Voorpagina Gastarbeiders

Moslims redden Nederlandse cultuur

Abdulwahid van Bommel is gastarbeider bij wijblijvenhier.nl.

Ella Vogelaar (sinds vrijdag ereburger van ‘Wij blijven hier!’): „Moslims gaan hier niet meer weg.” De islamitische cultuur nestelt zich zo diepgaand in de Nederlandse samenleving dat op de lange duur gesproken kan worden van een land dat uitgaat van een ’joods-christelijke-islamitische traditie’.
Eindelijk een minister die als een cultuurhistorica haar religies en culturen kent!

In zijn afscheidswoorden heeft de profeet Mohammed als het ware de hele mensheid opgeroepen met deze woorden:

O mensen! Weet dat uw Heer éen is! Allen bent u uit Adam en Adam is uit stof.
Wie de mensen geen mededogen toont zal van God geen mededogen ontvangen.
Wie onder U de minderheden tot vijand heeft, zal mij tot vijand hebben.
Alwie een andersgelovige ( jood of christen) onderdrukt en met overmatige lasten bezwaart, zal mij als eiser tegenover zich vinden. (Abu Yusuf, Kitabul haradj).

Zoals uit bovenstaande uitlatingen van onze profeet blijkt, is de islam een vredelievende godsdienst en een menselijke geloof. Als men naar de opdrachten en aanbevelingen van het geloof kijkt, zien wij dat niet alleen de rechten van de moslims beschermd worden, maar ook die van alle andere mensen, zonder onderscheid naar ras, geslacht, geloof of huidskleur.

Op het punt van gebeden, feest- en vastentijden, gemeenschapsregels, mensopvattingen en wereldbeschouwingen vertonen Jodendom, Christendom en Islam meer overeenkomsten dan verschillen. De verschillen zijn mede het gevolg van onderlinge conflicten en polemiek, waarbij machtsposities en eenzijdige accenten (fundamentalisme, juridisering van de geloofsuitspraken, fixatie van gewoonten uit bepaalde perioden) een grote rol hebben gespeeld. Een genealogische benadering van teksten, leefwijzen en rituelen kan helpen de verschillen te leren respecteren en waarderen in plaats van ze te gebruiken als argumenten tegen een vruchtbare dialoog, vreedzame coëxistentie en maatschappelijke samenwerking..

Er is geen reden om de God (JHWH, Elohim) van Abraham, Isaak en Jacob, van Mozes, David en Jesaja te beschouwen als een andere God dan de God (Abba) van Jezus of de God (Allah) van Mohammed.
De eenheid en heiligheid Gods moeten leiden tot een fundamenteel universalisme: God kent geen favorieten (Hand. 10,35 Bible de Jérusalem).

De uitverkiezingsdoctrine’s, die in alle drie de Abrahamsgodsdiensten hebben postgevat en die tot wederkerige excommunicaties, tot religieus geweld en tot de legitimatie van dominantie en imperialisme hebben geleid, moeten in het licht van de religieuze onheilsgeschiedenis radicaal van tafel. Geweld immers hoort niet tot de sfeer van de majesteit Gods, in God is geen geweld (brief aan Diognetus). Dit zou het centrale gesprekspunt dienen te zijn tussen Joden, Christenen en Moslims in hun omgang met elkaar, in hun hermeneutische omgang met Schrift en Traditie.en in een kritische herlezing van ieders historische en actuele gebruik en misbruik van macht. Over en weer zou de vrijheid van godsdienst een vrije en waarachtige God dienende leefwijze en menselijke solidariteit moeten garanderen en door onderling gesprek en samenwerking inzicht in en begrip voor ieders religieuze erfgoed bevorderen.

