Voorpagina Algemeen

Gespleten tong Frankrijk inzake Genocide

De Algerijnse genocide is een vergeten gitzwarte bladzijde uit de Franse koloniale geschiedenis. 1,5 miljoen Algerijnen werden tussen de periode 1954 en 1962 uitgeroeid. Tot op de dag van vandaag heeft bijna niemand het er over, niet in Frankrijk noch in de rest van Europa.

De aanslagen gepleegd door de OAS en de bloedbaden aangericht door de Franse overheid in de steden Setif, Guelma en Kheretta zijn vergeten en wel. De bloedige onderdrukking van een vreedzame FLN demonstratie op 17 oktober 1961 in Parijs werd nooit door de Franse overheid toegegeven. Geen journalist die onderzoek deed naar deze gebeurtenissen. De OAS, die streed tegen een onafhankelijk Algerije, was een rechts-extremistische terreurbeweging met het credo “L’Algérie est française et le restera” oftewel “Algerije is Frans en zal dat blijven”. De legitieme tegenhanger van de OAS was de FLN, Front de Liberation Nationale, deze vocht en demonstreerde voor een onafhankelijk en vrij Algerije. De facto en de jure is er volgens de Fransen nooit een Algerijnse genocide geweest. De Algerijnen eisen van de Franse overheid een erkenning van de genocide met de daarbij behorende excuses. Jammer genoeg worden deze claims niet geaccepteerd en lijdt de Franse overheid nog steeds aan een collectieve amnesie. Parijs houdt zich vast aan een obscure stellingname. Jaques Chirac zei ooit eens: “Writing history is the job of the historians, not of the laws.” En Dominique de Villepin bevestigde dit nog eens door de volgende uitspraak: “The past or writing history is not the job of the parliament”.

De enige strohalm voor de Algerijnen lijkt de jarenlang in Frankrijk verboden(!) film, ‘The Battle of Algiers’. In deze film wordt op minutieuze wijze de heldhaftige opstand van de Algerijnen gereconstrueerd tegen de onderdrukkende en door Frankrijk gesteunde pied-noirs.

Hoe anders is de opstelling van de Fransen ten aanzien van de Armeense kwestie. Binnenkort wil de Franse president Sarkozy het ontkennen van een Armeense genocide strafbaar stellen. In hoeverre we waarde moeten hechten aan de opstelling van Sarkozy is nog maar de vraag, immers alles wijst op een persoonlijke aangelegenheid. De grootoom van Sarkozy, Ascher Mallah, stond ten tijde van het Ottomaanse imperium terecht op verdenking van landverraad. Na zijn vrijspraak werd hij later gekozen in het kersverse Griekse parlement. Bovendien hebben enige leden van de vaders kant van Sarkozy afkomstig uit Hongarije meegevochten tegen het Ottomaanse bewind.

Behalve dat het riekt naar een persoonlijke kwestie, staan de Fransen gezien de historische context niet onbevooroordeeld in het geheel. Frankrijk behoorde tot één van de koloniale machten die het Ottomaanse rijk wilden opdelen. De afspraken van de opdeling van het Ottomaanse rijk werden vastgelegd in Sèvres, een banlieu van Parijs. Het zogenaamde vredesverdrag van Sèvres werd uiteindelijk niet geratificeerd. De stichter van de seculiere republiek Turkije, Ataturk, zorgde ervoor dat de koloniale agressors hier niet de kans toe kregen. Turkije heeft door de jaren heen het archief inzake de Armeense kwestie willen openstellen en willen voorleggen aan gerenommeerde historici. Jammer genoeg zagen de Turken in dezen een door Frankrijk gesteunde, niet meewerkende Armeense overheid. Frankrijk heeft de goede wil van Turkije te allen tijde afgewezen en was hoe paradoxaal dit ook moge klinken tegen een ‘bemoeienis’ van historici.

Pas in 1962 heeft Algerije zich van het Franse koloniale juk kunnen bevrijden. Na wat politieke stribbelingen in de jaren 90 heeft Algerije vandaag de dag enige politieke stabiliteit kunnen realiseren. Maar nog steeds staat het onder invloed van neokoloniale machten. En daar hoort Frankrijk ook toe. Gegeven de historische feiten zou de Franse overheid er goed aan doen om haar fouten toe te geven. Om zich daar vervolgens naar te gedragen. Het rechtvaardigheidsprincipe dient gehandhaafd te worden door landen die (historisch en vandaag de dag) recht van spreken hebben. Historici zijn er om de waarheid te achterhalen, en politici om politiek te bedrijven. Dit zou niet alleen moeten gelden voor Frankrijk, maar ook voor Turkije. Een moeilijke kwestie die een hele natie aangaat, mag niet anders dan door historici bepaald worden. Dit kan niet overgelaten worden aan subjectieve en beladen meningen van politici zoals Sarkozy.

Haci Tekinerdogan is dertig jaar geleden geboren in het pittoreske Achterhoek, in de gemeente Oude-IJsselstreek. Geïntrigeerd en soms ontdaan door de wereldpolitiek en de maatschappij rondde hij zijn lerarenopleiding maatschappijleer af in Tilburg. Als jongste telg van het gezin heeft hij als geen ander geleerd op te komen voor zijn rechten. Vakantiedagen, daar heeft Haci als docent genoeg van. En ervan genieten doet hij als geen ander. Elk mens bevat volgens hem de menselijke waardigheid die door God is gegeven en vanuit dat perspectief is ieder mens gelijkwaardig. Voor de komende jaren heeft hij als doel wederom kwalitatief goed onderwijs te leveren en een master internationale betrekkingen in historisch perspectief te behalen. Komt het licht der wijsheid uit het oosten ofwel ‘ex oriente lux’. Haci maakt in ieder geval van de Achterhoek een opvallend en toonaangevend lichtbaken.

Lees andere stukken van