen te hebben), een Afrikaan, een Noord-Afrikaan, een Maghrebijn, een Berber/Amazigh, een Riffijn, een Ayzenay, een Aqarou3, een Arabier (in culturele zin), een Westerling, een Europeaan, een Nederlander, een Hollander, een Zuid-Hollander, een Leidenaar, een Voorschotenaar, een Vlietwijker.

Lees andere stukken van