Als joden, christenen en moslims hebben we overeenstemming in: de ene en enige God en daarmee in het idee van de eenheid van het mensengeslacht en de gelijkheid van alle mensen voor God. Jodendom, christendom en islam hebben ieder in hun ontstaanstijd de oude goden van het pantheon van hun voetstuk gestoten en hebben daarmee tevens overeenstemming in oppositie tegen moderne afgoden die mensen tot slaaf maken.

Eensgezind zijn joden, christenen en moslims in hun geloof in een God die niet alleen de archè, het eerste beginsel van de natuur, de oergrond is van alles, maar een God die in de geschiedenis is opgenomen, die als schepper handelend optreedt en die spreekt door de profeten. Alle drie kennen het ondoorgrondelijk geheim van Gods spreken tot de mens, Gods transcendentie én immanentie. Zoals de koran zegt: God is de mens meer nabij dan diens halsslagader.

Eensgezind zijn joden, christenen en moslims in hun geloof in de ene God, die – hoewel Hij op onzienbare wijze alles omvat en doordringt – aanspreekbaar is

in gebed en meditatie
in nood en vertwijfeling
in vreugde en dankbaarheid
in ontzag en offer
in muziek en dans

barmhartig en genadevoller is

dan onze zonden
dan zijn eigen willekeur
dan wij als mens kunnen zijn
of veronderstellen.

Ook voor veel moslimtheologen luidt de gezamenlijke conclusie dat joden, christenen en moslims gezamenlijk het geloof in de ene God vertegenwoordigen, gezamenlijk deel hebben aan de ene grote monotheïstische wereldbeweging…

Minister Vogelaar maakt een vergelijking met de inbreng van de joodse gemeenschap in de Nederlandse cultuur.

„Eeuwen geleden kwam de joodse gemeenschap naar Nederland en nu zeggen we: Nederland is een land dat is gevormd door joods-christelijke tradities. Ik kan me voorstellen dat we een vergelijkbaar proces krijgen met de islam.”

Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781), schreef een versdrama  in vijf delen, Nathan de wijze. Het thema vond hij in de derde novelle van het eerste boek van Bocaccio’s ‘Decamerone’, waarin het verhaal van de wijze jood Melchisedech wordt verteld. Het handelt over een betoverde ring die van vader op zoon wordt overgedragen en de drager tot een goed en wijs mens maakt.

Zo kwam die ring, van zoon op zoon, eens toe aan een vader van drie zonen die hem met veel liefde omringden. En hij kon niet anders dan hen gelijk liefhebben. Terloops leek hem de een, dan weer de ander, dan weer de derde, die ring het meeste waard; die hij dan ook zo goed en zo zwak was aan elk te beloven.

Zo ging dat dan zolang het ging. Alleen zijn einde nadert, en de goede vader raakt in verlegenheid. Het kwelt hem om twee van zijn zoons die hem op zijn woord vertrouwen zo voor het hoofd te stoten. – Wat te doen? Discreet laat hij een kunstenaar ontbieden. Bij wie hij naar het model van zijn ring twee andere bestelt. Kosten noch moeite hoeft hij te sparen. Dus alle drie moeten volkomen gelijk zijn. – Dat lukt de kunstenaar.

Hij brengt de ringen. Zelfs de vader herkent de zijne niet. Voldaan roept hij elke zoon afzonderlijk, geeft elke zoon afzonderlijk zijn zegen, – met zijn ring – en dan sterft hij. Wie de echte ring heeft, laat hij/zij opstaan!


Abdulwahid van Bommel is imam, publicist en geestelijke verzorger voor moslims bij het Medisch Centrum Haaglanden. Voorheen was hij voorganger van de Moslim Informatiecentrum in Den Haag en directeur van de Nederlandse Moslim Omroep.

Abdulwahid van Bommel was geestelijke verzorger voor moslims bij het Medisch Centrum Haaglanden, voorganger van het Moslim Informatiecentrum in Den Haag en directeur van de Nederlandse Moslim Omroep. Nu is hij docent geestelijke verzorging en schrijver.

Lees andere stukken van